Praten, respecteren motiveren

Sleutels voor een succesvolle terugkeer in de samenleving

Personeel in uiteenlopende functies draagt bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) op allerlei manieren bij aan de resocialisatie van veroordeelden. Naast insluiten is voorbereiding op terugkeer in de maatschappij een prioriteit. Wat doen de verschillende gevangenismedewerkers om gedetineerden goed te laten landen in de samenleving?

Penitentiair inrichtingswerker, lid van het beveiligingsteam, GZ-psycholoog, arbeidsbegeleider, justitieel verpleegkundige, casemanager. In legio functies dragen duizenden werknemers van de Dienst Justitiële Inrichtingen hun steentje bij aan de voorbereiding van een veilige terugkeer van gedetineerden in de maatschappij. Bij het werken met gedetineerden staat respect centraal, blijkt uit een serie interviews met verschillende medewerkers in het gevangeniswezen op de website van DJI. Geeft een gedetineerde respect, dan krijgt hij respect terug. Op die basis ontstaat ruimte om goed aan een succesvolle terugkeer naar de maatschappij te werken, zeggen alle geïnterviewden. Wat zij precies doen aan de resocialisatie van gedetineerden, is afhankelijk van hun functie. Zo begeleidt een senior penitentiaire inrichtingswerker mannen in voorarrest bij hun dagprogramma en bij hun arbeid. Want zie mannen die in afwachting zijn van het oordeel van de rechter maar rustig te houden. Een uitdaging op zich; wachten is voor de meesten zenuwenslopend. Hoe langer een wachttijd, hoe meer ruimte ontstaat voor innerlijke onrust om uiteindelijk tot een uitbarsting te komen. Om zo’n escalatie te voorkomen, is enig psychologisch inzicht en gevoel in alle functies van belang.

Arbeidsbegeleiding

Een arbeidsbegeleider in een PI in Sittard begeleidt elke ochtend dertig mannen op de werkzaal. Ze maken onder meer verpakkingsmaterialen en bakken voor elektrische koeriersfietsen. De arbeidsbegeleider praat veel met hen, geeft tekst en uitleg over wat van hen wordt verwacht en houdt de controle op de zaal. Dat kan bij spanningen vanwege een aankomende rechtszaak een uitdaging zijn, laat hij weten. En ook dat velen hun school niet hebben afgerond en geen werkervaring hebben. Daarom motiveert hij iedereen vooral certificaten te halen voor functies als (meewerkend)voorman productie, voordat zij de instelling verlaten. Het gaat erom dat de gevangenen zichzelf goed weten te redden en niet in herhaling vallen als ze weer buiten staan.

Basisvoorwaarden

Het hebben van inkomen is een van de zeven basis - voorwaarden die een casemanager ziet voor een stabiel leven na vrijlating. Onderdak, een ID-kaart, inkomen, een beschermend sociaal netwerk, een goede psychische gezondheid, een schuldenvrij bestaan en een verslavingsvrij leven zijn de basisvoorwaarden. De casemanager zorgt ervoor dat gedetineerden bij vrijlating aan die voorwaarden voldoen en verbindt hen met de buitenwereld:

Rens Schonewille, foto: Gerrit Boer. Foto bovenaan artikel: ANP

Heeft iemand bijvoorbeeld schulden, dan zorgt de casemanager voor contact tussen de gedetineerde en een instantie die kan helpen bij het afspreken van betalingsregelingen. Ontbreekt een sociaal netwerk, dan wordt voor een buddy gezorgd. Spelen er psychische problemen, dan komt er een hulptraject na vrijlating. Ook ondersteunt de casemanager gedetineerden bij het opstellen en het uitvoeren van een re-integratieplan.

Basale omgangsvormen

Bijzondere opvang biedt het Centrum voor Transculturele Psychiatrie in Balkbrug. Rense Schonewille werkt dertig jaar in deze kliniek waar reguliere tbs’ers zitten en asielzoekers die een strafbaar feit hebben gepleegd, daarmee de kans op asiel hebben verspeeld en terug moeten naar het land van herkomst. De sociotherapeut bereidt patiënten uit beide groepen voor op hun terugkeer naar de maatschappij in Nederland of elders. De overeenkomst ligt in de problemen met sociaal gedrag: hoe ga je met elkaar om. ‘Ze hebben problemen met bijvoorbeeld mijn en dijn, met hoe je ’s morgens uit je bed komt en de mensen om je heen begroet. Basale omgangsvormen, die zij zich niet eigen hebben gemaakt.’ Hij helpt hen om hun gedrag op een positieve manier te veranderen. ‘Kijk, de omgeving is wederkerig. Ben je vrolijk, dan reageert je omgeving anders op jou dan wanneer je agressief bent. Er ontstaat een betere sfeer als je een goed humeur hebt. Als mensen dat ervaren, ontstaat gedragsverandering. En daar gaat het om: weten wat je bij een ander teweegbrengt.

‘Het ontbreekt bij veel patiënten hier aan basale omgangsvormen.’

Rense Schonewille

Ruim 10.000 gedetineerden en tbs'ers

In totaal 15.508 fte op vijftig locaties zijn er in Nederland voor de dagelijkse zorg van gedetineerden en van tbs‘ers. Het gevangeniswezen is het grootst met 26 locaties voor 8.575 volwassen gedetineerden en twee gevangenissen voor 299 vreemdelingen. Op acht locaties zitten 455 jongeren gedetineerd in drie rijksoverheidslocaties, twee particuliere inrichtingen en drie kleinere voorzieningen. In de forensische zorg worden 1403 tbs‘ers in uiteenlopende klinieken behandeld, blijkt uit cijfers van het ministerie van Justitie en Veiligheid uit juni 2021.

Motivatie

Bij de overgrote meerderheid van de patiënten lukt het die gewenste gedragsverandering te bereiken, zegt Schonewille. ‘Dat is ook mijn motivatie om dit werk te doen. Dat je aan iemand kunt zeggen: goed dat je hier bent geweest. Het heeft je veel gebracht.’ Maar er bestaan ook draaideurcliënten. ‘Die kunnen je laten afvragen waar je het voor doet. Maar in wezen word je geconfronteerd met je eigen tekortkomingen.’ Het verblijf van cliënten in de kliniek varieert van zes weken tot bijna oneindig. ‘Probleem met sommige tbs-veroordeelden is dat zij behandelingsresistent zijn, of ze zijn niet capabel. Dat is heel verdrietig. Zij gaan naar de longstay en niet meer naar buiten, omdat dat onverantwoord is.’

Onder je huid zitten

Mensen komen door verschillende oorzaken in de kliniek. Oorzaken kunnen een psychose zijn, een gedragsstoornis of een trauma na een psychose. Maar er zitten hier ook notoire narcisten. Vreemdelingen hebben sinds hun geboorte doorgaans geen rooskleurig bestaan gehad, weet Schonewille. ‘En je zult maar als bootvluchteling op zee zitten in een bootje dat langzaam lek gaat. Vervolgens kom je aan in de chaos op Lesbos. Dat is dramatisch.’ Hoe hij al die mensen met al die verschillende achtergronden helpt? 'Door je menselijkheid te laten zien. Je bent er voor de ander, om die te helpen. Als dat besef er is, kan zo iemand zich openstellen. Dat is het eerste dat van belang is om een behandeling te kunnen toepassen. Tegelijkertijd is het belangrijk dat je zelf afstand bewaart.’ Het team is daarbij van niet te onderschatten waarde. ‘Wanneer een patiënt onder je huid gaat zitten, moet je ervoor zorgen dat je teamleden weten dat een patiënt iets met jou doet. Als je het bespreekt, kunnen zij je uit de wind houden.' Schonewille geeft één-op-éénbegeleiding, maar ook aan groepen van tien tot twaalf personen. ‘Op een groep staan we met meer collega’s’, voegt hij toe. ‘De resultaten die we boeken, vormen de kers op de taart.’