CNV en FNV: Minister, kom met long covid regeling, zeker nu Eerste Kamer dat ook wil

Op 17 februari dient het kort geding tegen de Nederlandse Staat, dat vakbonden CNV en FNV samen aanspannen om financiële compensatie voor zorgmedewerkers met long covid af te dwingen. De bonden lieten afgelopen december al weten dat zij, na 2.5 jaar praten, niet opnieuw een gesprek met de minister willen aangaan waarvan zij de randvoorwaarden bepaalt.

CNV en FNV eisen nu in kort geding, dat de Nederlandse Staat zorgmedewerkers met long covid financieel tegemoetkomt. De Staat heeft medisch personeel onvoldoende beschermd tijdens het eerste jaar van de coronapandemie en paste richtlijnen aan die in strijd waren met hygiëne- en arbo-richtlijnen. De uitspraak wordt binnen twee weken na de zitting verwacht.

150 miljoen compensatie

Vanmiddag heeft de Eerste Kamer een motie aangenomen, die het kabinet oproept €150 miljoen te reserveren voor slachtoffers van long covid in de zorg, die (deels) arbeidsongeschikt zijn geraakt omdat zij nog niet gevaccineerd konden worden en geen beschermingsmiddelen als mondkapjes beschikbaar hadden.

FNV-vicevoorzitter Kitty Jong: ‘We zijn erg blij dat de Eerste Kamer wil dat deze €150 miljoen in de begroting wordt opgenomen, precies het bedrag dat we eerder als FNV hebben gevraagd. Wij zijn al 2,5 jaar bezig om een regeling van de grond te krijgen. Maar door de vertragingstactieken die minister Helder steeds hanteert, hebben de zorgmedewerkers die inmiddels aan de grond zitten, nog geen euro ontvangen. Het kort geding hebben we precies met die reden aangespannen, omdat de financiële nood inmiddels zeer hoog is. Nu verwachten we binnen vier weken een uitspraak van de rechter. Maar het is natuurlijk absurd dat er een juridisch traject voor nodig is.’

Falend overheidsbeleid

CNV Zorg en Welzijnvoorzitter Gaby Perin-Gopie: ‘Wij hebben als bonden echt niet lichtvaardig besloten om naar de rechter stappen. Maar we moéten wel, want we hebben te maken met een minister met mooie praatjes die tegelijkertijd alles doet om niet de portemonnee te hoeven trekken. Het kan niet zo zijn dat ze deze motie naast zich neerlegt. Ik ben benieuwd hoe de rechter hiernaar kijkt.’