Consuminderen: samen ecologische voetafdruk verkleinen

Consuminderen in plaats van consumeren. Steeds meer mensen kiezen vanuit verschillende overwegingen ervoor om minder te verbruiken. Vanwege de almaar stijgende kosten, maar ook om hun ecologische voetafdruk te verkleinen. En consuminderen kan overal; ook op de werkvloer kun je je impact verkleinen.

Op het moment dat je het begrip googelt, word je overladen met tips om te consuminderen. De meest voorkomende motivatie is om een extra zakcentje over te houden. Het begint al bij simpele tips: gaat er iets kapot? Repareer het in plaats van het opnieuw te kopen. Denk minimaal drie dagen na over je aankopen. Bedenk een weekmenu en haal in één keer je boodschappen.

Effect van ons consumptiegedrag

We zijn steeds meer bezig met onze milieuvoetafdruk. Dit zijn de niet herstelbare sporen die jij of bijvoorbeeld een bedrijf achterlaat op Aarde. Zo blijkt uit recent onderzoek van Milieu Centraal dat consumenten vaak meer dan 25 procent minder impact op het klimaatimpact kunnen hebben door meer circulaire keuzes te maken. Elisah Pals, initiatiefnemer van Zero Waste Nederland, weet alles over consuminderen. Haar bedrijf richt zich vooral op het voorkomen van afval, verspilling en overconsumptie. Ze gaat preventief te werk. ‘Consuminderen heeft veel voordelen: je houdt geld over en je hebt minder troep. Het is dus niet dat je dit alleen vanwege het milieu hoeft te doen. Maar het is wel een goede motivatie: de grootste milieuvervuilende impact die we hebben in Nederland is namelijk door ons consumptiegedrag.’ Simpel gezegd houdt een circulaire economie in dat we producten en materialen zo lang mogelijk gebruiken. Denk aan recyclen, repareren en hergebruiken. In je eigen omgeving kan er al veel gedaan worden om jouw ecologische voetafdruk te verkleinen. Bijvoorbeeld je eigen groenten en kruiden verbouwen, herbruikbare tasjes gebruiken en recyclen.

Consuminderen op de werkvloer

Overal kan worden geconsuminderd. Zelfs bij ziekenhuizen, vertelt Pals. ‘Kijk bijvoorbeeld naar de organisatie De groene OK. Dat is een landelijk netwerk, dat individuele zorgprofessionals die werkzaam zijn op de OK stimuleert om op een duurzame manier te werk te gaan. Zij streven naar een CO2-neutrale zorg en minder afval in de operatiekamer. Ik geef natuurlijk geen advies over de medische producten, maar wel over bijvoorbeeld de inrichting of het elektronicagebruik. Jij als enkel persoon zal weinig kunnen betekenen om de wereld een betere, schonere plek te maken. Bedrijven hebben een veel grotere impact hierop. Consuminderen op de werkvloer is daarom juist erg belangrijk. Wat doen bedrijven om hún milieuvoetafdruk te verkleinen?’

De kern van het probleem

Babette Porcelijn studeerde Industrieel Ontwerpen aan de TU Delft en heeft daar haar kennis over industriële processen en ketenanalyse opgedaan. Naast het schrijven van boeken zoals De verborgen impact, Het happy 2050 scenario en EcoPositief in vijf stappen geeft ze trainingen en lezingen over het effectief verduurzamen voor haar organisatie Think Big Act Now. Zij is positief over het verminderen van het gebruik van plastic, zoals de ban op plastic rietjes, maar dat vormt pas het topje van de ijsberg. ‘Het is zeker goed en belangrijk om dat tegen te gaan, maar genoeg impact heeft het niet. Een bedrijf moet dat ook eerst in kaart brengen. Daar geef ik bijvoorbeeld advies over. Wat we zien is dat de meeste vervuiling in het productieproces zit. Elektronica maken is bijvoorbeeld erg vervuilend. Vooral de mijnbouw is erg schadelijk.’ Volgens Porcelijn kan de overheid ervoor zorgen dat het vervuilen niet meer loont. ‘Nu is het nog zo dat bedrijven gratis of tegen een laag bedrag vervuilen. Duurzaam lijkt daardoor duurder, maar dat komt omdat er voor bedrijven nog geen consequenties aan vastzitten. Een betere oplossing is om het vervuilen te belasten, zodat de vervuiler de echte kosten betaalt. Zodra het een kwestie van geld wordt, willen bedrijven wel.’

Wat kan jij doen?

Op de vraag wat jij als werknemer dan kan doen om jouw milieuvoetafdruk te verkleinen op je werkplek, heeft Porcelijn ook antwoord: ‘Minder nieuwe elektronica kopen maakt veel verschil. Ga het liefst naar het werk op de fiets of pak het openbaar vervoer. Daarnaast is het ook goed dat bij bedrijven waar dit kan, reizen worden vervangen door online meetings. Door corona zijn we er wel achter gekomen dat dit best vaak kan. Inmiddels is ook duidelijk hoe vervuilend vlees is, een vegetarische kantine is dus ook een erg goede start. Maar het belangrijkste is dat je je afvraagt of je bedrijf wel de juiste missie heeft. Draagt het bij aan duurzaamheid of werkt het juist tegen? Kun jij je in je werk inzetten voor verduurzaming? Zo niet, dan moet je je afvragen of je wel op de juiste plek zit.

Elisah Pals noemt tips die niet alleen in de privé-omgeving van toepassing zijn. ‘Ik kom vaak kantoorinrichtingen tegen die erg trendgevoelig zijn, dat is helemaal niet nodig. Een goede richtlijn is een levensduur van ten minste tien jaar. Doe zo lang mogelijk met wat je hebt en hou ook bij de aanschaf rekening met hoe lang iets meekan. Moet je echt nieuw kopen? Maak dan bijvoorbeeld gebruik van refurbished meubilair. Dat geldt ook voor elektronica. Bedrijven geven al snel een nieuwe laptop of telefoon, terwijl een update soms voldoende is. Is de elektronica wel toe aan vernieuwing? Zorg dan dat je er iemand anders blij mee maakt, in plaats van te vernietigen. En ga steeds na of je dingen niet kan repareren: de levensduur vergroten van producten is de meest effectieve manier van consuminderen.’

Wil jij weten wat nou echt jouw ecologische voetafdruk is? Op de site van Babette Porcelijn kan jij jouw impact berekenen. Kijk op: www.babetteporcelijn.nl.