‘Rouw is niet te sturen’

Naam: Rianne Waanders

Functie: Regiodirecteur bij een zorginstelling (’s Heeren Loo)

Verlies: Verloor in 2021 haar man aan een hersentumor

In april 2019 hoort Kees Vos, de man van Rianne Waanders, dat hij een hersentumor heeft. Een glioblastoom graad vier: het zwaarste stadium. Kees blijkt ongeneeslijk ziek en een behandeling werkt enkel verlengend. Uiteindelijk overlijdt hij in juli 2021. Rianne bleef in de tussentijd werken en ging zeven weken na zijn overlijden weer aan de slag: ‘Ik heb me altijd verantwoordelijk gevoeld voor mijn werk.’

‘Kees en ik waren jeugdliefdes, ik was nog geen 18 toen ik hem leerde kennen. Ik zat op de middelbare school, hij was student aan de Kunstacademie. Een mooi verschil dat ons hele leven een rol heeft gespeeld. Ik ben erg organisatorisch ingesteld, hij niet.’

Slecht nieuws

In 2019 werkte ik als zzp’er in de zorg en kreeg ik een telefoontje dat Kees onwel was geworden. Hij had een epileptische aanval gekregen en raakte buitenbewustzijn. In het ziekenhuis bleek het foute boel: op een scan zagen z’n hersenen er niet goed uit. We voelden aan alle kanten dat er iets niet in de haak was. Later hoorden we inderdaad dat het een kwaadaardige hersentumor was in het zwaarste stadium. De neurochirurg vertelde ons dat behandelingen alleen zijn leven konden rekken.’

Wat kan er wel

‘Het was een enorme mokerslag. Ik stond meteen in de regelmodus, Kees reageerde voornamelijk angstig. ‘Dit was het dan’ zei hij. Ik keek vooral wat er nog wel mogelijk was. Hij kreeg een standaardbehandeling met chemo en bestralingen, met twee ernstige complicaties en opnames als gevolg. Gek genoeg zijn die opnames voor hem heel belangrijk geweest in zijn verwerking. Hij lag samen met drie andere ernstig zieke mannen op een kamer en ze hebben veel lol met elkaar gehad. Daar heeft hij geleerd dat je toch nog plezier kan halen uit het leven, ondanks dat je ongeneeslijk ziek bent.’

Andere keuzes maken

‘Werk gaf me afleiding tijdens zijn ziekte. Ik was destijds zzp’er, stoppen was voor mij geen optie. Tegelijkertijd vroeg een zorginstelling of ik regiodirecteur wilde worden. Eerst bedankte ik. Maar daarna daalde het besef dat onze toekomst onzeker is en dat een vaste baan ook meer vastigheid biedt. Ik besloot in dienst te gaan. Voor ons was de coronaperiode een ‘zegen’, we konden veel samen zijn. Op een MRI, begin 2021, bleek de tumor weer gegroeid en qua behandeling kon er niets meer gedaan worden. De zorg werd aan de huisarts overgedragen. De neuroloog zei me: ‘Doe nu de dingen die jullie leuk vinden, ik schat dat het nog maar een paar weken duurt.’ Vanaf dat moment gaf mijn werk aan dat ik palliatief verlof kon opnemen. Dat heb ik gelijk gedaan.’

Schuldgevoel

‘Palliatief verlof is volgens onze cao 3 maanden. Maar na 3 maanden was Kees nog niet overleden. Dat is gek, het leven neemt zelf de leiding. Mijn werk gaf aan dat het ze het verlof konden verlengen, maar dat ik moest nadenken over wat ik wilde. Daar kreeg ik veel stress van. Ik voelde me óók zo verantwoordelijk naar mijn werk. Achteraf denk ik: waarom eigenlijk? Ik zou nu wel van de daken willen schreeuwen dat er niks belangrijkers is dan bij je zieke man zijn. Ik verlengde het verlof. Het ging slechter met Kees, maar ook het verlengde verlof liep bijna af. Daar werd ik zenuwachtig van. Ik ging oplossingen zoeken voor wie op Kees kon passen als ik weer zou werken. Gelukkig zag ik op tijd in dat dat helemaal niet kon. Ik nam mezelf voor dat ik onbetaald verlof zou opnemen als de drie maanden voorbij waren. Ironisch genoeg is Kees op de laatste dag van mijn verlof overleden.’

De dagen daarna

‘En dan ga je plat gezegd de zakelijke kant zien van dit proces: na het overlijden heb je wettelijke verlofdagen tot en met de begrafenis. Ik weet niet meer precies hoe het is gegaan, maar ik voelde dat ik nog niet aan het werk kon. Ik had een intrinsieke overtuiging: ik ben niet ziek, dus ik ga me ook niet ziekmelden. Daarom koos ik ervoor om zeven weken onbetaald verlof op te nemen. Vanuit mijn werk kwam de reactie dat dat een mooie periode was.’

Tijd om te rouwen

‘Hoewel mijn werk zich open opstelde en meedacht, werd me niet gevraagd of ik het ook zou redden in die zeven weken. Achteraf heb ik misschien wel mensen zand in de ogen gestrooid. Toen ik weer aan de slag ging, wist iedereen van het overlijden van Kees. Maar na een paar weken gaat men alweer snel over tot de orde van de dag. En voor je het weet heeft niemand het er meer over. Ik besloot elke acht weken een ‘Kees-week’ in te lassen. Ik nam vrij om iets te doen, bijvoorbeeld het Pieterpad te bewandelen en actief met mijn rouw bezig te zijn. Dit was bewust geen vakantie. Een Kees-week maakte het voor mij verbindend, mijn collega’s beseften opnieuw dat ik in een rouwproces zat en het werd weer even benoemd.’

Rouw valt niet te plannen

‘Zelf heb ik ook een leidinggevende functie en ik vind dat we losser met rouw om moeten gaan. Iedereen vindt het enorm ingewikkeld om het over dit soort thema’s te hebben. En dat hoort niet. Er moet meer bewustwording komen. Rouw is een gek ding. Het zit zo ontzettend in je lijf en laat zich niet sturen. Ik heb het zelf op de een of andere manier geprobeerd te plannen, maar het laat zich niet plannen. Het komt op de meest gekke momenten binnen. Daarom is het belangrijk dat je als werkgever ruimhartig bent. We hoeven echt niet al die uren te schrijven. Het allerbelangrijkste wat je kunt doen is meeleven en ruimhartig denken. Daar maakt echt niemand misbruik van.’

De vraag achter de vraag

‘Met dit soort levensgebeurtenissen is de verbinding tussen leidinggevende en medewerker ontzettend belangrijk. Kijk ook naar de vraag achter de vraag. Bedoelt iemand dat ook daadwerkelijk, of zit er iets achter? En stel zelf ook vragen, óók tussentijds. Misschien zegt diegene wel binnen een paar weken er weer te zijn, maar is dat ook wel haalbaar? Dat soort dingen. Of bepaalde data onthouden. Want waarom onthouden we een verjaardag wel, en een overlijdensdatum niet? Het is echt een kleine moeite om tegen iemand te zeggen: ‘Ik weet dat dit een lastige week voor je is, maar ik denk aan je.’

Weer op de rails

‘Sinds het overlijden van Kees heeft werk een andere betekenis gekregen. Ik besef me dat ik me soms te verantwoordelijk heb gevoeld. Ik heb met veel gedrevenheid gewerkt, opdat een ander niet kon zeggen dat mijn werk eronder leed. Werk moet geen vlucht worden, dat heb ik onlangs ingezien. Ik word binnenkort oma, dat zette me met de benen weer op de grond. Dit leven is er ook nog en hier draait het om. Dit ongeboren schepseltje heeft me weer op de rails gezet. Ik kijk enorm uit naar de geboorte!’

Aanvragen handreiking 'Hoe werkt rouw?'

Werkgevers, leidinggevende en collega’s spelen een belangrijke rol bij de duurzame inzetbaarheid van een rouwende werknemer. Om bedrijven te helpen bij de re-integratie van een collega in rouw, ontwikkelde CNV de handreiking Hoe werkt rouw?. Het boekje bevat praktische adviezen voor bedrijven in het begeleiden van werknemers.