De vaak vergeten collega's: schoonmakers

Schoonmakers zijn onmisbaar in de zorg. Zonder de inzet van deze toppers zouden verpleeghuizen, ziekenhuizen en andere instellingen al snel niet meer leefbaar zijn. Drie van deze vaak onzichtbare collega’s vertellen over hun werk.

‘Ik had even een pauze nodig van mijn studie en hoorde bij toeval dat ze schoonmakers in het Martini Ziekenhuis zochten’, vertelt Sean Beijring (25). ‘Ik heb meteen gesolliciteerd, en een paar dagen later was het rond. In het begin werkte ik alleen in de avonden, op de polikliniek. Dat was heel rustig, omdat er dan vaak bijna niemand meer was. Toen ik ook ging schoonmaken op de verpleegafdelingen vond ik dat eerst wel spannend. Daar is veel meer drukte en er liggen zieke mensen. Straks loop ik iedereen in de weg, dacht ik. Maar dat viel reuze mee, ik blijk er juist goed in te zijn om te manoeuvreren tussen alles en iedereen.’

Besmette OK’s

Inmiddels twee jaar later maakt Beijring onderdeel uit van het calamiteitenteam van de schoonmaakdienst in het Groningse ziekenhuis. ‘Mede door de pandemie heb ik mijn mbo 4-studie Begeleider Gehandicaptenzorg langer on hold gezet. Ik heb het hier erg naar mijn zin, ook omdat ik snel doorgroeide naar deze functie. Wij pakken eigenlijk alles op wat buiten de reguliere schoonmaak valt. Denk aan besmette kamers en besmette OK’s. Maar we springen ook bij op plekken waar iets is misgegaan, bijvoorbeeld als een patiënt het toilet niet heeft weten te halen of per ongeluk in de gang heeft gebraakt. Of ik daar goed tegen kan? Het is een ziekenhuis. Mensen hebben een operatie ondergaan of zitten onder de medicijnen, dan gebeuren dat soort dingen. Daar wen je snel aan.’

‘Zeker tijdens de pandemie heb ik me gerealiseerd hoe belangrijk ons werk is’

Sean Beijring, schoonmaker Martini Ziekenhuis, Groningen

Corona

Tijdens de pandemie was het voor het calamiteitenteam aldoor keihard werken. ‘Steeds als ergens een coronapatiënt had gelegen of was geopereerd, moesten wij die ruimte helemaal desinfecteren en schoonmaken. Dat betekent de kamer vernevelen en vervolgens alles afnemen: van de muren, de vloeren, het bed, meubilair tot de deuren aan toe.’ Of hij dat niet spannend vond in verband met zijn eigen gezondheid? ‘De eerst keer was ik wel nerveus. Daardoor besloeg steeds mijn beschermende bril en had ik het bloedheet in mijn isolatiepak met mond masker. Maar al snel vertrouwde ik op de maatregelen. Niemand van ons team heeft ooit corona opgelopen in het ziekenhuis.’

Spoedeisende hulp

‘Zeker tijdens de pandemie heb ik me gerealiseerd hoe belangrijk ons werk is. We maakten veel uren; er waren steeds ruimtes die ontsmet moesten worden. Ook op de spoedeisende hulp omdat daar veel coronapatiënten binnenkwamen. Als die niet was schoongemaakt, konden er geen mensen meer opgenomen worden. Dat maakte ons werk cruciaal, wat me een trots gevoel gaf. Ik werk graag hard en krijg daar ook waardering voor. Van mijn leidinggevenden, maar ook op de afdelingen. We horen het precies als jij eraan komt, zeggen ze me wel: aan je snelle, korte stappen. Ik maak heel wat meters op een dag en ben steeds op andere plekken in het ziekenhuis. Een dag is nooit hetzelfde. Dat maakt mijn werk leuk en afwisselend.’

Lacht op gezicht

‘De klik was er gelijk’, weet Els de Vos (52) zich nog te herinneren toen zij vier jaar geleden begon als schoonmaker bij woonzorgcentrum Moerzicht in Yerseke. ‘Ik maak dagelijks de appartementen schoon van twaalf cliënten met een zorgbehoefte die zelfstandig wonen. Het contact met hen maakt dit werk heel erg mooi’. De Vos boent bij de bewoners de badkamer, het keukenblok, de vloeren en periodieke dingen zoals de deuren. Ze vindt het belangrijk haar werk goed te doen en een woning schoon achter te laten, zegt ze. ‘Maar ik ben pas echt tevreden als ik de mensen zélf goed achterlaat. Als ik wegga en zij hebben een lach op hun gezicht, ben ik ook blij.’ Dat betekent dat De Vos altijd de tijd neemt voor een praatje met de bewoners. ‘En als ik merk dat iemand z’n verhaal kwijt moet of verdrietig is, ga ik er even naast zitten en sla een arm om diegene heen. Het maakt mij niks uit dat ik daardoor soms een kwartier langer moet blijven om het werk af te maken. Dat doe ik met liefde.’

Els de Vos, foto: Boaz Timmermans/Fos Fotografie. Foto bovenaan artikel: Marcel J. de Jong

Zuurkool

Sommige bewoners hebben beginnende dementie, waardoor zij af en toe moeite hebben met het onthouden van dingen, weet De Vos. ‘Daardoor vertellen ze wel eens meerdere malen hetzelfde verhaal. Maar dat geeft niet, ik luister bij de tweede en derde keer nog net zo aandachtig. En al vertellen ze het daarna nog tien keer, zelfs dan heb ik er geen moeite mee. Ik vind het vooral belangrijk hen in hun waarde te laten. Op andere momenten zijn deze mensen namelijk weer heel helder.’ Ze leert ook van de bewoners. ‘Zo kreeg ik laatst van een cliënt een ouderwets recept voor zuurkool uit de tijd dat zij nog een moestuin had. Ik heb het thuis gemaakt en het bleek echt een succesnummer, we hebben er heerlijk van gesmuld. Voor die bewoonster heb ik toen een portie meegenomen. Daar was ze heel blij mee.’

‘Ik ben pas echt tevreden als ik de mensen zèlf goed achterlaat’

Els de Vos, schoonmaker woonzorgcentrum Moerzicht, Yerseke

Schouder

‘Ik heb gewoon een zwak voor ouderen’, zegt De Vos. ‘Daar komt het op neer. De dankbaarheid die ze steeds weer tonen als ik er ben en hun huis heb schoongemaakt, is hartverwarmend. Geen dag is ook hetzelfde en iedereen is anders. Sommige mensen zijn bijvoorbeeld wat terughoudender. Ik kan er dan echt van genieten als zo iemand toch met een glimlach afscheid van me neemt als ik wegga.’ Tijdens de pandemie vond ze het werk wel zwaar. ‘We konden toen niet in de buurt van de bewoners komen vanwege de maatregelen, terwijl ze het soms zo nodig hadden even een arm om hun schouders te krijgen, al helemaal omdat er hele periodes ook geen bezoek mocht komen. Die eenzaamheid van sommigen ging me echt aan het hart. Ik vond het moeilijk daarmee om te gaan. Maar gelukkig is dat nu voorbij.'

Praatje maken

Eva Sousa-Ferreira (63) maakt maar liefst op vier plekken per dag schoon, in vier verschillende wijken in de regio Rotterdam: een apotheek in Krooswijk, kantoren in Zuid, de openbare ruimtes van een flat in Ommoord en een consultatiebureau in Krimpen aan den IJssel. ‘Mensen vragen me weleens: hoe houd je het allemaal vol?’, zegt ze lachend. ‘Maar zo zie ik het zelf helemaal niet. Ik ben niet anders gewend en vind het allemaal even leuk, zeg ik altijd.’ Bij de apotheek in de Krooswijk werkt ze inmiddels zeven jaar. Haar dienst begint er dagelijks om half zes. ‘Als de apotheek gesloten is, ga ik aan de slag. Ik zorg altijd dat ik er een kwartier eerder ben, zo rond kwart over vijf. Zodat ik in alle rust kan opstarten en nog even een praatje kan maken met de medewerkers die er dan vaak nog zijn. Zij zijn als een familie voor me: hele warme en hartelijke mensen. Ze vragen me altijd hoe het gaat als ik binnenkom en tonen veel waardering en respect. Dat maakt ook dat ik graag een stapje harder voor hen loop, al zijn ze altijd heel bescheiden in wat ze van me vragen.’

Eva Sousa-Ferreira, foto: Arie Kievit

Werkschema

Ze maakt dagelijks in de apotheek onder meer de balie schoon, de buitenkant van de kasten, de keuken, toiletten en de vloeren. ‘Soms pak ik een ladekast van binnen erbij als die leeg is, wanneer de apotheker me erom vraagt.’ Ramen zemen valt niet onder haar taken. ‘Daar komt een glazenwasser voor. Maar als ik zie dat er vingers op het glas zitten, haal ik die altijd wel even weg.’ Sousa-Feirreira werkt niet alleen op vier verschillende locaties, maar is ook in dienst van vier verschillende schoonmaakbedrijven. ‘In het begin moest ik daar wel aan wennen, ook omdat overal de procedures en werkschema’s anders zijn, inclusief de verschillende schoonmaakmiddelen en -attributen.’ Maar inmiddels heeft ze de planningen niet meer nodig. ‘Ik kan alles wel dromen en weet precies wanneer wat moet gebeuren.’

‘Ik kan alles wel dromen en weet precies wanneer wat moet gebeuren’

Eva Sousa-Ferreira, schoonmaker in Rotterdam

Schoonmaakmiddelen

Sousa-Ferreira werkt nu zo’n veertig jaar als schoonmaakster. In de loop van de tijd zijn de schoonmaakmiddelen bij bedrijven steeds milieuvriendelijker geworden, zegt ze. ‘Dat is een groot verschil met vroeger. Ik merk het ook aan mijn handen, het is veel minder bijtend materiaal allemaal.’ Wat ze de mindere kant van haar werk vindt? ‘Ik ben dagelijks veel tijd kwijt met reizen, omdat de locaties allemaal ver uit elkaar liggen. Om van Ommoord naar Zuid te komen, kost me bijvoorbeeld twee uur.’ Ze doet alles met het openbaar vervoer. ‘En mijn man haalt en brengt me na zijn werk.’ Die afwisseling van de verschillende plekken maakt het tegelijk ook leuk, zegt ze. ‘Ik zou het echt niet anders willen.