Ook geld voor mbo-instellingen buiten Randstad

Vandaag heeft het vervolgdebat plaatsgevonden over het mbo. Deze keer ging het met name ook over de salarismix en carrièreperspectief voor docenten.

De minister heeft aangegeven dat per 1 januari 2024 de regeling Randstadgelden ophoudt te bestaan in zijn huidige vorm. De circa 52 miljoen die daarmee gemoeid was, blijft echter wel beschikbaar. En er wordt geld bijgevoegd: circa 90 miljoen voor scholen buiten de Randstad. Dit bedrag komt neer op een totaal van 142 miljoen euro.

Als CNV Onderwijs zijn we blij met het feit dat er nu ook geld komt voor scholen buiten de Randstad. Deze scholen kampen namelijk met dezelfde problemen: een tekort aan docenten en een doorgroei die niet of nauwelijks mogelijk is in de klas.

Bij de uitvoering van de nieuwe regeling slaat wat ons betreft de minister de plank mis. CNV Onderwijs is van mening dat de doelen, controle en handhaving daarvan op landelijk niveau afgesproken moeten worden. De minister stelt voor dat dit gebeurt in samenspraak met de OR-en op de instellingen zelf.

In de afgelopen jaren heeft deze manier van invulling geven, controle en handhaven, geen effect gehad. Sterker nog, het is juist slechter geworden met de LB – LC verhouding binnen het mbo. Ondernemingsraden, alle goede bedoelingen ten spijt, zijn niet slagvaardig genoeg om instellingen zich aan de afspraken te laten houden.

CNV Onderwijs is dan ook van mening dat er strenge landelijke afspraken gemaakt moeten worden door sociale partners, waarbij er duidelijke kaders geschetst worden. En als vakbond zouden wij een goede rol kunnen vervullen in de controle en handhaving van de landelijke kaders, daar wij ook aan de lokale tafels bij de mbo-instellingen vertegenwoordigd zijn en het gesprek voeren op basis van de cao. De landelijke afspraken deel uit laten maken van de cao geeft vakbonden dan ook legitimiteit om het aan de lokale tafels met instellingen te bespreken.