Voor leden van CNV Onderwijs is een van de belangrijkste punten het carrièreperspectief. Dit blijkt uit een eerdere enquête over de cao mbo. Momenteel is het lastig om carrière te maken als docent in het mbo, tenzij je niet meer voor de klas staat. Terwijl je juist in tijden van lerarentekort, maar eigenlijk altijd, goede docenten wil belonen en voor de klas wil houden.
CNV Onderwijs was gisteren aanwezig om het debat live in de Tweede Kamer te volgen. Een aantal punten viel daarin op:
-De minister is helaas niet ''streng'' genoeg m.b.t. de middelen voor de functiemix. Hij wil randvoorwaarden stellen, maar deze zullen niet hard zijn.
-Ook ontbreekt de controle en handhaving op de carrièrepaden, dit is al jaren zo en helaas zien we het aantal docenten in de laagste functie (LB) alleen maar toenemen.
-De minister wijst naar de bonden en MBO Raad als cao-partners, om afspraken te maken over de functiemix. CNV Onderwijs vindt dat de minister als financierder hier strenger op moet controleren. Niet alleen op de uitgaven, maar zeker ook op het behalen van de doelstelling: meer docenten die carrière kunnen maken, ook voor de klas.
Voor CNV Onderwijs is ondertussen duidelijk wat er momenteel mist in het mbo:
-Een goed stelsel van opleiden en bevoegdheden.
-Zeggenschap over ruimte en tijd voor professionalisering.
-Aantrekkelijk loon en carrièreperspectief voor alle functies in het onderwijs.
-Erkenning voor, en ondersteuning van, de professionele autonomie.
-Aanpak van de werkdruk.
Volgende week wordt het debat vervolgd.
Foto: Danielle Woestenberg en Kelly Bolsenbroek van CNV Onderwijs volgden het debat in de Tweede Kamer.
