Wat zou jij doen bij grensoverschrijdend gedrag in het onderwijs

Een boze ouder, een opdringerige collega of een scheldende leerling: grensoverschrijdend gedrag komt overal voor. Daarnaast kan je zelf ook nog het onderwerp van gesprek worden. Een beladen topic dus. Waar ligt de grens en hoe ga je ermee om? We vroegen drie leraren om hun advies.

Raimke Groothuizen,

docent visuele communicatie Avans Hogeschool, Breda

‘Persoonlijk vind ik het fijn om achteraf rationeel na te denken over de situatie. Als je in de heat of the moment handelt, hoe rationeel kan je dan nadenken? Ik vind dat ik vanuit verschillende perspectieven kritisch naar mezelf moet blijven kijken. Bij collega’s of andere betrokkenen zou ik de situatie voorleggen aan iemand die er helemaal buitenstaat. Dan heb je een objectief perspectief. Misschien hebben we een andere opvatting over grenzen? Bij studenten ligt dat hiërarchisch anders, maar ook hier probeer ik meerdere perspectieven te bieden. Maar het moet wel veilig voelen voor iedereen. Voelt het niet goed, dan moet je natuurlijk direct aan de bel trekken.’

Pieter Mannak, foto Laura Cnossen. Bovenaan het artikel Raimke Groothuizen, foto: Erald van der Aa

Pieter Mannak,

lerarenopleider geschiedenis op Hogeschool Utrecht

‘Als docent heb je een opvoedende rol. Het is dus ook aan ons om leerlingen en studenten normen en waarden bij te brengen. Vaak kan je iets met humor oplossen en het bespreekbaar maken. Maar gaat iets echt je grens over, dan zou ik aanraden zo snel mogelijk iemand anders in te schakelen waarmee je het kunt delen. Dan kan je je gedachtes en keuzes uitleggen. Zie het als een soort klankbord. Soms zit je vast in je eigen gedachtenpatroon en kan je keuzes maken die nadelig uitpakken. Dan helpt het om een andere visie te horen.’

Merel Visser-Van Houwelingen, foto: Petja Buitendijk

Merel Visser-Van Houwelingen,

docent Geuzencollege, Vlaardingen

‘Het is een beetje de situatie aanvoelen. In het geval van leerlingen denk ik dat het goed is om de teugels soms wat te laten vieren. Dan bouw je een vertrouwensband op. Als je die hebt, is het ook makkelijker om je grens aan te geven. En met humor kom je ook een eind. Ik heb weleens iemand voor de klas gezet omdat hij vieze praat uitkraamde. “Hou jij maar even een spreekbeurt over wat je net zei”, zeg ik dan. Vaak weten ze niet eens waar ze het over hebben. In het geval van ouders of collega’s zou ik direct aan de bel trekken. Geef je gelijk je grens aan, dan is de kans dat iemand er nog meer overheen gaat een stuk kleiner.’