‘Ik voelde me er alleen voor staan’

Startende leraren willen betere begeleiding

Startende leraren vinden dat de begeleiding op de werkvloer beter moet. Dat blijkt uit de CNV-enquête 'Starters in het Onderwijs' onder zowel leden als niet-leden. Het belangrijkste verbeterpuntpunt in de begeleiding is volgens de respondenten (39 procent) dat elke beginnende leraar een coach zou moeten krijgen.

‘Ik had het gevoel er alleen voor te staan.’ Wessel Bantema (32) kan zich zijn startperiode als leraar, inmiddels ruim vier jaar geleden, nog goed herinneren. ‘Ik kwam net van de pabo. Op een basisschool in Leeuwarden waar ik mijn eerste baan kreeg, werd ik meester van groep 7.’ Het was meteen in het diepe, zonder zwembandjes, zegt hij. ‘Ik kreeg een overdracht en dat was het. Daar stond ik dan ineens voor mijn eerste eigen groep. Binnen het team was niemand beschikbaar voor begeleiding. Hier was geen tijd voor. Iedereen had het druk.’ Bantema begon met veel zin aan zijn eerste baan, maar liep al snel vast in dingen. ‘Ik wilde het graag goed doen. Een leuke, lieve leraar zijn voor de kinderen en op hoog niveau lesgeven zodat ze veel leerden. Ik wou, kortom, alles in één zijn, en wist niet goed welke rol ik moest aannemen. Ik vond het bijvoorbeeld moeilijk om orde te houden. Steeds probeerde ik het op een andere manier, maar het leek alleen maar averechts te werken. Het lukte me niet om de klas rustig te krijgen.’

Twijfel

Hij sprak er soms over met collega’s, die allemaal al langer voor de klas stonden. ‘Ik vond eigenlijk dat ik alles al moest kunnen en schaamde me dat ik nog zoekende was. Maar zij zeiden: je moet het als een vijfjarenplan zien. Het eerste jaar is loodzwaar, daarna wordt het steeds wat minder heftig.’ Bantema nam voor zichzelf een beslissing: ‘Ik geef het drie jaar. Als het dan nog steeds niet goed voelt, stop ik ermee.’ Hij ging inmiddels het tweede schooljaar in. ‘Dat was nog steeds heel pittig. Ik ging meer en meer twijfelen aan mezelf en voelde me machteloos. Stiekem dacht ik: wanneer zullen ze erachter komen dat ik eigenlijk helemaal niet geschikt ben voor dit vak?’

Stoppen

Verhalen als van Bantema zijn helaas geen uitzondering, weet Roelie Zijlstra van Leerkrachtcoach. Ze werkt als pabo-studentenbegeleider op NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden en coacht daarnaast leerkrachten, waaronder veel starters. ‘Zij komen vaak bij mij als het al bijna te laat is’, zegt ze. ‘Ze zijn dan al zo ontmoedigd dat ze erover denken te stoppen.’ Dat startende leraren zich niet goed raad weten in de beginperiode, is heel begrijpelijk, stelt Zijlstra, die zelf 17 jaar voor de klas stond. ‘Het is een complex vak dat heel overweldigend kan zijn als je net begint. Denk aan het voorbereiden van lessen, een klas draaien, omgang met ouders en de extra taken. Als je in al die zaken nog geen routine hebt opgebouwd, wat bij startende leraren het geval is, kost dat veel energie.’

Starters aarzelen om hun worstelingen voor te leggen aan collega's. Foto's: Carilijne Pieters

Onzekerheid

Daarnaast hebben starters zich de basisvaardigheden vaak nog onvoldoende eigen kunnen maken aan het begin van hun loopbaan, meent ze. ‘Neem het klassenmanagement of het geven van instructies. Wanneer een leraar dat soort vaardigheden nog niet goed onder de knie heeft, kan dat onzeker maken.’ De coach vergelijkt het leraarschap met autorijden. ‘Als je je rijbewijs hebt, mag je de weg op, maar je wordt pas een goed chauffeur in de jaren daarna als je er de nodige kilometers op hebt zitten. Bij startende leraren werkt het net zo. Pas in de praktijk leren zij het vak écht. Dat kost nu eenmaal de nodige tijd.’

Coachingstraject

Bantema kwam bij Zijlstra terecht in zijn tweede jaar als leraar. ‘Mijn schoolleider kwam met het idee van een coachingstraject nadat ik bij hem aanklopte.’ Zijlstra deed een intake met hem om het leerdoel te bepalen. ‘Ik laat trainees altijd benoemen waaraan ze willen werken, maar ook wat al wel goed gaat.’ Dat laatste is belangrijk om bij stil te staan, zegt ze. ‘Wat starters vaak in de weg zit, is hun onzekerheid en gebrek aan zelfvertrouwen. Door ook te kijken naar hun sterke punten, gaan ze alles in de juiste proporties zien en komt de realisatie dat het om een groeiproces gaat.’

Blinde vlekken

Zijlstra maakt altijd gebruik van beeldcoaching, waarbij ze de leerkracht met een camera filmt tijdens het lesgeven. ‘Dat is een methode die heel goed werkt, omdat iemand dan zelf ziet wat hij doet of juist niet doet. Het bewust worden van die blinde vlekken is vaak een enorme eyeopener.’ Bantema beaamt dit. ‘Ik wou het zo graag goed doen, dat ik eigenlijk te veel deed’, vat hij zijn startperiode voor de klas samen. ‘Als ik de lesstof uitlegde, ging ik er bijvoorbeeld zo in op dat ik vergat te kijken wat in de klas gebeurde. Daardoor hield ik kinderen letterlijk onvoldoende bij de les. Toen ik dat terugzag op beeld en begreep wat ik verkeerd deed, ben ik er in kleine stapjes mee gaan oefenen. Al snel ging het beter en had ik overzicht over de klas.’ Hij vervolgt: ‘Wat ik ook niet doorhad, is dat ik te veel in discussie ging met leerlingen. Op alles wat gezegd werd, reageerde ik. Door daarmee te stoppen, creëerde ik meer rust voor mezelf en dat straalde ook af op de klas. Verder heb ik geleerd meer structuur in mijn lessen aan te brengen, bijvoorbeeld door het digibord te gebruiken en daar de belangrijkste dingen op te schrijven. Dat biedt de kinderen houvast.’

Starters moeten ook naar hun sterke punten kijken en realiseren dat het om een groeiproces gaat

Roelie Zijlstra, pabo studentenbegeleider

Tekort schieten

Ook Carlijn Dijs (25) uit Sneek had het gevoel tekort te schieten toen ze net begon. ‘Ik startte in mijn eerste baan tijdens de pandemie, op een school voor speciaal onderwijs. Tijdens de opleiding heb ik niet geleerd hoe met het specifieke gedrag van deze kinderen om te gaan.’ Doe ik het wel goed?, vroeg ze zich vaak af. ‘Met name op het pedagogische vlak aarzelde ik soms. Vooral negatief gedrag vond ik moeilijk te hanteren. Mijn collega’s wilde ik niet lastig vallen met mijn worstelingen, zij waren allemaal druk.’

Kleine dingen

Na overleg met haar schoolleider startte Dijs het schooljaar daarop met een extern coachingstraject. ‘Het belangrijkste wat ik daarin heb geleerd, is dat ik op mezelf kan vertrouwen en de lat minder hoog mag leggen. Lessen hoeven niet altijd perfect te zijn. Daarnaast ben ik me bewust geworden dat ik duidelijker moet zijn naar de kinderen, ook in het leiding geven.’ Door kleine dingen net anders te doen, veranderde er veel, zegt ze. ‘Denk aan het uitdelen van de boeken en schriften. Eerst liet ik ze de leerlingen zelf pakken, nu wijs ik iemand aan of ik doe het zelf. Daarmee voorkom ik dat het hectisch wordt in de klas.’ Ze zit inmiddels ruim drie jaar in het vak. ‘De coaching heeft voor mij een groot verschil gemaakt. Mijn zelfvertrouwen is er door gaan groeien, en ik ben geduldiger geworden met mezelf.’ Bantema sluit zich daarbij aan. ‘Het heeft mij echt gered’, aldus de leerkracht. Dat hij begeleiding kreeg van een onafhankelijk iemand buiten de organisatie had voor hem een meerwaarde. ‘Daardoor voelde het veilig en kon ik me meer openstellen. Ik zou het elke starter aanraden.‘

Kijk voor meer informatie en juridische ins en outs over starten in het onderwijs en tips op:

www.cnvconnectief.nl/onderwijs/starten-in-het-onderwijs/

Starters in cao’s

Cao po, artikel 9.5: Startende leraar en zij-instromer recht op begeleiding door coach en recht op bijzonder budget voor beiden van 40 uur per jaar.

Cao vo, artikel 8.3: Startende leraar recht op reductie lesgevende taak met 20 procent gedurende eerste jaar en 10 procent in tweede jaar aanstelling.

Cao mbo artikel 2.3c, lid 3: Startende docent eerste 24 maanden arbeidsovereenkomst jaarlijks recht op reductie 6,25 procent normjaartaak voor inwerkactiviteiten.

Cao hbo, artikel M-1-e: Beginnend docent gefaciliteerd om Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid te halen. 46 procent van de respondenten is van bovenstaande niet op de hoogte.