'De CNV Innovatie Boost brengt kleine stukjes innovatie bij elkaar'

Hoe ziet innoveren er nu eigenlijk uit? Valt innovatie onder je dagelijkse werkzaamheden? Moet het altijd nieuw en anders? Zulke vragen kwamen naar boven op het CNV Kennisfestival om de Innovatie Boost te vieren. In het veelzijdige innovatietraject gingen vier organisaties, waarvan twee binnen zorg en welzijn en twee binnen onderwijs, aan de slag met zowel nieuwe als oude ideeën. Onder begeleiding van door CNV opgeleide innovatie-experts tackelden ze in een half jaar elk een uitdagend vraagstuk binnen hun eigen organisatie. We kwamen bijeen om te zien hoe dat is gegaan, de inzichten te vieren en van elkaar te leren.

Het Kennisfestival vond plaats in De Moestuin in Utrecht. CNV voorzitter Daniëlle Woestenberg opent het evenement met haar visie op innovatie: ‘Het is tijd om te pionieren! Zowel zorg als onderwijs zijn de bakermat van arbeidsvraagstukken. Tekorten maken dat je dingen anders moet doen dan je gewend bent.’ Daarop start het doen van nieuwe dingen direct, met een muzikale innovatiesessie: de trommelworkshop van Nico van Asdonck. Wat eerst klonk als losse djembéslagen, geklap en gestamp wordt al snel een ritmisch geheel. Mooi, alle neuzen, of eigenlijk: oren, dezelfde kant op. Tijd voor de innovatiesafari! Daar lichten de vier organisaties hun inzichten en uitdagingen uit de Innovatie Boost toe.

CNV Innovatie Boost: het begint met perspectief

Waar begint innovatie? Het CNV traject start met een kick-off probleemverkenning om het vraagstuk aan te scherpen. Hierin helpt het om niet te snel en teveel te willen, vertellen Saskia Verwoerd en Iris Dijkema van basisschool Oranjerie. ‘We hadden heel veel ideeën en wilden alles groots uitvoeren. De innovatiebegeleiders hielpen ons in het verkleinen van onze blik.’ De basisschool worstelt al jaren met het vastleggen en visueel maken van het talent van hun leerlingen. Het blijkt een uitdaging om een werkwijze te vinden die bij de visie past. Het innovatietraject bracht hen een overvloed aan ideeën. De verrassing kwam van vroeger. Saskia: ‘We hebben geleerd dat innoveren ook draait om terugkomen op oude ideeën en daar creatief in te zijn. Niets is ideaal. Richt je aandacht op wat wél kan.’

Saskia Verwoerd en Iris Dijkema (midden) met innovatiebegeleiders Marcia van der Wens (links) en Nese Özgan (rechts)

Methoden die relevant blijven

Zulke inzichten beklijven. Innovatie-expert Arianne Bijkerk-De Bruijn begeleidde voortgezet onderwijsinstelling Penta: ‘Ik geloof in de methodes van de Innovatie Boost. We gaan met een specifiek vraagstuk aan de slag, maar de werkvormen zijn toepasbaar op veel kwesties en situaties. Dat is een mooie bijvangst.’ Het vraagstuk waar Penta aan sleutelde was meer communicatiegericht onderwijs voor de moderne vreemde talen. De probleemstelling groeide uit tot een drie-in-een oplossing: heuze ‘taaldagen’. Daar krijgen leerlingen de kans op meer geïntegreerd taalonderwijs, gericht op spreekvaardigheid. Dit idee werd verder uitgewerkt en aangescherpt in een brainstormsessie. Daar ondervond Penta de toegevoegde waarde van haar eigen scholieren. ‘Zij zijn tenslotte de doelgroep. De leerlingen in het testpanel gaven niet alleen relevante feedback, maar kwamen zelf ook met nieuwe ideeën,’ vertelt collega innovatie-expert Rosan Derkx.

Draagkracht creëren én behouden

Hoe ga je dan van probleem naar oplossing? ‘Gewoon proberen!’ moedigt George Wesselius aan. Hij en Pauline Swart zetten zich het afgelopen half jaar in om de interdisciplinaire samenwerking tussen teams te vergroten binnen jeugdzorgorganisatie Parlan. Terwijl zij over hun innovatietraject vertellen, delen ze bijzondere accessoires aan hun luisteraars uit: haarbanden met schapenoortjes. Samen met hun collega’s gingen zij namelijk over de dam. Ze bewogen van een ‘ja, maar’- naar een ‘ja, en’-houding. In plaats van te blijven vragen of dat wel mag en tijd of geld voor is, streven George en Pauline naar meer samen doen.

Zo’n cultuurverandering geeft richting. Innovatiebegeleiders Jeanke van Reenen en Eline Ossevoort waren de motoren achter het proces bij Parlan. Zij waren er om te inspireren, mee te sparren én kwamen nooit langs zonder lekkere hapjes. Jeanke: ‘We waren onder de indruk van hun aanstekelijke enthousiasme en gedrevenheid. Je moet niet alleen draagvlak creëren, maar ook behouden. Dat deden ze heel goed en creatief. Alles ging om een duidelijk doel: het gezin staat centraal.’

De gouden tip: houd je aan je planning!

Deelnemer George Wesselius

‘We kijken samen hoe ver, maar ook hoe we verder komen,’ zegt George. ‘Daarin is het belangrijk om innovatie prioriteit te geven. De gouden tip? Plan ruim van tevoren sessies in en houd je eraan!’ Pauline ziet innoveren als onderdeel van het werk. ‘Het hoort erbij. De steun van onze leidinggevende was heel fijn. Hij zei: “ga het maar doen, de rest regel ik”. Toen was het een kwestie van onderling eigenaarschap en intrinsieke motivatie creëren. We nodigen onze collega’s steeds opnieuw uit en blijven zaken op de agenda zetten.’ Dat werkt: inmiddels is initiatief nemen meer regel dan uitzondering en lopen samenwerkingen parallel.

Organisatiebreed en daar voorbij

Ook Lysanne Vrooman, van zorgorganisatie Humanitas DMH, ziet de spanning tussen tijdtekort en innovatie. ‘Het kan als iets extra’s voelen, een verdieping náást je dagelijkse werkzaamheden. Ik zou innovatie liever zien als onderdeel van je werk. In een ideale wereld zou iedereen er een aantal uur per week aan besteden.’ Daar hielp de CNV Innovatie Boost bij, vult Lysanne aan. ‘De deadlines waren een goede stok achter de deur. Je moet iets opleveren, dus je moet aan de slag.’

Pauline Swart en George Wesselius
Lysanne Vrooman vertelt over de weg naar innovatie

Als zorgorganisatie voor mensen met een lichtverstandelijke beperking ging Humanitas DMH tijdens de Innovatie Boost op zoek naar een manier om al hun cliënten een zinvolle daginvulling te bieden. Daarin bleek de samenstelling van de collega’s die zich inzetten voor innovatie van grote waarde. Dit waren mensen uit alle lagen van de organisatie: projectleiders, managers en ambulant begeleiders. Lysanne ziet dat als een grote kracht. ‘Door mensen met verschillende rollen samen te brengen, kunnen we beter zien wat werkt, over de hele breedte van de organisatie. Zo kwamen we tot concrete producten: een brochure en training voor zorgmedewerkers. Nu kunnen we verder met concrete resultaten. Die gaan we finetunen en grondiger testen.’

Ook de vanuit CNV aangedragen Frisse Blik hielp het vraagstuk verder uit te diepen en vorm te geven. Marketingspecialist Hessel van der Veen droeg zijn steentje bij: ‘Het was leuk en soms wat verwarrend wegens nieuwe termen en werkwijzen in de zorg. Opvallend was de hoeveelheid passie bij medewerkers. Het was mooi om hen los te mogen weken van de alledaagse taken. Zo kwamen we samen tot gave oplossingen.’ Daar ligt de kracht van het traject, vervolgt hij. ‘De Innovatie Boost brengt overal kleine stukjes innovatie bij elkaar.’ Lysanne vult aan: ‘Het was verfrissend om de commerciële kant in het licht van zorg te zien. Soms moet je investeren, om op langere termijn te besparen.’

Samen falen

Soms voelt een probleem te groot. De CNV Innovatie Boost laat zien dat ogen van buitenaf helpen. De volgende uitdaging is dan niet meer het vinden van een oplossing, maar er een te kiezen. Wat als het mislukt? Kennisfestival host en CNV projectleider Malika Habouria heeft advies: ‘Train je failability en erken het proces. Hoe meer je faalt, hoe minder erg je het vindt.’ Dat was fijn te horen, na hard vallende XL-Jengablokken en een grote afgang voor de meeste teams in de befaamde spaghetti-marshmallow proef.

Innoveren gaat met vallen en opstaan, zolang we het maar doen. Want innovatie blijkt niet alleen goed voor werkresultaten, maar ook voor werkwijzen. Céline de Krom, projectleider CNV Innovatie Boost, legt uit: ‘Het blijkt dat hoe meer zeggenschap professionals in zorg en welzijn over de inrichting en uitvoering van hun werk hebben, hoe meer werkplezier zij ervaren. Daarmee vermindert uitval en uitstroom. De Innovatie Boost is voor mij een creatieve manier om zeggenschap aan medewerkers te geven.’

CNV Projectleider Céline de Krom en Frisse Blik Hessel van der Veen

‘Het geluid moet ruimte krijgen. Dan wordt het idee van iedereen.’

Projectleider CNV Innovatie Boost Céline de Krom

Het is belangrijk dat iedereen bij het innovatieproces betrokken is. Mensen uit verschillende rollen, afkomstig uit alle lagen van de organisatie, denken mee tijdens het traject. Dat schuurt soms, maar biedt ook mogelijkheden, vertelt Céline: ‘Het geluid moet ruimte krijgen. Dat hoorden we vandaag bij het letterlijke tromgeroffel, maar zien we ook terug in actiesessies. Het is goed om samen bewust te worden van waar de weerstand of angst voor risico’s vandaan komt. Juist in sectoren als zorg en welzijn waar mensen met grote betrokkenheid en passie werken. Door elkaar te zien en horen, kunnen we elkaars ideeën benutten en samen vooruit. Dan wordt het van iedereen. Daar ligt de kracht van de Innovatie Boost: het wordt gedragen door medewerkers.’

En nu?

Na twee jaar Innovatie Boost worden vervolgplannen gesmeed. CNV wil graag organisaties en medewerkers blijven ondersteunen in vraagstukken die zij in de praktijk ervaren. Ook interesse om een uitdaging binnen jouw organisatie onder handen te nemen met behulp van de CNV Innovatie Boost? Neem contact op met Céline de Krom via c.dekrom@cnv.nl!