Van digibeet naar digiwonder

‘Er mag wel iets meer steun komen vanuit de overheid’

Zo’n 2,5 miljoen mensen in Nederland vinden werken met digitale apparaten, zoals een computer of smartphone, moeilijk. Ze zijn digibeet. Als je digibeet bent kan dit je hele functioneren belemmeren. Dat geldt voor ouderen en jongeren, maar ook voor nieuwe Nederlanders en mensen met een verstandelijke beperking. Toch communiceren we steeds meer via digitale middelen. Hoe nemen we iedereen mee naar de digitale tijd?

Van kaartjes kopen voor een theatervoorstelling tot vragen stellen aan een klantenservice, werk zoeken, een afspraak maken bij het ziekenhuis en je belastingzaken regelen. Je hoeft niet voor alles het internet op, maar het wordt wel steeds moeilijker om offline je zaken te regelen. ‘De lichte druk om dit soort dingen digitaal te doen, wordt steeds groter,’ zegt Sven Stijnman, woordvoerder van seniorenorganisatie KBO-PCOB.

Zelfredzaamheid

Heel veel senioren zijn vertrouwd met internet en weten hun weg op het wereldwijde web prima te vinden. Toch is er een groep ouderen waarvoor dit niet geldt. Stijnman spreekt geregeld senioren die digibeet zijn over de ‘problemen’ waar zij tegenaanlopen. Hij vertelt over ouderen die op een verkeerd linkje klikken in een mail en op die manier veel geld kwijtraken. ‘Je hoort zoveel in de media over internetcriminaliteit. Mensen kunnen daardoor bang worden om het internet op te gaan. Er zijn ook senioren die het wel geprobeerd hebben, maar hun vaardigheden zijn verloren door dementie of doordat ze slechter zien. Daarbij heb je in die leeftijdsgroep veel traditionele huishoudens, waarin de man altijd de bankzaken doet.’ Als die komt te overlijden, blijft de vrouw achter. Voor haar was het nooit nodig om iets online of digitaal te doen, en dan wordt ze er ineens mee geconfronteerd. Dan is hulp vragen niet altijd een optie. ‘Iedereen, of je nu jong of oud bent, wil zelfstandig kunnen leven en zo min mogelijk een beroep doen op een ander. Tegelijkertijd kunnen digibeten, waaronder senioren, zich buitengesloten voelen en het idee hebben dat er geen rekening met ze wordt gehouden. Hun zelfredzaamheid komt in het gedrang. En dat is wat niemand wil.’

Betrek digibeten bij de oplossing

Om de zelfredzaamheid te behouden, moeten er dus andere oplossingen dan ‘om hulp vragen’ komen. Bedachte oplossingen slaan vaak de plank mis. ‘Wie bedenkt er iets goeds? Dat zijn vaak mensen die al iets kunnen. Niet de digibeten zelf. Denk bijvoorbeeld aan de onlangs gelanceerde coronacheck-app, bedacht door een app designer. De allereerste app was niet geschikt voor oudere mobieltjes. Terwijl menig senior het afdankertje van kinderen of kleinkinderen krijgt. De app was van tevoren niet goed genoeg getest, kwam op de markt en werkte dus niet op alle mobiele telefoons.’ Stijnman vindt dat de mensen waarvoor iets wordt bedacht mee moeten worden genomen in de ontwikkeling. ‘Neem alle groepen die je wilt bereiken daarin mee. Is iets leesbaar als je niet goed ziet of kun je tekst op een website afspelen? Is de taal begrijpelijk voor mensen die laaggeletterd zijn? En noem zo maar op. Dat is veel breder dan de groep senioren. Betrek dus ook nieuwe Nederlanders en personen met een (verstandelijke) beperking in de voorfase van de productontwikkeling.’

Sven Stijnman: ‘Oplossingen slaan vaak de plank mis, omdat ze worden bedacht door mensen die al iets kunnen.’ (foto: Laura Cnossen)

Spelenderwijs leren

Met zijn ervaring bij de seniorenorganisatie KBO-PCOB heeft Stijnman zelf ook een idee om digibeten meer digiwegwijs te maken. ‘Je moet allereerst een digitaal apparaat hebben en weten hoe je dat moet gebruiken. Hoe je dat kunt leren? Met spelletjes. Bied leuke spelletjes aan, zoals Triviant, om mensen ermee vertrouwd te laten raken. Als je er maar lol in hebt, want dát is nodig om aan iets te beginnen. Uiteindelijk is het natuurlijk ook gewoon durven. Zo’n spelletje is in ieder geval de meest laagdrempelige manier om eraan te beginnen in plaats van meteen online je bankzaken te regelen. Spelenderwijs kun je makkelijk nieuwe dingen leren.’

Bied een alternatief

Het allerbelangrijkst om digibeten te helpen in de digitale wereld: ‘Wees digi-aardig voor mensen die niet digivaardig zijn. Het hoeft bijvoorbeeld niet erg te zijn als een bankfiliaal dichtgaat, als er maar een alternatief is. Zodat je je bankzaken ook bijvoorbeeld in een postkantoor of bibliotheek kunt doen. De vraag is dan wel: kan zo’n medewerker je daar bij alles helpen? En neem iedereen, zeker digibeten, erin mee als er iets gaat veranderen. Als iemand zijn bankzaken zelf online regelt, is het wel fijn als dit steeds in dezelfde omgeving kan worden gedaan. Nu veranderen de websites soms ineens en dan is het voor zo iemand lastiger om het allemaal terug te vinden. De communicatie hierover vanuit organisaties en bedrijven, zoals banken, moet beter. Zorg ook dat er altijd een telefoonnummer is om naartoe te bellen als iets niet lukt. Dat er een mens aan de andere kant jou kan helpen totdat je er meer vaardig in bent. Het gaat bij digibeten echt niet altijd extreem mis in de vorm van internetcriminaliteit. Vaak weten de mensen niet wat ze moeten en daarbij hebben ze hulp nodig.’ Stijnman benadrukt dat de hulp wel toegankelijk moet zijn. Nu wordt er ook samengewerkt met bibliotheken. Dat kan ook een drempel zijn. Je moet maar net durven binnen te stappen. Soms is een-op-een contact fijner. ‘Probeer die drempel zo laag mogelijk te maken voor de mensen.’

Taak voor de overheid?

Vanuit de overheid zijn er al diverse initiatieven opgezet. Zoals hulp in bibliotheken bij het invullen van de online belastingaangifte en Allemaal-digitaal.nl, een website om laptops en tablets te verzamelen zodat zoveel mogelijk mensen digitaal mee kunnen doen. Stijnman haalt het coalitieakkoord van het nieuwe kabinet aan. ‘Digitale vaardigheid is een speerpunt van het nieuwe beleid. Maar dit is vooral op de jeugd en scholen gericht. Er mag wel meer aandacht voor senioren en mensen met een migratieachtergrond komen. Vaak wordt hier te laat over nagedacht.’ Hij vertelt over de tabletcoaches voor leden van de KBO-PCOB. Senioren kunnen naar een bijeenkomst gaan of er kan iemand op huisbezoek komen om uit te leggen hoe je een tablet gebruikt. Dit kleinschalige een-op-een contact werkt heel fijn. ‘Het is alleen moeilijk om hier financiering voor te krijgen. Daar mag wel iets meer steun voor komen vanuit de overheid. Niet alleen voor dit initiatief, maar ook voor andere initiatieven in Nederland die zich richten op digibeten.’ Essentieel om van elke digibeet in Nederland een digiwonder te maken!

Family Fun App

Missing Chapter geeft in samenwerking met kinderen advies aan instanties en organisaties. Zo werd ook de Raad van Kinderen van de Lelyschool in Hilversum geraadpleegd om binnen families sámen de digitale wereld te ontdekken. Een idee van de kinderen: de Family Fun App. Deze app is voor de familie om de online en offline wereld met elkaar te verbinden. Je kunt met elkaar gamen, chatten, elkaar om hulp vragen en (digitale) dingen leren. Omdat kinderen snel nieuwe dingen kunnen leren, moeten zij de app uitleggen aan hun ouders, opa’s en oma’s.