Onderzoek: Hoe zit het met de functiewaardering van directie- en ondersteunende functies in het PO?

De loonkloof tussen primair en voortgezet onderwijs is voor de leraren gedicht. Nu is het tijd voor de schoolleiders en het ondersteunend personeel. Bureau Leeuwendaal deed een onderzoek naar deze functies. Welke lessen kunnen we trekken uit dit fuwa-onderzoek?

In 2020 is in de cao een loonstijging voor leraren afgesproken, door hen in een hogere loonschaal te plaatsen. Voor de OOP- en directiefuncties is afgesproken de functieomschrijvingen opnieuw tegen het licht te houden en opnieuw te waarderen met FUWA-PO (functiewaarderingssysteem PO). Over die herwaardering kwamen zowel vanuit het OOP als de directie, geluiden van ontevredenheid over het proces en het resultaat. Daarom heeft bureau Leeuwendaal in opdracht van de sociale partners een onderzoek uitgevoerd naar de functiewaardering van deze groepen medewerkers. Op dinsdag 15 november zijn de resultaten gepubliceerd.

De vraag luidde of het functiewaarderingssysteem de factoren complexiteit, verantwoordelijkheid, benodigde kennis en vaardigheden, voldoende meeneemt die nodig zijn om deze functies in het primair onderwijs uit te oefenen. Met als logische vervolgvraag of de uitgeoefende functie in de juiste schaal wordt beloond.

Leeuwendaal constateert in haar rapport dat de systematiek van FUWA-PO het mogelijk maakt om alle functies adequaat te beschrijven en waarderen. Wel constateert men dat de toepassing van het functiewaarderingsysteem nog wel eens wat te wensen overlaat. Er wordt bijvoorbeeld snel naar de door de cao-partijen opgestelde voorbeeldfuncties gegrepen, zonder dat goed gekeken wordt of deze ook echt aansluiten bij de werkpraktijk.

Het goede gesprek tussen medewerker en leidinggevende blijkt vaak niet plaats te vinden. Hierdoor kan het zijn dat een medewerker al langere tijd extra taken op zich heeft genomen, of de omgeving flink complexer is geworden, maar dat dit niet terugkomt in een aangepaste functieomschrijving.

Het onderzoek legt de bal dus gedeeltelijk bij de medewerker: ga met je leidinggevende in gesprek over je functieomschrijving! Met name als een functieomschrijving een klakkeloze kopie is van een voorbeeldfunctie. Zorg er ook voor dat je je functiebeschrijving bespreekt met je leidinggevende. We weten dat dit al in veel gevallen tot een hogere inschaling heeft geleid. Als je hierover vragen hebt, neem contact op met CNV Info. Er ligt ook een belangrijke taak bij de medezeggenschap, om het functiegebouw aan te passen en regelmatig te actualiseren.

Minstens zo belangrijk is dat CNV Onderwijs, samen met de andere sociale partners, landelijk aan de slag gaat met de belangrijkste aanbevelingen uit het rapport. We ontwikkelen nieuwe (voorbeeld)functiereeksen voor (adjunct-)directeuren, waarbij de complexe omgeving en het uitgebreide takenpakket worden betrokken. Ook voor de logopedist en gedragswetenschapper worden nieuwe functiereeksen ontwikkeld, die recht doen aan de actualiteit en waarin ontwikkelmogelijkheden een plek krijgen.

Daarbij worden er ook leeswijzers opgesteld hoe de voorbeeldfuncties te gebruiken.

Daarnaast gaan we in gesprek over een verbeterde beloning van onderwijsassistenten die leerkrachttaken uitvoeren.