CNV: 'Splitsing Belastingdienst is schijnvertoning'

De Belastingdienst wordt al jaren gezien als het zorgenkindje van de overheid. Na het drama rond de toeslagenaffaire in 2019 zocht het kabinet de oplossing in een opsplitsing van de Belastingdienst, elk met een eigen ambtelijke leiding. MijnVakbond vroeg Gabriëlla Buisman, bestuurder CNV Overheid, en Jac van Gils, voorzitter Landelijke Groep Financiën van de bond, naar de stand van zaken.

De afsplitsing van Douane en Toeslagen van de Belastingdienst is opnieuw een reorganisatie van de dienst. Van de vorige in 2015, bedoeld om de ICT te verbeteren, zijn medewerkers nog maar net bekomen. Buisman: ‘De mensen zijn murw geslagen van alle hervormingen. Ze hebben er geen vertrouwen meer in dat het deze keer een positieve verandering zal brengen.’

Hoe ver is de splitsing van de dienst nu?

Buisman: ‘Vanaf 1 januari zijn er drie DG’s: Belastingdienst, Toeslagen en Douane. Bij alle drie is inmiddels een directeur-generaal benoemd. In feite verandert er voor de medewerkers niet zo veel. De opsplitsing is meer een verandering op papier. Werk je nu voor de Douane? Dan zal je uiteindelijk ook bij DG Douane werken. Al kunnen specifieke arbeidsvoorwaarden natuurlijk wel wijzigen. Wij doen er alles aan om te voorkomen dat arbeidsvoorwaarden verslechteren.’

Hoe wordt er op de werkvloer over gedacht?

Buisman: ‘Op dit moment is er vooral onvrede over de opsplitsing. Medewerkers maken zich zorgen of het gaat helpen bij de structurele problemen die spelen. De vorige reorganisaties losten ook niets op. Het aantal vragen hierover is inmiddels wel afgenomen. Medewerkers zien het nu als een proces dat al in gang is gezet en waarop ze weinig invloed hebben. Hun grootste zorgen? Dat blijft de ICT. Die is problematisch.’

Van Gils: ‘Alle systemen van de dienst zijn zó met elkaar verweven. De ICT goed inregelen voor drie afzonderlijke DG’s zal daarom massa’s geld kosten. Ook de extra bovenlaag, met drie directoraten met een eigen stafafdeling en HRM-afdeling, kost geld. Dit gaat mogelijk ten koste van het reguliere budget voor onder meer kantoorhuisvesting, ICT-faciliteiten en het budget voor de werkvloer. Kortom het primaire werkproces. Dit lijkt mij verre van verstandig. Tegelijkertijd blijft de vraag of deze ontvlechting de oplossing is. De organisatie wordt alleen maar stroperiger en de risico’s zijn niet goed in kaart gebracht. De mensen krijgen bovendien niet de ruimte om dingen zelf re regelen. Ook managers durven niet alle informatie naar “boven” te brengen.’

Kan de ontvlechting helpen bij de structurele problemen?

Buisman: ‘Werkgevers zeggen nu wel dat ernaar wordt gekeken, maar wij maken ons toch zorgen. Met name over de ICT. Die is al problematisch. Wat gebeurt er dan als je bepaalde systemen uit elkaar trekt? De vier punten uit onze brandbrief – meer fiscale kennis, betere ICT-voorzieningen, beter luisteren naar het personeel en beter uitvoerbare wetgeving – zijn betere oplossingen dan een structuurwijziging. Er zal echt een cultuurverandering moeten komen. Oké, we weten niet hoe de splitsing daadwerkelijk uitpakt. Maar in eerste instantie zet ik mijn vraagtekens bij deze oplossing, gekozen vanuit hoge druk op de dienst en de politiek.’

Van Gils: ‘Je maakt er met drie afdelingen wel een kleinere werkorganisatie van. Of ik erachter sta en geloof dat dit de oplossing is? Helemaal niet. Naar mijn mening is het een schijnvertoning. De politiek kwam onder grote druk te staan om de toeslagenaffaire aan te pakken. Dan wordt er voor de gemakkelijkste weg gekozen om slagvaardig over te komen: voor de bühne een nieuwe directie oprichten en Toeslagen apart zetten. Het probleem schuilt eerder in de regelgeving rond de toeslagen. Die “schuld” ligt niet bij de organisatie. De oplossing moet daarom worden gezocht in betere regelgeving, meer aandacht voor proportionaliteit en meer ruimte voor professioneel handelen van de ambtenaar op de werkvloer. De menselijke maat moet terugkomen.’

Wat is cruciaal om de splitsing succesvol te maken?

Buisman: ‘De ontvlechting moet geen doel op zich worden. De Belastingdienst ligt nu onder vuur, maar als je goed kijkt naar de toeslagenaffaire heeft de politiek daarin een behoorlijke rol gespeeld. Er wordt soms niet goed gekeken naar de uitvoerbaarheid van wetgeving. Toen de toeslagen bij de fiscus kwamen te liggen, zeiden ze al: “Wij zijn eigenlijk niet de partij die dit zou moeten doen.” Daar is niet naar geluisterd. Dat is meteen een pijnpunt van de medewerkers: ze hebben het gevoel dat ze niet worden gehoord. Uit onze exit-monitor blijkt ook dat dit één van de voornaamste redenen is om de dienst te verlaten: de mate van invloed binnen de organisatie is beperkt. Aan dit soort onderwerpen moet óók aandacht worden besteed. Verder is het belangrijk dat de bonden medezeggenschap krijgen. Zodat er bijvoorbeeld wordt gezorgd dat zaken die nu goed lopen, niet uit elkaar worden getrokken.’

Is Kameronderzoek nuttig?

Buisman: ‘In het Kameronderzoek worden in ieder geval twee van de vier punten uit onze brandbrief meegenomen: goedwerkende ICT en deugdelijke wetgeving.’

Van Gils: ‘Ja, Kameronderzoek is nuttig. Alleen is dit niet de juiste volgorde. Eerst had het onderzoek moeten plaatsvinden, zodat duidelijk wordt waarom het in eerste instantie is misgegaan en waarom de signalen van de werkvloer niet boven zijn gekomen of waarom hiermee niets is gedaan. Daarna kun je pas tot de juiste oplossing komen en een besluit nemen. Het was zinvoller geweest als er vooraf gediscussieerd was met vakbonden en MR’en. Met name om te achterhalen hoe we de transparantie, menselijke maat, professionele verantwoordelijkheid en uitvoerbare wetgeving kunnen terugkrijgen. Het gaat er niet om dat iemand moet ‘hangen’. Iedereen kan fouten maken. Als ze maar erkend worden en ervan wordt geleerd.’

Buisman: ‘Een parlementaire enquête* was beter geweest om de onderste steen boven te krijgen. Er zijn best veel dingen misgegaan. Ik vind dat vooral moet worden gekeken naar de rol en de druk van de politiek. Het personeel van de Belastingdienst voelt zich in de steek gelaten. Bij negatieve zaken wordt direct naar hen gewezen. De staatssecretaris zegt niet dat hij achter zijn mensen staat. Terwijl het niet zo is dat individuele ambtenaren fout zijn geweest. Voor een groot deel ligt het aan de uitvoerbaarheid van de wetgeving. Het lijkt nu net alsof de Belastingdienst alleen maar fouten maakt, terwijl er ook goede dingen gebeuren. Die rol van de politiek mag best stevig worden meegenomen. De vraag is of ze daarop zitten te wachten zo vlak voor de verkiezingen.’

Is er door het gereorganiseer nog wel tijd en ruimte om de fout van de toeslagenaffaire te herstellen?

Van Gils: ‘Sinds kort ben ik op detacheringsbasis – voor een jaar en mogelijk langer – overgestapt naar de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen. Die is in het leven geroepen om gedupeerde ouders in het toeslagendrama te compenseren voor wat hen is aangedaan. Heel zinvol om mensen bij te staan die het toch al minder hebben getroffen en gemangeld zijn door het systeem. Er wordt vanuit de politiek nu veel ruimte voor gemaakt. Alexandra van Huffelen, de nieuwe staatssecretaris, stelt alles in het werk om de ruim 20.000 gedupeerden te compenseren voor materiële en immateriële schade. Met de ingerichte crisisorganisatie van zo’n 500 medewerkers wordt dit zwaar aangezet. Zaak is wel om professionele ruimte te geven aan de betrokken medewerkers om hun werk rechtsstatelijk en ruimhartig te doen. Zo wordt voorkomen dat het wederom verzandt in een ambtelijk, stroperig gebeuren waardoor “raderen vastlopen” en compensatie voor de getroffenen te lang uitblijft.’

Dit najaar komt er een parlementair onderzoek naar de toeslagenaffaire bij de Belastingdienst. Kamerleden ondervragen hierbij de bewindslieden en getuigen van de Belastingdienst. Op 12 september publiceerden we op www.cnvoverheid.nl de uitkomsten van de enquête Ambtenaar Centraal.