Mondigheid

Özcan Akyol is schrijver, columnist, radio- en televisiepresentator en programmamaker

Er was een tijd, ongeveer dertig jaar geleden, dat allebei mijn ouders, een fabrieksarbeider en een schoonmaakster, ontevreden waren over hun situatie bij hun werkgevers. Het chagrijn over hun positie hadden ze niet zelf bedacht, maar iemand anders binnen de afzonderlijke organisaties. Ik weet nog goed dat we thuis bezoek kregen en dat aan hen werd uitgelegd dat ze te weinig verdienden en veel meer rechten zouden hebben.

Wat ik me ook herinner, is dat mijn ouders doodsbang waren om op te staan tegen hun bazen, bezwaard door het idee dat ze bij een grote mond per direct ontslagen zouden worden, daarom zagen ze hun bondgenoten veel meer als vijanden. Hun mondigheid kon zomaar het einde van de arbeidsrelatie betekenen.

Mijn ouders hebben nooit meegedaan aan protesten of stakingen. Ze waren te nederig en te bevreesd dat ze niet meer de huur konden betalen, of nog erger: hun kinderen voeden. Om die reden hebben zij zich decennialang schofterig laten behandelen, zowel als het ging om de betalingen als de omgangsvormen. Ze waren, als ik er nu aan terugdenk, moderne slaven.

Als er misstanden zijn, is dit wel het momentum om erover te praten

Özcan Akyol

De tijden zijn veranderd en dat zien we overal in de samenleving terug. Door de schaarste op de arbeidsmarkt durven veel meer mensen te staken en omdat ze weten dat er voor de meesten werk elders wacht, hoeven ze zich niet meer onderdanig te gedragen, een houding die overigens in elke sector ongezond is.

De werkgever is niet per definitie een boeman, maar hij heeft wel andere belangen dan de werknemer. Helaas zien we dit nog steeds terug in ingesleten omgangsvormen, zoals hierboven beschreven in mijn eigen geschiedenis. Nu wil ik niet iedereen oproepen om wild voor zijn eigen zaak op te komen, want dat zou plat populisme zijn. We leven echter wel in een tijd waarin werkgevers zich niet kunnen verschuilen achter duidelijke hiërarchische structuren. Dus als er misstanden zijn, is dit wel het momentum om erover te praten. Wees niet te bescheiden of gedwee. Daar ga je jaren later spijt van krijgen.