Faalangst op het werk? Dit kun je ertegen doen!

De vrees om tekort te schieten, dat geeft de Van Dale als betekenis van het woord faalangst. Een fenomeen dat niet alleen speelt rond een eindexamen op de middelbare school, maar je ook op latere leeftijd tijdens je baan nog flink dwars kan zitten. Want nieuwe dingen blijf je leren, ook tijdens je werk. Wat kun je daar nu tegen doen? We vroegen het Arjan van Dam, arbeids- en organisatiepsycholoog en schrijver van het boek 'De kunst van het falen'. Tekst gaat verder onder video.

#hoewerkthet afl. 4: Faalangst

‘Als je angst in een grafiek zou zetten, is het eigenlijk een omgekeerde U. Als je helemaal links onderaan zit, dan doe je niks, en ben je ook niet gespannen. Hoe meer spanning je vervolgens krijgt, hoe meer je gaat presteren. Maar als die te hoog wordt, ga je letterlijk en figuurlijk over de heuvel en gaat de spanning zich tegen je keren. Tot het uiteindelijk je prestaties belemmert. Als de angst te sterk geactiveerd wordt, raakt je hogere denken afgesloten, waardoor je minder goed functioneert.’

  1. ‘De allereerste tip tegen faalangst is gericht aan de organisatie. Die moet een veilige leeromgeving creëren. Dat kan door bijvoorbeeld vooraf te zeggen: ‘Jongens, we hebben vanmiddag een instructiemiddag. We gaan lekker veel fouten maken, want daar worden we beter van.’
  2. ‘Ook de houding naar het leren zelf is belangrijk. Als op de werkvloer bijvoorbeeld de werking van een nieuw apparaat of een computersysteem wordt uitgelegd, zijn er altijd een paar die het spontaan oppakken. Dat is heel fijn natuurlijk, maar zo werkt het niet voor iedereen. Op scholen zie je dat ook. Een goede leraar weet dat kinderen verschillend leren.
  3. ‘Verder is er natuurlijk de gebruikelijke aanpak van ademhalingsoefeningen, ontspanningsoefeningen en je goed afvragen waarom je iets zo eng vindt. Hiermee kun je het spanningsniveau verlagen, zodat je weer op je optimale spanningsniveau komt.’
  4. ‘Een tip voor jezelf is om alles als een leerervaring te zien. Het idee bestaat dat als je van school af rolt, dat je alles moet kunnen en dat dan het leren ophoudt. Kinderen mogen leren. Maar jij moet het allemaal maar kunnen als volwassene. Dat zit er heel erg ingestampt. En dat is natuurlijk in de samenleving waarin veranderingen zo snel gaan, niet meer te doen. Want daarmee zet je jezelf enorm voor het blok. Als je alleen maar ademhalingsoefeningen doet, dan haal je de angel er nog niet uit. Dat je denkt dat je alles maar moet kunnen, dàt is het grootste probleem.’
  5. ‘En blijf aan je zelfvertrouwen werken. Stel, je bent thuis aan het borduren op hoog niveau. Dan zou ik zeggen, blijf dat doen en blijf je daarin ook uitdagen. Medicijn tegen faalangst is vertrouwen in eigen kunnen. En bouw dat ergens anders ook op. Loop je op je werk vast, maar sta je bij de voetbalclub achter de bar en gaat dat prima? Dan kun je daar eerder een taakje erbij nemen zodat je je nog weer competenter voelt. Blijf dus dingen doen zodat je zelfvertrouwen krijgt.’
  6. ‘Daarnaast, leer leven met gezonde spanning. Mensen die faalangstig zijn, hebben de neiging om te denken dat alle spanning fout is. Die zien geen angst of zenuwen bij anderen. Stel, je bent met een collega bij de instructie van een nieuw apparaat. En jij ziet hem werken en denkt, die man doet dat toch altijd zo rustig. Eén keer vindt hij het lastig, maar daarna pakt hij het op. Terwijl jij ervan overtuigd bent dat iedereen rustig is en het zomaar oppakt, zit jij voor je gevoel maar te stressen. We hebben altijd de verkeerde veronderstelling, dat anderen het makkelijk kunnen en jij de enige bent die loopt te ploeteren. Dat is eigenlijk de tragedie van de mensheid.’
  7. ‘Praat daarom met een collega of iemand die je vertrouwt en vraag hoe die het vindt als je met nieuwe dingen wordt geconfronteerd. En als je er echt last van hebt, dan kun je gewoon professionele hulp zoeken. Want faalangst is onnodig lijden.’