Werkagenda mist essentiële dingen
Dat er extra geld naar het mbo gaat is goed. ‘Daar waar er altijd veel aandacht was voor primair en voortgezet onderwijs is het goed dat er nu ook extra komt voor het mbo.’ Tegelijkertijd spreekt voorzitter CNV Onderwijs Danielle Woestenberg haar twijfels uit over de mbo werkagenda en de uitvoering ervan. ‘Er ontbreken essentiële dingen. Zo gaat er veel aandacht naar studenten maar is er te weinig voor de docenten die het werk moeten doen. Daarnaast is er geen aansluiting met de werkagenda’s van primair en voortgezet onderwijs, waar de bonden - anders dan bij dit stuk - wel betrokken zijn bij de uitwerking.’
Inspraak uitvoering werkagenda
CNV Onderwijs betreurt het dat de bonden inhoudelijk niet betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van de mbo-werkagenda. De essentiële raadpleging met de achterban, de mensen die in het mbo werkzaam zijn, is er niet geweest waardoor inbreng van de werkvloer mist. Een gemiste kans. CNV Onderwijs ziet graag dat bonden inspraak krijgen bij de uitvoering van de plannen zodat het geld op de goede plekken terecht komt willen. Om verbetering van de sector te realiseren is vermindering van de werkdruk belangrijk, een beter carrièreperspectief voor docenten nodig en zijn afspraken over een verhoging van het aantal LC en LD docenten noodzakelijk.
Werkagenda mbo
In de werkagenda heeft minister Dijkgraaf drie prioriteiten centraal gesteld: het bevorderen van kansengelijkheid voor mbo-studenten, het verbeteren van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt, inclusief stages, en het verbeteren van onderwijskwaliteit, ook via onderzoek en innovatie. Hiervoor is het mbo structureel 370 miljoen euro extra beloofd en daarbovenop nog een eenmalige injectie. Begin november gaat de minister in debat over zijn inzet voor het mbo. Bekijk hieronder de inzet werkagenda mbo zoals deze door minister Dijkgraaf is gelanceerd.
