Bonden staken cao-overleg PLb

Als het aan werkgevers ligt, lijden medewerkers bij de Energie Productie- en leveringsbedrijven (PLb) voor het tweede achtereenvolgende jaar koopkrachtverlies. Werkgevers bieden niet meer dan een schamele 1.25 procent per 1 april 2021 in de nieuwe cao. En dat kan volgens CNV Publieke Diensten en de andere bonden écht niet. Juist nu moeten medewerkers in de PLb gewaardeerd worden, want door hun loyaliteit tijdens de coronapandemie kon de bedrijfsvoering doorgaan.

Werkgevers en bonden hadden gekozen voor een ‘korte klap’ een cao met een korte looptijd die gebruikt wordt om thema’s uit te werken en daarmee de volgende cao voor te bereiden. Nu een aantal maanden zijn verstreken en een aantal overleggen niet tot resultaat hebben geleid, kunnen we stellen dat de ‘korte klap’ ons op loon niets heeft opgeleverd. Wel hebben we overeenstemming om in een werkgroep afspraken te maken over de Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) en het verlofsparen. Ook zou in een werkgroep gesproken worden over technische aanpassingen van de huidige cao-tekst en als laatste een werkgroep die zich buigt over thuiswerken na de coronacrisis.

Geen koopkrachtbehoud

De werkgevers geven aan maximaal ruimte te hebben voor 1,25 procent loonsverhoging vanaf 1 april 2021. Dat betekent dat medewerkers in de PLb er op achteruit gaan, aangezien de inflatie voor dit jaar wordt geraamd op circa 1,5 procent. En in die inflatie zijn de gestegen ABP-premies per 1 januari jongstleden en verhoging van gemeentelijke belastingen niet eens meegenomen. Daarnaast lag de laatste loonsverhoging van mei vorig jaar met 1,25 procent ook al onder het inflatieniveau van dat jaar. Oftewel, koopkracht van medewerkers neemt zo dus 2 jaar achter elkaar af.

Eindbod bonden

Ondanks dat bonden al flink toe hebben gegeven op hun inzet, hebben de bonden in het laatste overleg de werkgevers een ultieme handreiking gedaan om een cao te sluiten met een loonsverhoging van 2 procent per 1 januari 2021 en een eenmalige uitkering van €250,- bruto. De eenmalige uitkering was ter compensatie van koopkrachtverlies over 2020, ter overbrugging van 1 oktober 2020 tot 1 januari 2021 en ter compensatie van het werken thuis of het werken met RIVM-richtlijnen en protocollen op de locaties gedurende de coronapandemie. Helaas wezen de werkgevers onze handreiking af en hielden zij vast aan hun bod van 1,25 procent per 1 april 2021.

En nu?

CNV en FNV gaan op zeer korte termijn in gesprek met alle medewerkers in onze sector. Onze leden en kaderleden die werkzaam zijn bij de verschillende bedrijven betrekken zo veel mogelijk collega’s bij het cao-traject. Wij hebben de steun nodig van alle medewerkers! Wij dagen iedereen uit om mee te denken en mee te praten. Volg de ontwikkelingen, vorm een mening en help ons manieren te vinden waarmee we tóch ons doel kunnen behalen: koopkrachtbehoud voor alle medewerkers!