Vakbonden: Geen bezuinigingsreflex op publieke sectoren na coronacrisis

Er mag geen automatische bezuinigingsreflex op de publieke sectoren ontstaan na de coronacrisis. De bijna 1 miljoen mensen uit deze sectoren zijn onmisbaar gebleken bij de aanpak van de crisis. Zij mogen niet, zoals vaak gebeurt bij bezuinigingen, straks weer de sluitpost worden van de begroting. Dat is niet acceptabel en ook niet verantwoord gezien de taken en uitdagingen waar de publieke sectoren voor staan.

Investeren in de kwaliteit van de publieke sectoren en de medewerkers is noodzakelijk.’ Dat schrijven de vakbonden voor onderwijs, defensie, politie en ambtenaren werkzaam voor rijk, provincies, gemeenten, universitaire ziekenhuizen, rechterlijke macht en waterschappen in een brief aan de Tweede Kamerleden, ministers en werkgeversorganisaties in de publieke sector.

Vrees voor bezuiniging

‘Nu investeert het kabinet vele tientallen miljarden euro’s, maar vakbonden vrezen dat de komende jaren bezuinigd zal gaan worden op de sectoren onderwijs, veiligheid en andere overheidsdiensten die iedereen nodig heeft. De ervaring leert dat deze bezuinigingen vaak terechtkomen bij de medewerkers. Terwijl al jaren in deze sectoren sprake is van hoge werkdruk en kwaliteitsverlies door bezuinigingen, decentralisaties en tekorten aan (vast) personeel, niet-marktconforme salarissen en toenemende agressie. Dit is niet de koers die we in Nederland moeten willen,’ aldus ondertekenaars ACOP FNV (Algemene Centrale van Overheidspersoneel), CCOOP (Christelijke Centrale van Overheids- en Onderwijspersoneel, het CMHF (Centrale voor Middelbare en Hogere Functionarissen bij Overheid, Onderwijs, Bedrijven en Instellingen) en het AC (Ambtenarencentrum).

Niet haalbaar

‘De inwoners van Nederland willen goed onderwijs – van basisschool tot wetenschappelijk onderzoek -, een veilige werk- en leefomgeving in de eigen straat, stad en land, maar ook in Europa en de wereld, een schoon milieu en goede infrastructurele voorzieningen zoals wegennet en openbaar vervoer. Tegelijkertijd wordt een publieke dienstverlening verwacht die efficiënt, niet te duur, maar vooral met een menselijke maat wordt uitgevoerd. En niet via strikte naleving van regels en formulieren. Met mogelijke bezuinigingen in het vooruitzicht, is dat niet haalbaar,’ aldus de vakbonden.

Appèl voor nieuwe koers

In een brief aan de Tweede Kamerleden, ministers en werkgeversorganisaties in de publieke sector doen de vakbonden een appèl om bij toekomstig beleid te kiezen voor een nieuwe koers. Een koers waarin wordt gestreefd naar voldoende personeel, werkzekerheid, een lagere werkdruk met een eerlijk en marktconform salaris, ruimte voor de professional op de werkvloer en de menselijk maat in de uitvoering.

De vakbonden vragen om:

  • Investering in kwaliteitsversterking van mensen, scholing, marktconforme lonen en een goed pensioen.
  • Verhoging van de middelen voor de publieke sectoren in de Miljoenennota’s
  • Collectieve voorzieningen en de publieke sector prominent in de verkiezingsprogramma’s en het overheidsbeleid.
  • Vergroting van de arbeidsparticipatie van vrouwen en gelijke beloning voor vrouwen en mannen.
  • Benader nieuwe beleidskeuzes integraal, want keuzes in de ene sector hebben gevolgen voor andere sectoren. Voorbeeld: bezuinigingen in het jeugdbeleid leiden tot werkdruk in sectoren als onderwijs, politie, sociaal domein en rechterlijke macht.
  • Breng de menselijke maat terug in uitvoering en eigen keuzemogelijkheden. De in februari 2020 gestarte parlementaire enquête van de Tweede Kamer naar verlies van maatwerk bij uitvoeringsorganisaties, kan mogelijke bouwstenen geven.
  • Betrek mensen werkzaam in de publieke sectoren van meet af aan bij de invoering van technische en digitale innovaties.
  • Zorg dat een leven lang leren, continue bij- en herscholingsmogelijkheden en lerend werken een tweede natuur is voor de overheidssectoren in de 21e eeuw.
  • Bied als publieke werkgever mobiliteitsmogelijkheden binnen de eigen of naar andere sectoren, en zeker ook voor mensen die nieuwe ontwikkelingen niet meer kunnen bijbenen of moeten revalideren vanwege werkdruk, PTSS, etc.