Schooladvies

Column Vera Koppenrade (42), psycholoog en eigenaar bureau studievoorlichting in Amersfoort, komt uit Schooljournaal 15 van 19 december 2020

Soms begeleid ik kinderen die financieel ondersteund worden door de gemeente. Bij deze gesubsidieerde cliëntengroep merk ik dat het schooladvies niet altijd zuiver op cognitie gedaan kan worden. Vaak zijn er omgevingsfactoren die een goed advies lastig maken. Cognitie en gedrag worden dan als één gezien. Het vervolgadvies is dan afhankelijk van het gedrag dat de leerling laat zien in de klas op dat moment. Dit wordt dan gebruikt als voorspeller voor een volgend schooljaar. Bovendien zijn er zowel belemmerende als bevorderende factoren waarbij het opleidingsniveau van de ouders de onderwijsuitkomsten van het kind lijken te bepalen. Ik begrijp dat er dan veel lagere en ‘veilige’ adviezen gegeven worden. Maar hoe veilig is veilig?

In de documentaire Klassen op NPO 2 zien we een voorbeeld. Gianny zit onder zijn niveau, verveelt zich kapot, spijbelt negen weken per schooljaar. Hij laat van alles zien, behalve het gedrag waarmee hij zijn docenten ook het vertrouwen kan geven. Ik kan me voorstellen dat in zijn geval tijdens de rapportvergadering een kip-en-ei-discussie gevoerd wordt, terwijl Gianny buiten de verkeerde vrienden om zich heen verzamelt en de verkeerde keuzes blijft maken.

Niet voor niets noemen we de brugklas een brugklas. Het is een brug. Een kind kan nog alle kanten op

Cognitie en gedrag staan natuurlijk niet los van elkaar. Je zou kunnen zeggen dat als iemand niet de kansen pakt die hem gegeven worden, deze dan niet heel slim handelt. Maar valt het wel zo simpel te determineren. In ons onderwijs is het nog steeds zo dat een kind zich moet aanpassen aan het systeem en niet andersom. Het zou beter zijn een ontwikkelingsdoel te formuleren voor de langere termijn en een leerling daarin te ondersteunen. Juist voor die groep kinderen die dreigen uit te vallen. Niet voor niets noemen we de brugklas een brugklas. Het is een brug. Een kind kan nog alle kanten op. En zelfs na een bepaalde studie kan het nog steeds alle kanten op. Ik denk dat docenten ook de druk voelen van de prestatiemaatschappij en de daaruit voortvloeiende wens van ouders en kinderen zelf. Stiekem wil ik voor mijn kind ook een hoger schooladvies dan vmbo. Tot ik me realiseer dat het merendeel van de Nederlanders functioneert op vmbo-t/mbo-niveau. Je mag kennelijk niet meer uitblinken in gemiddeldheid, want dat maakt je immers niet uniek. Ik wens mijn zoon veel interne motivatie toe en een hoop interesse in dingen.