Ervaringsverhaal: tussen opvliegers door een school managen

Tussen haar eigen opvliegers door, managet Rachel Kemperman (52) een team van 60 mensen, van wie 57 vrouwen. Ze is schoolleider op Koninklijke Visio Onderwijs Breda. Met een lach: ‘De gemiddelde leeftijd is 51 jaar, dus dan weet je het wel: veel vrouwen in de overgang, veel plotseling rode, bezwete hoofden, waaiertjes, vestjes uit, vestjes aan.’

‘Wij praten gewoon over onze overgangsperikelen, die openheid is er’, vertelt Rachel. ‘Ik denk dat dat ook komt door onze leerlingpopulatie: ernstig meervoudig gehandicapt, geen blad voor de mond, zo puur als het maar zijn kan. Die houding nemen wij over. Het is een echte vrouwencultuur en dat maakt het misschien ook makkelijker om hier over te praten. Je ziet het de hele dag: vestje uit, vestje aan, sjaal om, sjaal af, waaiertjes.’

Concentreren


‘Zelf heb ik de hele dag door opvliegers en daardoor moeite om me te concentreren’, vertelt Rachel. ‘Ik slaap er ook regelmatig slecht van, waardoor ik met minder energie de dag door moet. Naar de buitenwereld toe heb ik vooral last van die opvliegers. Als ik ergens een lezing geef en ik krijg een opvlieger, is dat écht níet leuk. Ik ga enorm zweten en word rood, voel me onzeker. Dat kun je dan niet zeggen terwijl je een lezing hebt, dat komt niet professioneel over, vind ik. Op school in mijn eigen team heb ik daar geen moeite mee.’

Ziekteverzuim

‘Als leidinggevende maak ik me wel zorgen over het ziekteverzuim dat samenhangt met de overgang. Gewrichtsklachten, slaapproblemen, vermoeidheid, daar vallen vrouwen op uit, of als ze maar doorgaan krijgen ze uiteindelijk een burn-out. Ik geef mensen ruimte om hiermee om te gaan, ze mogen thuiswerken, schuiven met taken, ik ben daar redelijk flexibel in. Maar als ze voor de klas staan, wordt thuiswerken al weer lastig, en het werk moet toch gedaan worden. Bovendien is de overgangsleeftijd ook de fase dat ouders ziek worden en mantelzorg nodig hebben, er pubers in huis zijn, en zorgtaken komen toch vaak vooral op de vrouwen neer. Het helpt wel om er open over te zijn. Mensen blijven minder lang ziek, want het is fijn om weer op school te komen.’

Individuele gesprekken

‘Ik geef de medewerkers ruimte, zo veel als ik kan. Ik zeg altijd: ik controleer alleen als je je werk niet af hebt, of als je moeilijk bereikbaar bent. En alles daar tussen maakt mij niet uit. Mensen werken hard. Als je een avondmens bent, vind ik het prima als je na de lessen naar huis gaat en in de avond nog wat doet. Je mág de ene dag beter zijn dan de andere dag, dat is normaal.’ Een algemene regel voor alle vrouwen, vindt Kemperman geen goed idee. ‘Ik zou werkgevers aanraden het gesprek aan te gaan met elke individuele vrouw. De een in de overgang heeft hier last van, de ander heeft daar last van en een derde heeft nergens last van.’

Klopt niet

‘Het zou goed zijn als er landelijk meer bekend wordt over de overgang’, betoogt Rachel. ‘We willen dat vrouwen meer uren gaan werken dan ze nu doen, er is immers overal een personeelstekort. Dan moet je júist de vrouwen die net uit de kinderen zijn, die net iets meer tijd krijgen, volop in dat arbeidsproces zetten. En dan moeten we ook eens met elkaar duidelijk krijgen dat burn-out klachten in die leeftijdsfase vaak niet het gevolg zijn van een burn-out, maar van de overgang. Menstruatieklachten? Daar moet je maar mee leren leven. Overgangsklachten? Dat hoort er bij. En er dan lacherig over doen.’ Hoofdschuddend: ‘Nee, het klopt niet. Er moet meer onderzoek gedaan worden naar overgangsklachten, wat er aan te doen is en welke medicatie er mogelijk is. De medische wereld én de werkgevers moeten er iets mee.’
Foto: Erald van der Aa