Voor jezelf zorgen

Özcan Akyol is schrijver, columnist, radio- en televisiepresentator en programmamaker.

U had het misschien niet achter mij gezocht, maar ik geef om de zoveel tijd stadswandelingen door het centrum van Deventer, aan mensen die overal uit het land komen. De laatste keer, vlak voor de feestdagen, gebeurde er iets merkwaardigs, wat voor mij tegelijkertijd illustratief was voor de manier waarop sommigen naar arbeid kijken. ‘Kijk’, riep ik tegen de groep, ‘en hier word ik elke zaterdagochtend gemasseerd.’ Ze begonnen te lachen. ‘Je bent wel een sierpaard, hè?’ zei een vrouw. Iemand anders zag ik zijn hoofd schudden. ‘Wat een decadentie.’

Dat was een grote misvatting. Het zit namelijk zo: mijn moeder heeft bijna drie decennia schoongemaakt bij verschillende werkgevers. Ze hoorde nooit iets van deze mensen – ze vroegen geen enkele keer wat ze nodig had, of simpelweg of alles goed ging. Als de ruimtes die zij boende en poetste er picobello uitzagen, beschouwden zij dat als een vanzelfsprekendheid, een logisch gevolg van hun investering in het bedrijf Asito. In werkelijkheid klaagde mijn moeder thuis, meestal in de wintermaanden, steeds vaker over een vage pijn in haar polsen, ze vertelde dat het leek of haar spieren en pezen zich samen knelden. Desondanks bleef ze doorwerken. Want zij wist ook: met dat soort ongrijpbare kwaaltjes, die ze bovendien door haar laaggeletterdheid niet in woorden kon uitdrukken, moest ze niet bij een overwerkte teammanager aankloppen.

Voor haar pensioen werd het allemaal duidelijk. Ze had, aan beide polsen en handen, een carpaletunnelsyndroom, een soort zenuwvernauwing, voor wie niet weet dat is. Ze moest in twee jaar tijd drie keer geopereerd worden. Het was tevergeefs. Of, zoals de specialist in het ziekenhuis het verwoordde: ze heeft zich letterlijk kapotgewerkt. Voor mij was die geschiedenis, toen ik zelf volwassen werd, een belangrijke les. Ik zit zelf vaak achter de computer, moet vanwege mijn werk bijna 100.000 kilometer per jaar rijden en soms sta ik urenlang op mijn benen om presentaties te geven. Om me niet kapot te werken, zoals bij mijn moeder gebeurde, ben ik gaan begrijpen dat sporten en lichamelijke verzorging belangrijke zaken zijn om arbeid vol te houden. Er zijn werkgevers die de toegevoegde waarde hiervan inzien. En tegelijkertijd wordt er ook schamper over gedaan – in het kader van niet lullen maar poetsen. Wie goed voor zichzelf wil zorgen, moet altijd het gesprek aangaan over zijn eigen welzijn, niet alleen op de werkvloer, maar ook daarbuiten. Alleen dan kan een arbeidsrelatie duurzaam van karakter blijven. Voor jezelf zorgen.