10 vragen aan ... Daniëlle Fischer, kindercoach die het zelf moeilijk had in haar jeugd

Geadopteerd, gepest om haar huidskleur, tienermoeder, psychisch mishandeld door haar eerste man, een zoon met adhd. Dat zijn de inspiratiebronnen voor Daniëlle Fischers werk als kindercoach en leraarondersteuner in het speciaal onderwijs. 'Ik wil kinderen laten ervaren dat ze er mogen zijn.'

‘Ik heb snel contact met kinderen, heb aan een half woord genoeg, begrijp ze goed', legt Daniëlle uit wat haar ervaringen haar opleveren in haar werk. Ze had het moeilijk in haar jeugd, hoorde er op school niet bij, werd gepest om haar huidskleur. ‘Ik wilde aardig gevonden worden, dus ging ik nog harder mijn best doen om te bewijzen dat ik wél leuk was.’ Later kreeg ze een zoon die adhd bleek te hebben. Er waren ouders die blij waren als hij er een paar dagen niet was. Nu vertelt ze ouders op haar school voor speciaal onderwijs dat hun kind léuk is. Daniëlle wil bewust geen leerkracht zijn. 'Nee, ik wil juist die extra aandacht, die extra zorg geven aan kinderen.'

Benieuwd wie Daniëlle is en hoe zij haar eigen levenservaring inzet om anderen te helpen? Lees het hele inspirerende interview in het magazine voor leden, Werkend NL. En de tien extra vragen hieronder.


Wat zou jij nooit meer willen meemaken?
‘De nasleep van de scheiding, de depressie, het wegzakken in een diepte waarin je denkt dat alles aan jou ligt.’

Hoe zou jouw ideale school eruit zien?
‘Dat is een school waar meer ruimte is voor bewegen, waar kinderen meer op hun talenten worden aangesproken, waar alle materialen voorhanden zijn.’

Waar heb je spijt van in je leven?
‘Ik heb geen spijt. Alles gebeurt met een reden. Als dingen anders waren gelopen, was ik niet geweest waar ik nu ben.’

Wat zou je anders gedaan hebben in je leven?
‘Hooguit dat ik mijn ouders wat vaker gezegd zou hebben dat ik van ze houd. Nu zijn ze er niet meer.’

Wat zou jij doen als je premier was van dit land?
‘Geen idee. Wat je doet, niks is goed denk ik. Ja, ik zou meer waardering, meer salaris bieden aan mensen in alle vormen van zorg.’

Hoe denk je dat je leven was geweest als je niet geadopteerd was?
‘Dan was ik dus bij mijn biologische ouders gebleven. Dan was ik gewenst. Uit liefde. Hoewel ... ik was ook erg gewenst door mijn adoptieouders.'

Wat is volgens jou de zin van het leven?
‘Ik denk dat we hier zijn met een reden, om de wereld steeds een beetje mooier te maken, om te zorgen voor elkaar, er te zijn voor anderen.’

Wat is jouw sterkste kant?
‘Dat ik goed kan luisteren en heel toegankelijk ben. Ik heb vrij snel door wat er aan de hand is. Een half woord is genoeg.’

Wat is jouw minst sterke kant?
‘Dat is het soms lastig vind om los te laten. Oh nee wacht even, er is nog een mindere kant: dat ik te veel naar me toetrek.’

Hoe zou jij jezelf hebben geholpen als kind?
‘Ik denk dat ik had ingezet op dat ik goed ben zoals ik ben. En dat ik voor mezelf op mag komen, dat ik niet alles hoef te pikken, dat ik niet door iedereen aardig gevonden hoef te worden. Ja, ik had mezelf weerbaarder gemaakt.’