5 Tips voor jou als jonge leraar voor de klas

Het heeft voordelen als je als broekie of juist als ervaren rot in het vak voor de klas staat. Als broekie ben je veelal flexibeler om met veranderingen om te gaan en kun je je beter verplaatsen in de belevingswereld van je leerlingen die nú opgroeien. Als ervaren rot heb je naast de ervaring ook behoorlijk wat van de daarbij horende klassenwijsheid. Daartegenover staat dat je als broekie en ervaren rot óók te maken hebt met de nadelen van je leeftijd en/of ervaring. Vijf leraren delen in dit online artikel hun beste tips voor jonge en oudere leraren.

Zorg voor een goede werk-privébalans. Als je jong bent, wil je vol gas geven. Oudere leraren wijzen je erop dat het slim is om te ontspannen in de avonden en weekenden. Ga je naar huis? Laat je werk dan dus los. Oh, en geef je les aan studenten van een vergelijkbare leeftijd? Kies er dan voor om buiten je woonplaats les te geven. Als je de kroeg ingaat, wil je geen studenten tegenkomen.
Sjirksjoerd Jager (35), docent Rijn IJssel, Arnhem
Geef als startende leraar aan dat je goede begeleiding wil. Zeker als je fulltime gaat werken. Want dan komt er zoveel op je af. Ook al heb je met stages veel ervaring opgedaan. Zoek eventueel een leraar waarmee je een goede klik hebt. Om zorgen te delen en dingen te bespreken die je lastig vindt. Oudere leraren hebben heel veel kennis en ervaring om van te leren.
Anke Wijnen (21), lerares groep 6 en 7, Kindcentrum Puur Sang, Mierlo
Gebruik 50% van je tijd voor aandacht voor de groep en 50% voor het overbrengen van de lesstof. Want lesstof kan alleen overkomen als er geen “obstakels” zijn. Het is trouwens het makkelijkst als je lesgeeft aan kinderen met ongeveer dezelfde leeftijd als van je eigen kinderen. Probeer daarom, als het kan, om “mee te groeien” met je leerlingen.
René van der Drift (65), (al 34 jaar) leraar Nederlands, Rodenborch College, Rosmalen
Soms word je als jonge docent in het diepe gegooid. Laat van je horen en zorg ervoor dat je een coach krijgt. Een collega waarbij je te rade kunt gaan. Bijvoorbeeld als je tips nodig hebt om je lessen efficiënter voor te bereiden of als je je zorgen maakt om een student en niet weet hoe je de situatie het best kunt aanpakken. Vecht voor je persoonlijke ontwikkeling en vraag bijvoorbeeld een cursus aan.
Yasmin van der Haven (30), docent NHL Stenden Hogeschool, Leeuwarden
Onthoud dit – hele ouderwetse – motto: eerst vrezen, dan liefhebben. Je moet niet meteen proberen om door alle leerlingen leuk gevonden te worden. Eerst moeten ze respect voor je hebben. Dat krijg je door consequent te zijn. Als dit goed gaat, gaan de leerlingen je waarderen. Vraag ook op tijd advies: als het goed gaat en als het niet goed gaat. Als het goed gaat, vraag je wat je beter kunt doen. Gaat het niet goed, dan vraag je hoe je het goed kunt doen.
Evert W. de Jong (78), gepensioneerd leraar, oud-voorzitter PCO en oud-vice-voorzitter CNV Onderwijs