Historisch akkoord: eindelijk gelijke beloning in primair en voortgezet onderwijs

Onderwijspersoneel in het primair en voortgezet onderwijs met gelijkwaardige opleiding, taken en verantwoordelijkheden krijgt voortaan ook een gelijke beloning. Na jaren van actievoeren is vandaag een onderwijsakkoord getekend tussen onderwijsbonden, werkgevers en het Ministerie van OCW met een grote structurele investering van in totaal 1,5 miljard euro in het onderwijs. Als uitwerking van dit akkoord tekenden de bonden en de PO-Raad bovendien een onderhandelaarsakkoord waarin de loonkloof tussen het primair (PO) en voortgezet onderwijs (VO) eindelijk wordt gedicht. Deze overgang naar de VO loonschalen betekent voor onderwijspersoneel in het PO niet alleen een salarisverhoging, maar ook een hoger schaalmaximum en een snellere doorgroei daar naar toe. CNV Onderwijs voorzitter Daniëlle Woestenberg: “Hier hebben we al sinds 2017 voor geijverd. Dit betekent erkenning en waardering van het waardevolle werk in het primair onderwijs. Het dichten van de loonkloof is een terechte en historische stap waar we meer dan blij mee zijn.” Met het vandaag gesloten onderwijsakkoord komt ook 300 miljoen beschikbaar voor verlichting van de werkdruk in het voortgezet onderwijs en 118 miljoen voor professionalisering van leraren. Ook zullen de arbeidsmarkttoelagen in ieder geval voor de komende 5 jaar worden ingezet met mogelijke verlenging. De bonden en de werkgevers maken de komende tijd afspraken over deze onderwerpen.

Uitdagingen voor de komende tijd

Woestenberg: “De hele samenleving heeft te maken met arbeidsmarkttekorten, met alleen het dichten van de loonkloof gaan we de tekorten in het onderwijs niet oplossen. We zullen de komende jaren met minder mensen toch kwalitatief goed onderwijs moeten geven. Dat betekent ook dat we breder moeten nadenken hoe we dat gaan aanpakken. Daarom hebben we bij het onderwijsakkoord als bonden met de minister en de werkgevers hiervoor ook een gezamenlijke werkagenda vastgesteld. Hierbij draait het om slim samenwerken, professionalisering, loopbaanperspectief, tekorten en instroom en bevoegdheden. CNV Onderwijs wil daarbij ook expliciet kijken naar mogelijkheden om het onderwijsondersteunend personeel (OOP) duidelijk herkenbare functies met meer carrièreperspectief te geven. We zullen ook goed in de gaten houden of de gelden waar we nu afspraken over gemaakt hebben op de goede plek terecht komen.”

Praktische uitwerking

Hoeveel onderwijspersoneel in het primair onderwijs er met dit akkoord op vooruit gaat, is afhankelijk van de functie en de persoonlijke situatie van inschaling. Iedereen in het PO wordt één op één overgezet van hun PO schaal naar de VO schaal en met een minimale verhoging van 2% per direct. Daar waar het verschil in beloning groot is met het VO kan deze overzetting veel forser uitpakken. Voor leraren kennen de VO schalen 12 treden en de huidige PO schalen 15. Hierdoor zullen de schaalmaxima voor hen veel eerder in zicht komen. Niet alleen het PO, maar ook het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) gaat in dit akkoord over naar de loonschalen van het VO. Het dichten van de loonkloof betekent ook dat het onderwijspersoneel in het PO voortaan niet 6,3% eindejaarsuitkering krijgt, maar net als het VO 8,3%. Het onderhandelaarsakkoord over het dichten van de loonkloof zal door de sociale partners nog aan de leden ter goedkeuring worden voorgelegd. Zodra alle partijen akkoord zijn kan het akkoord definitief worden getekend en worden de nieuwe inschalingen uitbetaald, met terugwerkende kracht tot 1 januari van dit jaar.

Nog geen loonafspraken over 2022

De akkoorden van vandaag hebben geen betrekking op de loonruimte die voor 2022 aan de cao tafels van PO en VO verdeeld gaat worden. De komende tijd zullen dus zowel voor het po als voor het vo cao onderhandelingen plaatsvinden waarin gesproken wordt over verzachten van inflatie-effecten, reiskostenvergoeding en andere cao-onderwerpen. De jaarlijkse loonsverhoging komt dus voor zowel PO als VO nog op een zo kort mogelijke termijn. Daarbij zal bijzondere aandacht uitgaan naar het voorkomen van een nieuwe loonkloof.