Inzet werkdrukgeld pijnpunt bij cao-onderhandelingen VO

De 300 miljoen die het voortgezet onderwijs krijgt voor werkdrukvermindering, leidt bij de cao-onderhandelingen tot verschil van mening. Het gaat hierbij om structureel geld, dat ieder jaar opnieuw beschikbaar komt. De discussie draait om de vraag over hoe deze middelen moeten worden ingezet. CNV Onderwijs wil dat er in de cao afspraken worden gemaakt waardoor werknemers zelf de regie krijgen over de besteding van de werkdrukmiddelen. Zij weten immers zelf hoe dat het beste kan. Terwijl werkgeversorganisatie VO-raad wil dat het geld centraal wordt ingezet.

Er zit enige haast achter de onderhandelingen over de inzet van het geld, omdat de minister heeft opgenomen in het akkoord dat de 300 miljoen voor volgend schooljaar alleen wordt uitbetaald als over de inzet van deze middelen vóór de zomervakantie een cao-akkoord is gesloten.

Controleerbaar

Om de werkdruk te bestrijden willen vakbonden individuele keuzes mogelijk maken. Op deze wijze is voor iedereen controleerbaar of de middelen daadwerkelijk op de goede plek zijn ingezet en niet ergens anders in de organisatie worden besteed. Die wens leeft ook onder leden, zo bleek uit een flitsenquête onder de achterban. Daarin worden verschillende oplossingen voor de werkdruk aangedragen: meer tijd voor voor- en nawerk, lesvermindering en kleinere klassen. Maar ook minder vergaderingen plannen, meer tijd voor persoonlijke ontwikkeling en invloed op de roosters worden genoemd.
Daarom zetten we als CNV Onderwijs op 8 juni de VO-leraar in de spotlights en laten we zien hoe belangrijk het is dat onderwijsmedewerkers regie hebben op hun werkuren. Houd voor meer informatie onze website en socialmediakanalen in de gaten.

Loonontwikkeling

Ook bij het loon zit inmiddels de nodige druk snel tot zaken te komen. De oude cao is immers al op 1 januari 2022 afgelopen en het zou dus normaal zijn op dat moment een nieuwe cao af te spreken. Bonden zetten momenteel in op een fatsoenlijke loonontwikkeling die minimaal vergelijkbaar is met andere onderwijssectoren.