Betere samenwerking bij aanpak onderwijshuisvesting

Schoolbesturen en gemeenten moeten beter gaan samenwerken bij de aanpak van onderwijshuisvesting. Dit gaat de minister regelen middels het Wetsvoorstel Integrale Huisvestingsplan (IHP). Voor de financiering zijn er mogelijkheden binnen het Klimaatfonds en het Nationaal Groeifonds. Gemeenten en scholen moeten dan wel geld gaan lenen.

IBO Onderwijshuisvestingsdebat

Op 1 december voerde minister Wiersma het commissiedebat met de Kamerleden over onderwijshuisvesting. Aanleiding voor dit debat was de IBO Onderwijshuisvesing 2021 en het gebrek aan treffen van concrete maatregelen. Bij ongeveer 50% van de schoolgebouwen is sprake van achterstallig onderhoud. In de loop der tijd is er voor een bedrag van 7 miljard aan achterstallig onderhoud ontstaan. Dit heeft geleid tot sterk verouderde gebouwen en een voor leraar en leerling ongezond binnenklimaat, met als neveneffect hoge stookkosten voor de scholen.

Het manifest

De PO-raad heeft met 24 partijen een manifest opgesteld voor een extra structurele investering van 730 miljoen euro per jaar om goede, gezonde en duurzame werk- en leerplekken te realiseren. CNV Onderwijs heeft het manifest van de PO-raad ondertekend. De minister stelde tijdens de najaarsbegroting 400 miljoen beschikbaar voor de vaste lasten in het onderwijs (stookkosten), maar gaf geen gelden voor de langere termijn. Wel regelde hij via wetgeving (IHP) de rollen van de ministeries, schoolbesturen en gemeenten en de manier waarop hij het probleem wil gaan aanpakken (programmatisch).

De minister

De minister wil de transitie regelen vanuit het Klimaatfonds (verduurzaming maatschappelijk vastgoed) en het Nationaal Groeifonds (standaardisatie van het bouwproces). In februari 2023 wordt hiertoe een aanvraag bij het Groeifonds ingediend. De ingestelde taskforce komt binnenkort met een rapport over de financieringsmogelijkheden. Gemeenten en schoolbesturen moeten dan geld lenen om de aanpak te regelen. CNV vraagt zich af of een dergelijke privaat-publiekrechtelijke aanpak wel wenselijk is. Partijen kunnen aansluiten die op winstbejag zijn gericht in plaats van het ondersteunen van de maatschappelijke doelstelling.

Aan het verzoek om 730 miljoen jaarlijks ter beschikking te stellen voor een structurele aanpak, kwam de minister in eerste instantie niet tegemoet. Zelfs niet voor de meest schrijnende (150) gevallen. De minister ging hiermee voorbij aan het Manifest. Er was dan ook vanuit de Kamer hiertoe geen motie ingediend. Minister Wiersma zou zich na druk vanuit de Kamerleden, toch beraden op een oplossing voor de kortere termijn. Verder onderzoekt de minister de knelpunten bij de aansluiting van kinderopvang op primair onderwijs. Het gaat hem daarbij om het realiseren van doorlopende leerlijnen en inclusief onderwijs.

Mobiele Luchtreiniging

Ventilatie en mobiele luchtreiniging is een belangrijk onderwerp voor CNV Onderwijs. Uit voorzorg en ter voorkoming van verspreiding van het coronavirus en ter verwezenlijking van een veilige leer- en werkplek, zodat de scholen open kunnen blijven. Nu de coronapandemie op zijn retour lijkt, gaat het steeds meer om een duurzame en veilige werkplek en een gezond binnenklimaat in de scholen. De minister benoemt tijdens het debat het onderzoek in Staphorst naar de werking van mobiele luchtreiniging in de klas. Dit onderzoek wordt pas dit najaar ingezet. De SGP wees de minister op de lakse insteek en zijn eigen partijgenoot wees de minister op de ons omringende landen en het feit dat hij het wiel opnieuw aan het uitvinden is (onderzoek op scholen door prof. B. Blocken van TU Eindhoven: 1000 klaslokalen in Nederland en België).

De resultaten van het onderzoek van prof. B. Blocken worden eind 2022 verwacht. “Er zijn al wel wat resultaten, met name de bevestiging dat we in de klaslokalen dezelfde resultaten vinden als in de sportscholen: luchtreiniging met frequentie van 6 keer het ruimtevolume per uur, geeft reducties van 90 tot 95% in aerosolenconcentratie. Voor een blootstellingsduur van 2 uur betekent dat een reductie van het besmettingsrisico via aerosolen dat 12 keer lager ligt”, aldus Blocken. Het onderzoek verbreedt zich ook naar fijnstof door verkeer en industrie.

Ons streven blijft deze mobiele luchtreiniging, nu vanuit een breder perspectief van een goede, gezonde en duurzame werk- en leerplek, in de subsidieregeling van het ministerie van Onderwijs ondergebracht te krijgen.