Mensenwerk: schoolleider in Amsterdam Slotervaart, pakt het anders aan

‘Onderwijs moet van de leerling uitgaan‘

Zij stond meer buiten dan in de klas, had het gevoel door een hoepeltje te moeten springen. Dat moeten leerlingen nog steeds, merkt Susan Herrings (50). Als directeur van een basisschool in een Amsterdamse achterstandswijk wil zij dit veranderen: ‘Ik ga van het kind uit, omdat ik dat zelf heb gemist.’

Leerkrachten wilden haar naar het speciaal onderwijs sturen, wisten zich geen raad met het speelse kind dat de les verstoorde door achterstevoren in de bank met klasgenootjes te kletsen: ‘Ik moest stilzitten’, blikt Herrings terug, ‘ze wilden niet zien waarom ik lastig was, luisterden niet naar waar ik mee bezig was, wat ik wilde leren. Ik wilde zelf dingen ontdekken, niet wat de school bepaalt. Daarin werd ik niet uitgedaagd. Het onderwijs houdt te weinig rekening met de fases waarin kinderen verkeren. Mijn dochter kwam moeilijk tot leren, gelukkig zit zij nu op een vwo-school waar zij als puber wordt erkend.’

Te vroeg kiezen

Nog te vaak bepaalt volgens haar de leerkracht wanneer kinderen iets moeten leren. ‘Maar die kiezen hun eigen momenten. Leerkrachten houden daar te weinig rekening mee, terwijl leerlingen te vroeg een richting moeten kiezen. Dat roepen we al jaren, maar het systeem blijft hetzelfde.’ Daar had Herrings zelf veel last van: ‘Omdat ze te veel afmeten aan Citoscores, werd veel te vroeg voor mij beslist dat ik naar de mavo moest. Ik was niet rijp voor de havo.’ Toch kon zij doorstromen naar de havo, waarna zij voor de pabo koos. Zelf voor de klas wilde zij anders met kinderen omgaan dan haar vroegere leerkrachten, maar leerde dat niet op de lerarenopleiding. ‘Ook op de pabo moet je door hoepeltjes springen. Pabo-docenten zijn theoretisch gefocuste vakidioten, die zich niet verdiepen in de leefwereld van studenten.’

Het verschil maken

Na haar afstuderen aan de pabo in 1995, werkte Herrings een jaar op een basisschool in Nieuw-Zeeland. Een voorbeeld voor het Nederlandse onderwijs, vindt zij: ‘Elke leerkracht heeft een onderwijsondersteuner en de schoolgebouwen zijn even groot als gebouwen van Booking.com.’

Terug in Nederland geeft Herrings les aan verschillende basisscholen. Aan de Universiteit Utrecht gaat zij onderwijskunde en pedagogiek studeren, om zich te verdiepen in onderwijsvormen en manieren om het verschil in onderwijs te maken. Om de bestaande onderwijsstructuur te doorbreken door studenten te leren om van leerlingen uit te gaan, werkte zij als docent en leidinggevende op verschillende pabo’s. ‘Als leerkrachten op scholen dit niet doen, verandert er nooit iets.’

De praktijk blijkt weerbarstig. Herrings loopt tegen dezelfde patronen aan als tijdens haar pabo-opleiding: ‘Evenals op de basisschool en de middelbare school springen studenten voor docenten door hoepeltjes. Ze doen slaafs wat hen wordt gevraagd, willen vooral goede cijfers halen. Maar daarmee word je nog geen goede leerkracht. Pedagogiek en leren om kinderen te coachen in eigen verantwoordelijkheid, leren ze niet.’ (foto: Hester Dijkstra)

‘Nog te vaak bepaalt de leerkracht wanneer kinderen iets moeten leren, maar die kiezen hun eigen momenten’

Susan Herrings

Zoeken naar oorzaak

Om toch het verschil te kunnen maken, besloot Herrings een baan als directeur aan te nemen op de Huizingaschool, een basisschool in Amsterdam Slotervaart, een wijk met veel achterstandsproblemen. ‘Op deze school praten wij met leerlingen om uit te vinden wat hen tot leren motiveert, hoe moeilijk zij leervakken ook vinden. Door uit te gaan van wat hen boeit en daar lessen op te baseren, zien wij hen als persoon groeien, en betere cijfers halen. Deze aanpak heb ik op school gemist. We houden alle kinderen in de gaten. ’s Morgens staan we bij de deur en zien hoe ze binnenkomen. Kijken ze vrolijk, boos, verdrietig? Waarom zijn ze te laat? Hebben ze slecht geslapen of moesten ze in huis nog van alles doen? Als ze niet tot leren komen doordat ze het moeilijk hebben, gaan we op zoek om de oorzaak te achterhalen. ‘

Aardappels verbouwen

De Huizingaschool wil leerlingen ook zeggenschap over hun leren geven. Dit gebeurt bijvoorbeeld binnen het project Samen leren in Slotervaart’, waarbij kinderen zelf kiezen wat ze gaan leren bij een wijkpartner, een bedrijf of buurtorganisatie. Herrings: ‘Het gaat in het onderwijs niet alleen om kennis en vaardigheden, maar ook om kinderen hun eigen leven in de wereld te leren leiden. Zet ze dan ook in die wereld. Dat lukt als we stoppen met één leerkracht op vijfentwintig leerlingen. En dat kan. Wij werken met meer verschillende ondersteuners in de school. Buurtorganisaties in de wijk leveren vakleerkrachten die inspelen op de interesse van de kinderen, die hun eigen aardappels verbouwen en bakken. Zo leer je kinderen dingen zonder aan een tafeltje te zitten. Niet al deze mensen zijn bevoegd, maar het onderwijs kan hierin soepeler worden, zoals in het bedrijfsleven. Wij merken dat mensen zonder diploma geweldig les kunnen geven. Door hen een kans te gunnen, kan het lerarentekort worden opgelost.’