‘Ik herken gevoelens en klachten nu beter’

Inspirerend interview met Marieken Smeets, arbeidsdeskundige die een burn-out had

Marieken Smeets (48) helpt mensen aan het werk te blijven na ziekte. Sinds haar eigen burn-out heeft ze het idee dat ze haar cliënten beter aanvoelt en daardoor meer voor ze kan doen. ‘Ik herken gevoelens en klachten beter’, zegt ze, ’en misschien nemen ze eerder iets van me aan omdat ik nu écht weet waar ze het over hebben.’

Ze is geboren en getogen in het Limburgse Haelen. Ze is de middelste van drie meiden. Smeets: ‘Ik zat op de havo en ik wist nog niet wat ik wilde.’ Met een lach: ‘Waarom moet je ook zo jong kiezen in Nederland? Dat kan toch helemaal niet! Ik was als kind vrij creatief, dus dacht aan iets in die richting, totdat mijn handvaardigheidsdocent en mentor zei: “Zou je niet iets kiezen, waarbij je creatief kunt zijn én je hersens kunt gebruiken?” En zo kwamen we op ergotherapie. En dat was echt een schot in de roos. Een ergotherapeut bekijkt wat er medisch aan de hand is met een persoon, wat voor gevolgen dat heeft voor het dagelijks leven en hoe daar op een creatieve manier zelfstandigheid behouden kan worden.’

Boeiend brein

Tijdens haar werk in de kinderrevalidatie ontstond haar passie voor niet aangeboren hersenletsel. ‘Ik vind het brein echt heel boeiend: wat defecten daaraan teweeg brengen en hoe flexibel het brein is. Ik heb kinderen behandeld die echt heel ernstige hersenschade hadden en die dan toch uiteindelijk weer lopend en pratend naar huis gaan, dat geeft enorme voldoening. Zo kapot als iets kan gaan, zo flexibel kan het ook weer zijn.’ Smeets werkte tien jaar als ergotherapeut met kinderen en stapte daarna over naar de revalidatie met volwassenen met niet aangeboren hersenletsel. ‘Daar merkte ik dat er een kloof zit tussen revalidatie en werk. Wat worden deze mensen slecht begrepen in de maatschappij! Ze weten vaak zelf niet hoe ze het moeten aanpakken, wat nou precies hun beperkingen zijn op werkgebied, bijvoorbeeld waardoor ze toch zo moe zijn, en lopen dan vast. Terwijl ze nog heel veel arbeidsmogelijkheden hebben en die – met wat begeleiding – ook kunnen inzetten. Ik ben toen in het team Arbeidsexpertise begonnen als re-integratiecoördinator en heb me later omgeschoold tot arbeidsdeskundige.’ Cliënten komen in gesprek via haar werkgever Libra Revalidatie en Audiologie en via UWV, arbodiensten, werkgevers, verzekeraars en gemeentes. ‘Het gaat altijd om mensen met langdurig verzuim en complexe zorg: burn-out, oncologie, neurologie, audiologie, chronische pijn, houdings- en bewegingsproblematiek.’

Als je iets niet zelf gehad hebt, kun je het nooit helemáál snappen

Marieken Smeets
foto: Bert Jansen

Mogelijkheden

Smeets vindt het lastig dat haar werk pas begint als haar cliënt rond een jaar ziek is. ‘Pas dan word ik ingeschakeld. Vaak is een cliënt dan nog niet eens begonnen met re-integreren en dan moet je volgens de wet al een zogenaamd Tweede Spoor gaan adviseren, extern zoeken naar ander werk dus. Dan denk ik: geef die mensen even de ruimte om uit te zoeken of ze hun eigen werk nog kunnen doen.’ Ze zucht, denkt terug aan een leerlingbegeleider die ze onlangs begeleidde. ‘Haar werkgever schakelde mij in, omdat haar re-integratie niet goed liep. Gelukkig had mijn collega, een re-integratiecoördinator, haar al gezien en goed in kaart gebracht wat ze wel en niet kon met haar neurologische aandoening: ze kon 20 uur werken, ongeacht wat ze deed, en dat hoogstens 6 uur per dag. Ik heb toen haar functieprofiel geanalyseerd en met haar besproken welke taken ze wel en niet aankon. Daarna heb ik met de leidinggevende de mogelijkheden doorgenomen en gevraagd of zij bereid waren haar functie aan te passen aan haar mogelijkheden. Dat waren ze. Ik ben meegegaan naar het gesprek bij de arbeidsdeskundige bij het UWV, ze is gedeeltelijk afgekeurd en werkt 20 uur aan taken die tot haar mogelijkheden behoren. Eind goed al goed.’

Zelf burn-out

Inmiddels is Smeets ervaringsdeskundige: ze kwam enige tijd geleden in een burn-out terecht. ‘Het begon eigenlijk vijf jaar geleden: ik was in dienst voor dertig uur maar werkte er vijftig, ben alleenstaande moeder van twee kinderen, deed de opleiding tot arbeidsdeskundige. Ook na de studie bleef die drukte: ik kreeg een soort driedubbele rol van arbeidsdeskundige, ergotherapeut, re-integratiecoördinator. Toen ik de werkdruk aankaartte bij mijn leidinggevende, mocht ik mensen aantrekken in een flexibele schil om mij te ondersteunen. Maar als je zelf al helemaal overloopt, kun je dat eigenlijk niet organiseren. Daarnaast voelde ik me een beetje in mijn eer aangetast. Ik ben opgevoed met “niet mauwen maar poetsen”, zoals ze in het Zuiden zeggen: sterk zijn, alles kunnen, niet zeuren. Ik kreeg ook twijfels: is dit nou wat ik wil? Ik voelde me een productiemedewerker: ik had een gesprek, schreef een rapport, gesprek, rapport, etcetera. Ik miste de diepgang. Ik merkte dat vooral de rapportages me veel tijd en energie kostten. Ik ging ze uitstellen. Op een gegeven moment kwam ik terug van een gesprek, zat in de auto en dacht: dit gaat niet goed. Het zweet brak me uit, ik raakte buiten adem, zat te hyperventileren en had daar nogal duistere gedachtes bij.’

Ik ben nogal van “niet mauwen, maar poetsen"

Marieken Smeets

Moeilijk loslaten

De huisarts stuurde Smeets naar de praktijkondersteuner GGZ. ‘Daar ontdekte ik dat ik een enorm arbeidsethos en verantwoordelijkheidsgevoel heb: ik kan moeilijk dingen loslaten, vind dat ik alles zelf “hoor” te doen en te kunnen. Ook ontdekte ik dat ik nog zat met dingen uit het verleden. Ik ging naar een psycholoog en kreeg EMDR om trauma’s te verwerken. Dat hielp, maar de druk en opgejaagdheid bleven. Toen kwam corona. Na twee dagen thuiswerken én thuisonderwijs voor mijn kinderen, wist ik al dat ik dit niet vol ging houden. Ik zat op een gegeven moment bij de psycholoog en kon alleen maar huilen. En toen zei ze: “Jij gaat je nu ziekmelden op je werk. Je hebt een burn-out. Zo kun jij niet verder.” Ik sputterde nog wat, dat ik een afspraak had, dat ik niemand kon teleurstellen, maar ik moest. Mijn lijf wilde niet meer, mijn hoofd wilde niet meer. Ik ging een traject in van herstel, met ook weer momenten dat ik te snel wilde. Uiteindelijk heb ik alles uit de kast getrokken om te herstellen: voedingsadvies, holistische begeleiding, coaching, slaapadvies, ademhalingstherapie. Pas toen bleek dat mijn hormoonhuishouding en neurotransmitters niet goed werkten, dacht ik: ik ben echt ziek.’ Ze lacht: ‘Daar had ik al een half jaar voor nodig. Daarna is het herstel pas echt ingezet. In januari van dit jaar ben ik weer begonnen en nu zit ik weer op dertig uur. Nee’, lachend: ‘Geen vijftig uur meer!’

Zelf ervaren

Nog dagelijks merkt Smeets dat ze beperkingen heeft, precies die beperkingen die ze vaak ook bij haar cliënten tegenkomt. ‘Ja, mijn belastbaarheid is niet meer wat het was. Ik kan niet meer drie uur achter elkaar doortypen, ik moet regelmatig rustmomenten inbouwen, ik moet dingen opschrijven om ze niet te vergeten. Als ik bijvoorbeeld een gesprek met iemand heb gehad van twee tot drie uur, dan kan ik op de terugweg in de auto niet de radio aan hebben. Dat zijn te veel prikkels dan. Heel veel en heel snel moeten schakelen, vindt mijn brein ook niet zo fijn. Ik vind dat niet erg. Het is wat het is, voor nu. Het heeft wel mijn inlevingsvermogen in mijn cliënten vergroot. Ik heb nu zelf ervaren wat het is om je niet goed te kunnen concentreren, om prikkels niet goed aan te kunnen, om fysiek niet vooruit te kunnen komen. Ik denk dat ik ze hierdoor beter kan helpen. Ik merk dat mensen het fijn vinden dat ik het herken vanuit mijn eigen ervaring. En dat ze soms ook eerder adviezen van me aannemen. Als je iets niet zelf gehad hebt, kun je het nooit helemáál snappen.’