Schoonmakers, de vaak vergeten collega’s

Schoonmakers zijn onmisbaar voor een school. Zonder de inzet van deze toppers zouden de lokalen, toiletten en de rest van het gebouw al snel een vieze bende zijn. Drie van deze vaak onzichtbare collega’s vertellen over hun werk.

Jolien Ebbeskamp (51, foto hierboven) poetst al zo’n 23 jaar op het Christelijk College Schaersvoorde in Aalten. Het was eigenlijk nooit haar bedoeling om schoonmaker te worden, vertelt ze. ‘Ik kom uit de detailhandel, werkte lang op de vlees-, groente-, en broodafdeling bij een supermarkt in het dorp. En daarvoor in een boekwinkel. Helemaal mijn ding! Maar dat soort banen droogden op een gegeven steeds verder op. Ik kon er geen werk meer in vinden.’ Om toch iets om handen te hebben, begon ze als schoonmaker op de scholengemeenschap voor vmbo, havo en vwo in haar woonplaats. ‘In het begin dacht ik nog: zodra er iets vrij komt in een winkel, stop ik meteen.’ Dat kwam ook omdat haar man al conciërge op de school was. Lachend: ‘Daardoor twijfelde ik nog meer. Samen op dezelfde plek werken, leek me verre van ideaal.’ Dat bleek echter alles mee te vallen. ‘In de praktijk zien we elkaar nauwelijks: het gebouw is heel groot en ik kom pas aan het eind van de middag, als zijn werkdag er zo’n beetje op zit.’

Mediatheek en toiletten

Ebbeskamp maakt dagelijks de mediatheek schoon. ‘Dat is een heel grote studieruimte waar ruim honderd computers staan. Een flinke klus om alles daar aan kant te krijgen. Ik ben er zo’n drie uur mee bezig. Alleen het stofzuigen is al veel werk.’ Ook de docententoiletten vallen onder haar taken. Of ze dat een vies klusje vindt? ‘Ik ben eraan gewend geraakt en draai mijn hand er inmiddels niet meer voor om’, klinkt het nuchter. Dan knipogend: ‘En van collega’s die de leerlingentoiletten schrobben, weet ik dat het nog veel erger kan.’
De schoonmaakploeg waar Ebbeskamp deel van uitmaakt, bestaat uit zestien medewerkers, die allemaal in dienst zijn bij het Schaersvoorde. ‘We zijn een hecht team dat wat voor elkaar over heeft. Heel betrokken allemaal. Dat geldt voor mijzelf ook. Naast mijn werk zet ik me ook op andere manieren in voor de school. Zo maak ik voor de diploma-uitreiking altijd alle bloemstukken.’




‘In het begin dacht ik nog: zodra er iets vrij komt in een winkel, stop ik meteen.’

Jolien Ebbeskamp, schoonmaker CSG Schaersvoorde, Aalten

Waardering

Ze voelt zich echt onderdeel van de organisatie. ‘Toen ik hier net begon, was dat nog niet zo. Als ik door de gangen liep, werd ik amper gegroet door de leerkrachten die ik tegenkwam. Ik hoor nergens bij, dacht ik dan. Maar dat is in de loop van de jaren helemaal veranderd. Tegenwoordig worden we overal bij betrokken door de directie. Als er iets te vieren is op school, staat er bijvoorbeeld ook voor ons iets lekkers klaar in de keuken. En iedereen kent mij en mijn collega’s bij naam. Regelmatig komt een leerkracht naar me toe of krijg ik een berichtje om te bedanken dat zijn of haar lokaal weer fris is. Juist die waardering en persoonlijke contacten is waar ik mijn voldoening uithaal. Ik hoop dan ook zeker tot mijn pensioen te blijven.’

Vaste indeling

Harma Wensink (50) sopt inmiddels zo’n 10 jaar op het Schaersvoorde. Door de liefde kwam ze er terecht. ‘Ik werkte in een supermarkt in Appingedam, tot ik mijn man leerde kennen. Hij woonde in Aalten. Toen we daar gingen samenwonen, heb ik mijn baan opgezegd. In mijn nieuwe woonplaats lukte het jammer genoeg niet om weer iets in een winkel te vinden. Ik wilde graag wat te doen hebben, een eigen leven opbouwen en nieuwe mensen leren kennen. Toen ik de vacature van schoonmaker op het Schaersvoorde in de krant zag, heb ik dan ook meteen gesolliciteerd.’

Ze maakt op de hoofdvestiging van de scholengemeenschap lokalen schoon en de kantoren op de benedenverdieping. ‘We werken volgens een vaste indeling, ieder heeft zijn eigen gebied waar hij zorg voor draagt. Dat bevalt mij goed. Het geeft grip en duidelijkheid over de verantwoordelijkheden. Ik vind het bovendien fijn dat ik zelf kan bepalen wanneer ik wat doe, ook met betrekking tot de klussen die niet dagelijks hoeven: bijvoorbeeld op maandag de vensterbanken afnemen, op dinsdag de richels, de dag erna de radiatoren. Op die manier kan ik alles goed bijhouden, dat geeft voldoening.’

Harma Wensink. Foto (en die van collega Jolien): Ton van Vliet

Muzieklokaal

Ze begint meestal rond drie uur, half vier. Als de meeste leerlingen en leerkrachten al weg zijn, en de lokalen leeg. Dat de scholieren er wel waren, laat zich nooit moeilijk raden op een dag. Sporen genoeg immers. ‘Ik hoef maar op de vloer en tafels te kijken wat er allemaal ligt: propjes papier, zand, broodkruimels, vieze vlekken, vullingen en veertjes uit pennen, kauwgom…, noem maar op.’ Kortom: altijd veel werk aan de winkel, zegt ze lachend. ‘Het is echt nodig dat we komen.’ Wensink poetst overigens ook een muzieklokaal. ‘Best bijzonder om te doen, met al die instrumenten. Maar wel heel bewerkelijk, daarom staat er ook extra tijd voor.’

‘Het is echt nodig dat we komen’

Harma Wensink, schoonmaker CSG Schaersvoorde, Aalten

Fijn team

Hoe het zit met de erkenning van haar werk binnen de organisatie? ‘We vallen onder dezelfde cao als het onderwijspersoneel. Daar ben ik heel blij mee, want het betekent dat we overal goed bij betrokken worden. Op veel scholen is de schoonmaak tegenwoordig uitbesteed. Dan is de band anders denk ik, je hoort er niet of minder bij en ervaart minder waardering. We hebben een fijn team en ik heb sowieso plezier in mijn werk: veel mensen kunnen zich dat misschien niet voorstellen, maar schoonmaken is iets wat ik graag doe. Nog een voordeel is dat ik pas aan het eind van de middag hoef te beginnen. Daardoor heb ik een groot deel van de dag voor mezelf. ‘s Avonds ben ik weliswaar wat later thuis, maar nog wel op tijd voor het avondeten. Meestal werk ik tot een uur of zes, zeven. Al met al ideaal voor mij.’

Leuke uitdaging

Heidi Broeren (50) boent dagelijks Het Mozaïek in Heeswijk én is daarnaast de conciërge van de basisschool. Of in haar woorden, met een knipoog: ‘Het eerste deel van de dag ben ik het manusje van alles en als iedereen ’s middags vertrokken is, start ik met de schoonmaak.’ Ruim twintig jaar geleden kwam ze bij de scholengroep terecht, door haar schoonzus die er ook sopte. ‘Het begon met een paar uurtjes ter vervanging in de avonduren, vlak na de geboorte van mijn tweede kind.’ Naarmate de kinderen ouder werden, ging Broeren steeds meer werken, met uiteindelijk Het Mozaïek als vaste locatie binnen de scholengroep. Ze maakt er nu ongeveer negen jaar schoon, waarvan de laatste drie in combinatie met de functie van conciërge. ‘Toen die vacature vrij kwam, heb ik meteen ja gezegd. Het werk overlapt elkaar deels, daarom leek het mij een leuke uitdaging om die twee banen te combineren.’

Heidi Broeren, foto: Angeline Swinkels

‘Juf Heidi’

In het verleden was de taakverdeling bijvoorbeeld dat de conciërge de vuilnisbakken in de school leeghaalde, legt ze uit ‘en dat ik ze even later tijdens mijn uren schoonmaakte. Niet echt praktisch omdat er dan vaak alweer wat inzat. Nu sop ik een bak gelijk uit nadat ik ‘m heb geleegd. Veel logischer en het voelt ook zinvoller.’
Haar werk als conciërge bestaat voornamelijk uit ondersteunende hand- en spandiensten. ‘Dat kan van alles zijn: van kopiëren tot boeken lamineren, de koffieautomaat bijvullen, boodschappen doen, tot verloren voorwerpen bijhouden en ballen oppompen. Het gaat de hele dag door, er is altijd wel iemand die mijn hulp nodig heeft.’ Voor de kinderen is ze juf Heidi. ‘Ook zij weten me te vinden. Bijvoorbeeld als een schoen gestrikt moet worden of als het toiletpapier op is. Heerlijk, die momentjes met hen.’

‘Vooral de gangen zijn veel werk, daar ligt altijd veel’

Heidi Broeren, schoonmaker en conciërge basisschool Het Mozaïek, Heeswijk

Zandbak

Even na 14:15 uur begint Broeren aan haar schoonmaakronde, zodra de school uit is en iedereen naar huis. ‘Ineens is het dan heel stil in het gebouw, een groot contrast met vlak daarvoor.’ Ze doet het werk met een collega. ‘We hebben een vaste taakverdeling. Dat is wel zo prettig, want dan voel je je verantwoordelijker voor je werk. Ik maak vijf lokalen schoon, de toiletten, de gangen en de studieruimtes op zolder. Vooral de gangen zijn veel werk. Daar ligt altijd veel, al helemaal als de kinderen in de zandbak hebben gespeeld. Dagelijks ga ik er helemaal met de swiffer doorheen.’ Broeren houdt van hard werken. ‘Ze moeten mij tussendoor niet vragen een kop thee te drinken, want daar gun ik mezelf geen tijd voor.’ Haar inzet wordt door de collega’s op waarde geschat, zo ervaart ze. ‘Ik krijg regelmatig een bedankje of compliment. Dat is heel fijn. Ik heb sowieso veel plezier in mijn werk. Als ik aan het eind van de dag de deur achter me dichttrek, weet ik dat alles weer fris is en aan kant is. Dat geeft veel voldoening.’