Opnieuw zeer teleurstellend overleg cao’s SW en Aan de slag

Tot hun grote teleurstelling en boosheid is het CNV en FNV niet gelukt om met VNG/Cedris een akkoord te bereiken voor tussentijdse verbeteringen van de cao’s SW en Aan de slag. Toch was er goede hoop om er afgelopen woensdag uit te komen met de werkgevers. Zodat er na de vele acties eindelijk wat extra’s in de portemonnee van de werknemers komt. Maar helaas lieten VNG en Cedris ons weten niet met een beter bod te kunnen komen dan hun voorstel van voor de zomerstop.

Zoals ook al in juli werd aangegeven, zit in het voorstel van werkgevers een verschil tussen de cao Aan de slag en de cao SW. Hoe zit dit?

Cao Aan de slag

Deze cao bestaat nu ruim 2 jaar. In die periode is het minimumloon wel gestegen, maar de lonen daarboven niet of nauwelijks. Gevolg: op de hoogste periodiek na, is het hele loongebouw van deze cao onder het minimumloon gezakt. VNG en Cedris stellen voor om de lonen zo te verhogen, dat het loongebouw zoals afgesproken in 2021 weer wordt hersteld. Voorbeeld: een werknemer die eind 2021 10 procent meer dan het minimumloon verdiende, is nu met zijn loon op het minimumloon terechtgekomen. Werkgevers stellen voor zijn loon weer op 10 procent boven het huidige minimumloon te brengen. Daarnaast stellen VNG en Cedris voor om in de cao Aan de slag de reiskostenvergoeding te verhogen van 10 naar 21 cent per kilometer. En, zoals we ook al in juli meldden: de ideeën over Aan de slag zijn hiermee nog niet ‘’af’’, maar de bonden zien het wel als een echte poging om eruit te komen.

Cao Sociale Werkvoorziening

Dat kan niet worden gezegd van het voorstel voor de cao SW: voor de SW-werknemers hadden werkgevers opnieuw niets nieuws te bieden. Anders dan bij de cao Aan de slag, kent de cao SW wel loonsverhogingen: de loonprijsontwikkeling (LPO). De hoogte van de LPO 2023 is nog steeds niet vastgesteld. Maar die zal uitkomen op iets meer dan 7 procent. Het eerste deel daarvan is volgens de cao SW afgelopen maand al uitbetaald: 3,13 procent loonsverhoging. Het restant van de LPO (rond de 4 procent) komt dan in januari 2024. Werkgevers blijven zeggen dat ze geen geld hebben om daar bovenop iets extra’s te doen. Sterker nog: als de bonden vasthouden aan verbetering van de reiskostenvergoeding, moet dat door de werknemers zelf betaald worden uit hun eigen LPO-loonsverhoging. Die loonsverhoging pakt dan ongeveer 1 procent lager uit.

Dit moet beter

Dat was dus voor de zoveelste keer ontzettend teleurstellend. Er zijn dan ook harde woorden gevallen. Maar duidelijk was ook, dat we woensdag niet verder konden komen. De komende week is er opnieuw contact met werkgevers en doen CNV en FNV nog een poging om alsnog tot een akkoord te komen. Tegelijkertijd gaan de bonden met de actieve kaderleden bespreken hoe hier verder mee om te gaan en wat hun te doen staat.