Onderhandelingsresultaat cao voor openbare bibliotheken

Na bijna vier maanden onderhandelen hebben CNV, FNV en VOB een onderhandelingsresultaat bereikt over een nieuwe cao openbare bibliotheken (cao OB). De looptijd van de nieuwe cao OB is twee jaar vanaf 1 april 2024.

Met dit resultaat hebben cao-partijen een goed evenwicht weten te vinden tussen koopkrachtherstel en -verbetering voor werknemers, de financiële mogelijkheden van werkgevers en de aantrekkelijkheid van de OB-branche als (potentiële) werkgever. Deze cao OB sluit aan bij maatschappelijke- en arbeidsmarktontwikkelingen en de uitdagingen waar de OB-branche voor staat. Daarbij passen betere en modernere primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden voor werknemers. De nieuwe cao heeft aandacht voor de kosten van woon-werkverkeer, individuele keuzes, ontwikkeling, sociale veiligheid, diversiteit en inclusie.

Cao-partijen hebben de cao-tekst leesbaarder, moderner en inclusiever gemaakt. En zij laten deze aantrekkelijk en toegankelijk vormgeven. Cao-partijen streven ernaar de nieuwe tekst in juni 2024 te publiceren, inclusief de afspraken in dit onderhandelingsresultaat. In de branche zijn ruim 7.500 werknemers en ruim 25.000 vrijwilligers werkzaam bij circa 140 werkgevers.

Cao-partijen zijn positief over dit resultaat en leggen het nu aan hun leden voor. De uitkomst daarvan is duidelijk rond 24 mei 2024. De belangrijkste afspraken zijn op hoofdlijnen:

Looptijd

De ingangsdatum van de nieuwe cao OB is 1 april 2024. De cao OB eindigt op 31 maart 2026. De langere looptijd van 24 maanden zorgt voor rust, duidelijkheid en stabiliteit, zowel voor werkgevers als werknemers.

Koopkracht

Werknemers gaan er flink op vooruit. In totaal is de stijging tijdens de looptijd van de cao OB 9,75%. Dit is exclusief een flinke verbetering van de regeling voor reiskosten woon-werk.

Salaris

De bruto maandsalarissen worden verhoogd met:

  • 4% per 1 juli 2024;
  • 3,75% per 1 juli 2025;
  • 1% per 1 januari 2026.

Eindejaarsuitkering

De eindejaarsuitkering wordt verhoogd:

  • met 0,5% punt tot 4,5% per 1 juli 2024;
  • met 0,5% punt tot 5,0% per 1 juli 2025.

Reiskosten woon-werk en dienstreizen

Per 1 januari 2025:

  • bedraagt de reiskostenvergoeding woon-werk € 0,23 bruto per kilometer;
  • vergoedt de werkgever de eerste vijf kilometer enkele reis woon-werkverkeer niet aan de werknemer (nu is dat nog 10 km);
  • gaat een maximumaantal kilometers van 50 km gelden voor een enkele reis woon-werkverkeer;
  • vergoedt de werkgever de werkgerelateerde kosten van openbaar vervoer volledig aan de werknemer tegen het laagst mogelijke tarief.

De werkgever mag met instemming van de OR of PVT afwijken van de regelingen reiskosten woon-werkverkeer en reis- en verblijfkosten dienstreizen.

CNV is verheugd dat we nu, na deze lange periode, dit gezamenlijke resultaat met een positief advies, mede namens de betrokken kaderleden, aan jullie kunnen presenteren. Leden ontvangen een stemmogelijkheid per mail.