Onderwijs Oekraïense studenten vraagt om brede blik en goede faciliteiten

Hogescholen willen graag hun steentje bijdragen als het gaat om mogelijkheden voor Oekraïense studenten. Maar in de praktijk lopen ze tegen hobbels aan. Daarom stuurden wij vanuit CNV Onderwijs, op initiatief van ons sectorgroepsbestuur Hoger Onderwijs, een brief aan de minister van Onderwijs, Robbert Dijkgraaf.

Duidelijkheid voor werkenden in hbo

In de door onze kaderleden geïnitieerde brief delen wij de hobbels waartegen hogescholen lopen als het gaat om onderwijs geven aan Oekraïense studenten. Daarnaast hebben we een aantal vragen voor Robbert Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Duidelijkheid is namelijk cruciaal voor werkenden in het hbo. Zodat iedereen weet wat er kan en niet kan, en aspirant-studenten geholpen kunnen worden.

In de brief vragen we onder meer aandacht voor duidelijke regelgeving en niet bekostigd aanbod. Ook willen we dat er breder wordt gekeken dan alleen naar de studenten uit Oekraïne die er nu al zijn; dat er óók wordt gekeken naar gevluchte studenten uit bijvoorbeeld Wit-Rusland. We vragen de minister om op korte termijn met antwoorden te komen. Zodat voor de septemberlichting zaken in orde gemaakt kunnen worden.

Mbo wordt over het hoofd gezien

CNV wees er eerder al op dat het onderwijs voor grote uitdaging staat met de komst van Oekraïense kinderen en dat het mbo niet over het hoofd gezien moet worden. Daniëlle Woestenberg op 19 maart 2022 op NPO Radio 1: ‘Wat wij een gemiste kans vinden, is dat in de handreiking die naar gemeenten is gegaan, het mbo niet als oplossing wordt genoemd.’ Naast de kinderen die basisonderwijs en voortgezet onderwijs nodig hebben, komen er ook oudere kinderen naar Nederland. ‘Het mbo heeft hele goede voorzieningen en een verbinding met het bedrijfsleven, om mensen perspectief te bieden.’

De rek is eruit in het PO en VO

Vanwege het recht op onderwijs wordt er ook primair -en voortgezet onderwijs aangeboden voor gevluchte kinderen uit Oekraïne. Een aantal weken geleden deden we uitvraag via onze sectornieuwsbrief om te horen waar men tegenaan liep bij het onderwijs aan gevluchte Oekraïense kinderen.

Een aantal ervaringen die leraren en leraressen met ons deelden:

‘Nodig is: digitaal onderwijs voorbereiden en laptops voor deze leerlingen. Zodat ze snel (digitaal) kunnen meedoen/leren. Naast gelijke kansen is dat ook handig bij online les situatie (mogelijk weer een lockdown). Een idee hiervoor: met Learnbeat en LessonUp een deal sluiten om snel en effectief in hun eigen taal en een vertaalmodule naar het Nederlands te kunnen aanbieden aan deze leerlingen. De techniek is er, het digitale lesmateriaal en de platforms ook, dus laten we faciliteren en gebruikmaken van de mogelijkheden.’

‘Ik heb nu een burn-out door de zwaarte van gedragsproblematiek en heel veel NT2 in mijn klas. Ik zie er tegenop om weer te re-integreren. Nog meer speciale kinderen in mijn klas kan ik niet handelen. Wellicht na een taalklas, niet (weer) koud op mijn dak. Er moet een regionaal plan liggen. Scholen moeten dezelfde kansen krijgen en kunnen bieden. Ik heb de afgelopen 8 jaar heel veel kinderen uit oorlogsgebieden en van arbeidersmigranten lesgegeven en ben de coronaperikelen nog niet te boven. Hoeveel ik alle kinderen een fijn plekje gun: Ik kan het niet.’

‘Ik heb 5 jaar geleden 3 kinderen die na 2 jaar ISK-onderwijs kwamen (Syrië en Afghanistan), mogen begeleiden op onze VO-school. Als mentor in de gesprekken ervoer ik dat de emotionele bagage van die kinderen (12, 14 en 15) enorm in disbalans was. Hun traumatische ervaringen waren van zo'n grote omvang, dat van gezonde nachtrust en 'uitgerust' op school komen geen sprake was. En natuurlijk wilden ze graag. Maar ze waren niet geconcentreerd en schichtig. Ze beloofden goed hun best te doen, maar er was geen tijd voor goede psychologische begeleiding. Het probleem van opvang komt volledig terecht op de 'nek' en de goodwill van docenten die daartoe niet zijn uitgerust of opgeleid. Allemaal hebben we het hart op de goede plek zitten, maar de extra tijd die we ervoor zouden krijgen zat zogenaamd in de extra ruimte van het werkverdelingsmodel (WVM). Daar zit GEEN ruimte. Ik heb hierna een flinke burn-out gehad. Kortom: wil je die 50.000 leerlingen opvangen, dan moet je de taak van begeleiding er niet bij doen, of de bestaande werkfactor ophogen, maar taken of lessen bij diegene weghalen, waardoor er echt ruimte ontstaat en de mensen volop ondersteuning geven t.a.v. de tools die nodig zijn om die kinderen te begeleiden. Maar omdat er een vreselijk tekort is aan onderwijspersoneel, zullen de huidige problemen alleen maar verergeren.’

‘We moesten de eerste week zonder ondersteuning en zonder materiaal beginnen.’

‘Ik ervaar een ernstig groot tekort aan mensen. Dat was natuurlijk al het geval voor corona waardoor we nu “innovatieve” (dit is zwartgallig) oplossingen bedenken; het zogenaamde “anders organiseren”. En nu moeten er duizenden extra kinderen, die er beslist recht op hebben, voorzien worden van leerkrachten. Maar die waren er niet voor corona, tijdens corona niet en nu met de Rusland-crisis nog steeds niet. Daarmee worden de problemen alleen maar groter en de rek is eruit.’

Samenvatting van de reacties:

  • Goede faciliteiten en voorbereiding zijn nodig
  • De taal is een groot probleem
  • Kinderen uit oorlogsgebieden lesgeven, is totaal anders door traumatische ervaringen
  • Het onderwijs heeft al te grote tekorten; leraren lopen op hun tandvlees. Deze problemen worden nu alleen maar groter

Dank aan iedereen die met ons zijn of haar praktijkervaringen heeft gedeeld. Jullie zijn onze link naar de praktijk. Juist in de beginfase was bij het ministerie van OCW de veronderstelling dat er bijna geen Oekraïense leerlingen in het reguliere onderwijs zaten, alleen in het nieuwkomersonderwijs. Jullie input heeft geholpen om in de gesprekken met het ministerie de pijnpunten zichtbaar te maken.