‘Mijn werkgever zei: wees er maar voor je gezin’

Maandagochtend 3 februari 2020. Philou is een kleine twee maanden jong. En het gaat niet goed met haar. Die ochtend gaat mama weer met haar naar de huisarts. En die slaat alarm. Een paar uur later ligt ze op de IC in Bremen. Met haar twee ouders aan haar zijde en haar oudere zusje Halina bij haar grootouders in Friesland. Met dank aan hun werkgevers.

‘Het was een verschrikkelijke periode’, blikt vader Pier de Vries terug. ‘Philou bleek het RS-virus (luchtweginfectie, red.) te hebben. De IC’s in Nederland lagen vol – terwijl we nog vóór de coronapandemie zaten – maar in een ziekenhuis in Bremen was plek. In voorbereiding op het vervoer werd Philou aan de beademing gelegd. We zagen haar hartslag dalen naar 30 slagen per minuut.’ Hij is even stil. Zegt dan: ‘Dat was een vreselijk moment.’

Steun team

Tijd om iets te regelen voor opvang van hun andere dochtertje, Halina, was er niet. Gelukkig waren daar de grootouders van de meisjes. Oma Freda ter Stege kijkt terug: ‘Wij pasten altijd al op, dus dat ging eigenlijk in één moeite door. Wij vingen Halina die dag op. En toen bleek dat Philou naar Bremen zou gaan, was het niet meer dan logisch dat Halina gewoon bij ons zou blijven. Zij is heel vertrouwd met ons, dus voor haar ook wel fijn.’ Ter Stege werkt als groepsleerkracht op de Johan Willem Frisoschool in Leeuwarden. Daar kreeg ze meteen alle medewerking en steun. ‘Mijn man is gepensioneerd, dus Halina was grotendeels bij hem. Ik ging naar school, maar mocht meteen na lestijd naar huis, zodat ik het vanaf 14.30 weer van mijn man kon overnemen. De directeur en het team leefden ook allemaal heel erg mee. Dat was echt fijn. Ik ben echt blij dat wij er voor Halina en het hele gezin konden zijn, met steun van mijn werkgever en het team.’

Alle tijd nemen

De moeder van Philou had op dat moment nog verlof, maar vader Pier kreeg ook alle medewerking van zijn werkgever Jeugdhulp Friesland. ‘Ik was die maandag weer op mijn werk na zes weken ouderschapsverlof. Maar zat een paar uur later dus in de auto naar Bremen, achter de ambulance met ons dochtertje aan. Mijn werkgever gaf me carte blanche. Ik kon alle tijd nemen die ik nodig had. De eerste dagen heb ik vanuit Bremen nog wat werk overgedragen. Maar ook daar kreeg ik op te horen: “Dat is niet nodig, wees er maar voor je eigen gezin”’ - De Vries is gezinscoach en gezinshulpverlener, red. – ‘Ik heb nooit ergens om hoeven vragen, het is allemaal voor me geregeld. Dat alles heeft echt geholpen om er helemaal voor mijn eigen gezin te zijn.’

Verslaafde baby

Uiteindelijk lag Philou 10 dagen in het ziekenhuis in Bremen en daarna nog 10 dagen in het ziekenhuis in Leeuwarden. ‘En toen kregen we een verslaafde baby mee naar huis’, vertelt De Vries. ‘Ze had zo lang zo veel opiaten toegediend gekregen, dat we haar in een stappenschema moesten laten afkicken met methadon. Dat was een hele heftige periode. Ze kon zo 24 uur achter elkaar huilen omdat ze behoefte had aan opiaten. Vreselijk. Na het stappenschema van 30 dagen was ze er van af. Maar het kwam mij niet slecht uit dat in die tijd de coronapandemie uitbrak. Ik begon wel weer met werken, maar voor een groot deel thuis, waardoor ik dicht bij mijn gezin kon zijn.’

Philou, met links van haar oma Freda ter Stege en rechts papa Pier de Vries. Met dank aan hun werkgevers waren zij er helemaal toen Philou ernstig ziek was. (foto: Tryntsje Nauta)

Goede dialoog

‘Wij kijken meer naar de bedoeling van wet- en regelgeving rondom verlof, dan naar de letter ervan. Een goede dialoog met de werknemer is het uitgangspunt’, legt HR-manager Annet Meibos van Jeugdhulp Friesland uit, waar Pier de Vries werkt. ‘In zo’n gesprek met een werknemer die kampt met een ingrijpende gebeurtenis, kijken we naar wat hij of zij nog wel kan en wil doen. Waar heeft de werknemer behoefte aan? Betrokken blijven worden in het werkproces, wel bereikbaar of niet bereikbaar, alleen op de achtergrond beschikbaar, dat soort dingen. Daar komen we altijd wel samen uit. Het is vooral een kwestie van samen: wat kan de werknemer zelf inbrengen qua verlofuren en wat vullen wij aan als het nodig is?’

Pittig werk

Bij Jeugdhulp Friesland werken 575 mensen, van wie de meerderheid vrouw. ‘We hebben een grote groep jonge vrouwen, die moeder is of wordt, en een grote groep vrouwen in de overgangsleeftijd. Voor de eerste groep beginnen we binnenkort met een programma over moederschap en ambitie. Hoe blijf je in balans en combineer je moederschap met goed functioneren? Zo’n zelfde programma gaan we begin 2023 ook uitrollen voor vrouwen in de overgangsleeftijd. Daar speelt soms het dilemma: ik kan niet meer wat ik voorheen deed, wat kan mij helpen om goed en plezierig te blijven functioneren? We willen dat bespreekbaar maken en vrouwen tools geven om duurzaam inzetbaar te blijven.’ Daarnaast beschikt de organisatie over een adviseur vitaliteit en inzetbaarheid, die in actie komt als iemand dreigt uit te vallen. ‘Die gaat dan in gesprek met de werknemers over energie, belastbaarheid, gebruik van talenten, motivatie. Preventief in plaats van curatief. We hebben best pittig werk, komen heftige dingen tegen. Er wordt verwacht dat we op de werkvloer professionals zijn en thuis een leuke partner of lieve mama. Wij willen zo goed mogelijk meedenken en meewerken als het even moeilijk is.’

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in WNL 4, december 2022.