‘Het geeft energie én verbetert het onderwijs’

Boost je werk-idee voor het primair onderwijs

Ans van Velthoven werkt bovenschools bij een stichting met 8 basisscholen. Ze biedt ondersteuning en geeft les aan bovengemiddeld-presterende kinderen op basisschool Donatushof in Bemmel.

1. Ans, welk idee heb jij ingestuurd en waarom?

‘Ik wil het onderwijs voor alle kinderen nóg beter maken dan het al is. Het onderwijs gaat op heel veel plekken goed, maar het kan ook zeker op heel veel plekken beter. Als je het onderwijs wil verbeteren, is het belangrijk dat leerkrachten zelf actief zijn en al onderzoekend leren. Dat werkt het best, blijkt uit onderzoek (Van Veen et al., 2010). Leerkrachten denken dan met elkaar na over wat ze zien en wat de oplossing zou kunnen zijn. Vervolgens gaan ze de zelfbedachte oplossing zelf onderzoeken in de eigen groep, om het daarna terug te brengen in de groep leerkrachten om de ervaringen te bespreken. Dit “actieonderzoek” stuurde ik als idee voor het primair onderwijs in naar CNV.’

2. Zitten jouw collega’s in het basisonderwijs te wachten op de uitwerking van dit idee?

‘Nou, ik heb dit al met een groep leerkrachten gedaan. Ze waren er zo enthousiast over! Het geeft echt een boost op de werkvloer. Leerkrachten hebben hiermee het heft zelf in handen. Ze bekijken zelf waarop ze zich willen richten, bedenken daar zelf iets voor en passen het meteen zelf in hun eigen onderwijspraktijk toe. Dat geeft energie en kost niet heel veel extra inspanning. Tegelijkertijd verbeter je het onderwijs ermee. En daar worden leerkrachten zelf ook blij van. Helemaal omdat het hun eigen onderwerpen zijn. Wel denk ik dat het voor veel onderwijscollega’s nog onbekend is. Ze zullen daarom niet meteen zeggen: “Ja, fantastisch! Kom dat hier doen.” Maar de kunst is om ze zo enthousiast te maken om het eens te proberen. Ik ben ervan overtuigd dat als ze ervan geproefd hebben, ze net zo enthousiast zijn als ik.’

3. Waarom ben je zo blij dat je hulp krijgt bij het uitwerken van dit idee?

‘Actieonderzoek was de kern van mijn afstudeeronderzoek voor de masteropleiding "Leren en innoveren". Maar tijdens zo'n onderzoek doe je op de werkvloer heel veel alleen. Je moet zelf van alles bedenken. Nu is het zo fijn dat je mensen naast je hebt die net als jij enthousiast zijn. Dat heb je zelf soms ook nodig om verder te komen. Verder vind ik het heel mooi dat ik nu leerkrachten kan ondersteunen om dit zelf te doen. Ze krijgen er positieve energie van én maken het onderwijs voor de kinderen beter.’

4. In welke fase zit jouw plan nu?

‘Ik ben dit actieonderzoek nu op school aan het uitbreiden. We zijn met een klein groepje begonnen en we willen dat het hele team erin meegaat.’

5. Hoe hoop je dat jouw plan dingen kan veranderen op jouw school en wellicht op andere scholen?

‘Ik hoop dat het iets blijvends mag zijn. Dat leerkrachten het een hele fijne manier vinden om het onderwijs nog beter te maken dan het al is. Er zit zoveel potentie in. Ik zie wat het gedaan heeft op de school waar ik lesgeef. We hebben onderzoek gedaan naar het stimuleren van de motivatie bij kinderen. In de literatuur zocht ik op wat zou kunnen werken. Wat ik had gevonden, sloeg aan bij mijn collega’s. Ze zeiden: “Ja, dit willen wij wel doen in de klas.” Het waren negen praktijkprincipes (Hornstra et al., 2016) die je als leerkracht in de klas kunt toepassen om de motivatie van kinderen te stimuleren. Dat zijn we gaan onderzoeken in de klas. We hielden een logboek bij van wat er gebeurde. De conclusie? Die praktijkprincipes werken heel goed. Met die principes kun je als leerkracht de kinderen veel beter motiveren, omdat je beter snapt wat er bij het kind gebeurt. Zegt het kind bijvoorbeeld: “Ik wil niet,” dan ga je niet zeggen: “Je moet,” maar dan vraag je wat er aan de hand is, omdat je ziet dat het kind iets niet wil. Je erkent de weerstand en zoekt vervolgens samen met het kind zoeken naar een oplossing. Daardoor word en voel je je als leerkracht nog meer competent. Dus ik hoop dat ik het idee kan verspreiden naar meer scholen. Daar ga ik in ieder geval mijn best voor doen!’

Genoemde onderzoeken in dit verhaal:

Hornstra, L., Weijers, D., van de Veen, I., & Peetsma, T. (2016). Motiverend lesgeven. Universiteit Utrecht, Kohnstamm Instituut en Universiteit van Amsterdam. https://www.uu.nl/sites/default/files/motiverend_lesgeven_handleiding.pdf

Van Veen, K., Zwart, R. C., Meirink, J. A., & Verloop, N. (2010). Professionele ontwikkeling van leraren: een reviewstudie naar effectieve kenmerken van professionaliseringsinterventies van leraren. ICLON/Expertisecentrum Leren van Docenten. https://www.nro.nl/sites/nro/files/migrate/PROO+Professionele+ontwikkeling+van+leraren+Klaas+van+Veen+ea.pdf

Foto: Bert Beelen