'Integreer rouw en verlies in je onderwijs'

Inspirerend interview met Esther Ruël, rouwdeskundige die als kind haar broertje verloor

Toen Esther Ruël 6 jaar was, overleed haar broertje onder haar in het stapelbed. Nu is zij juf en rouw- en verliesdeskundige in het onderwijs. ‘Het is eigenlijk heel simpel: even dat schouderklopje, een luisterend oor, een kind écht zien. Dat helpt enorm!’

Esther Ruël (39) kwam ter wereld in Den Haag. ‘Ik had een vader met een lichamelijke beperking. Hij was een enorme levensgenieter, kon blij worden van kleine dingen. Dat heeft mij veel geleerd. We waren een hecht gezin. Ik had een fijne jeugd.’ Toen Esther 2,5 jaar was, kwam haar broertje Bastiaan ter wereld. Al snel bleek hij een ernstige vorm van epilepsie te hebben. ‘Dat drukte een zware stempel op ons gezin’, vertelt Ruël, aan de koffie in De Betonbar in Utrecht. ‘Veel medicatie, veel aanvallen, veel zorgen. Door de week ging hij naar een epileptisch centrum in Heeze. Ik vond dat vreselijk, hij daar, wij hier.’

Stapelbed

Bastiaan was een vrolijk kind, Esther en hij hadden veel plezier samen in de weekenden die hij thuis was. In zo’n weekend echter, Bastiaan was 3,5 jaar, Esther 6 jaar, ging het mis. Ze sliepen samen in een stapelbed. ‘Als ik wakker werd, ging ik altijd met mijn knuffel naar mijn ouders’ slaapkamer. Dit keer was ik mijn knuffel vergeten en liep ik terug naar mijn bed. Toen viel me op dat Bastiaan nog precies hetzelfde lag als daarvoor. Ik haalde mijn moeder en zij ontdekte dat Bastiaan dood was. Hij heeft ’s nachts een aanval gekregen en is daar niet uitgekomen. Mijn oom heeft nog dezelfde dag het onderste bed eraf geschroefd, zodat ik wel weer in dat bed kon slapen. Ik heb flarden van herinneringen. Ik weet wel dat ik later, met mijn eigen kinderen, het fenomeen slapen heel ingewikkeld vond. Heel eng.’

'Ik gun alle kinderen dat hun verdriet gezien wordt. Het is eigenlijk heel simpel: zie je leerlingen en heb aandacht voor ze'

Esther Ruël

Gemis

‘Mijn moeder was op dat moment net zwanger van mijn zusje. Die is in dat jaar geboren. Het was een jaar van uitersten. Ik wilde een week na het overlijden gewoon carnaval vieren, hoorde ik later van mijn ouders’, lacht ze. ’Zo zijn kinderen. Het was voor mij wel het einde van een zorgeloze periode. Ik heb me als kind heel veel zorgen gemaakt, veel gepiekerd.’ Bedachtzaam: ‘Ik denk dat ik onbewust ook een schuldgevoel had. Ik sliep in hetzelfde bed. Wat als ik het wel gemerkt had?’ Bastiaan werd gecremeerd en Esther was daar niet bij. ‘Dat gebeurde in die tijd niet, nee. Met wat ik nu weet, had ik mijn ouders geadviseerd om me wel mee te nemen. Ze gingen goed om met hun rouw, vind ik. Bastiaan was aanwezig, in foto’s, in herinneringen, zijn naam werd genoemd, hij zit in ons hart. Veel emotie op belangrijke dagen, veel gemis, mooie herinneringen.’

Geen aandacht


School ging er minder goed mee om, zegt Ruël, terugkijkend. ‘Ik kan me niet herinneren dat er aandacht werd besteed aan het overlijden van mijn broertje. Terwijl er toch regelmatig momenten zijn dat je er mee geconfronteerd wordt. Als ik de vraag kreeg of ik broertjes en zusjes had, dacht ik: “Wat zal ik zeggen? Als ik het vertel, vinden ze me zielig. Maar als ik het niet zeg, ben ik ook niet eerlijk.” Dat soort dingen. Ik dacht heel veel na, was heel serieus, wilde goed scoren, als een soort overlevingsmechanisme. Ik dacht ook dat ik de enige was met iets verdrietigs. In groep 5 kreeg ik psychosomatische klachten. Ik ging hyperventileren, kon niet slapen, raakte in paniek. Ik dacht dat ik gek was. Ik kon de link niet leggen, wist niet waardoor het kwam. In groep 6 kreeg ik een juf, die haar eerste jaar had. Mijn ouders zijn met haar in gesprek gegaan, hebben haar verteld over Bastiaan. En zij heeft me toen letterlijk net dat beetje meer aandacht gegeven. En dat hielp! Ik voelde me gezien. Juf Natasja. Even dat grapje, dat luisterend oor, dat schouderklopje. Dat heeft het verschil gemaakt. Het is eigenlijk simpel, geen hele rouwprotocollen of plannen. Maar heel persoonlijk.’



'Je kunt verlies en rouw integreren in je dagelijkse lesgeven: vermijd het onderwerp niet, maak het onderwerp normaal en sluit aan bij inhaakmomentjes'

Esther Ruël

Niet zaligmakend

Na het vwo en wat studie-omzwervingen, ging Esther doen wat juf Natasja al had voorspeld: ze werd juf. In een praktijkonderzoek voor haar Master SEN verdiepte ze zich in meervoudige intelligentie en rouw. ‘Het was zelftherapie en vooral heel boeiend. Uit mijn onderzoek onder leerkrachten bleek dat ze het eng vinden om te bespreken, bang dat het pijnlijk is voor leerlingen, dat ze iets verkeerd doen, dat ze er geen tijd voor hebben. Te vaak is het onderwerp weggestopt in een stoffig hoekje en als het dan speelt, komt de directeur aan met een boekje uit het jaar nul. Of er ligt een rouwprotocol in de kast, waar nooit iemand in gekeken heeft. En als er dan iemand in of rondom de school overlijdt, schiet iedereen in de stress. Nee, weet wat er in staat, wie aanspreekpunten zijn, wat voor materialen er zijn om er aandacht aan te besteden. Een rouwprotocol is handig als checklist, maar zeker niet zaligmakend. Het moet wel up to date zijn. Bovendien vraagt elke situatie om maatwerk. En vooral: aandacht moet blijvend zijn, een doorlopende lijn zijn.’

Overleden hamster


Ruël vindt dat rouw en verlies geïntegreerd moeten zijn in het onderwijs: ‘Haal het de klassen in, niet bij elk onderwerp, maar wel met enige regelmaat, zodat het normaal wordt. Je kunt het in je dagelijkse lesgeven integreren bij aanhaakmomentjes. Vermijd het onderwerp niet. Als je bijvoorbeeld elke dag een gedicht leest in de klas, sla die over de dood dan niet over. Of integreer het in je levenslessen, meer algemeen, hoe ga je om met verdriet, hoe uit je dat? Dan leg je een basis. Of trek het breder naar verlies: een echtscheiding, een vlucht uit een ander land, een overleden hamster. Maar’, waarschuwt ze, ‘vergeet niet: niet alle kinderen willen er over praten en dat hoeft ook niet. Weet als leerkracht dus goed wie je leerlingen zijn en wat ze hebben meegemaakt.’

Drijfveer


Met haar bedrijf Mijn gouden traan timmert Ruël aan de weg op rouwgebied. Zo is er een Instatraining voor leerkrachten met basiskennis en praktische handvatten en een rouwpaspoort, een soort bulletjournal waar kinderen hun ei in kwijt kunnen. Op haar school, De Nutsschool Bezuidenhout in Den Haag, is ze juf van groep 2 en houdt ze zich bezig met de sociaal-emotionele ontwikkeling, waar rouw een onderdeel van is, op school. ‘Dat ik het heb meegemaakt, geeft mij extra voelsprieten. En zorgt voor een enorme drijfveer. Dat kinderen zich gezien gaan voelen, dat wil ik bereiken. Ik weet dat iets kleins al het verschil kan maken. Ik heb het gevoel als ik hiermee bezig ben, dat ik nog een beetje voor mijn jongere zelf zorg. Klinkt zweverig, maar dat is wat het is. Waar had ik iets aan gehad? Ik gun alle kinderen dat hun verdriet gezien wordt.’ Ze veert op: ‘Er is echt wel een rouwrevolutie gaande, er zit nu zo veel beweging in. CNV is er nu natuurlijk ook op gedoken, hoe werknemers meer ruimte kunnen krijgen voor rouw als het nodig is. Dat vind ik super.’

Wij zetten ons in voor meer begrip rondom rouw

Ben jij benieuwd welke concrete stappen we maken in de Haagse lobby om flexibel inzetbaar rouwverlof te realiseren? We vertellen je er graag over.

Lees meer