Een proactieve MR: een win-winsituatie

Hoe kan een MR verder komen dan een rondje om de kerk en hoe kan de raad uitgroeien tot een proactieve partner van het bevoegd gezag?Wat is het belang van goede medezeggenschap eigenlijk voor een schoolleider? En hoe kun je dat versterken? Matthijs Stemmer, zelf oud-schoolleider en tegenwoordig trainer en adviseur van MR-en namens CNV Academie, legt het uit. “De taak van een schoolleider is soms niet makkelijk, maar neem de MR altijd serieus. En onderschat vooral de ouders niet.”

Tijdens zijn werk als trainer en adviseur van medezeggenschapsraden (MR), komt Stemmer twee soorten medezeggenschapsorganen tegen. “De groep die blijft hangen in wat mag en wat kunnen we als MR? En de groep die al verder is en waar het veel meer gaat over waarover het zou moeten gaan: het verbeteren van het onderwijs aan de kinderen. En volgens mij kan dat alleen maar op het moment dat je dit als MR en directie doet vanuit gezamenlijkheid. Dus niet: we zitten nu bij elkaar en we moeten vanuit de wet met elkaar overleggen. Nee, het gaat veel verder dan dat.”

Kritische vriend

De trainer leert medezeggenschapsraden altijd te kijken naar reden, gevolg en maatregelen. “Kijk door de bril van de ouders, het personeel en de leerlingen. Beoordeel met die bril het beleid. En heb je als MR helder wat de directeur wil bereiken? Is dat omdat het uit zijn hoge hoed komt of is het omdat we met een plan van A naar B willen komen met deze school? Natuurlijk gaat het dan ook over procedures. Want medezeggenschap is mede-zeggenschap. Het is namelijk niet zo dat de MR de leiding heeft, maar samenwerkt met de directie, als een kritische vriend.”

“Sommige medezeggenschapsraden blijven constant bezig met een soort rondje om de kerk. Er is een verkiezingsronde geweest en daarna wordt gezamenlijk een basistraining gevolgd. Na een tijdje treden er mensen af en komen er nieuwe leden bij, en wordt er weer een basistraining gevolgd”, vertelt Stemmer. “Bij CNV Academie hebben we gezegd dat we de scholing langer moeten doortrekken om een proactieve MR te creëren en zo optimaal gebruik te maken van medezeggenschap. Met dat doel is een leerlijn ontwikkeld met verschillende trainingen.”

“Veel medezeggenschapsraden vragen zich bijvoorbeeld af hoe ze nog beter beleid kunnen beoordelen dan alleen een positief of negatief advies te geven. Hoe kun je aangeven wat je eigen visie is en hoe zorg je voor draagvlak? En als je verder kijkt dan alleen een basistraining, kom je erachter als MR dat je een serieuze gesprekspartner wordt en dat punten worden overgenomen. Schoolbesturen zouden een dergelijk scholingsplan moeten faciliteren, daar hebben ze zelf ook belang bij.”

Leren afpellen

“Zo’n leerlijn begint natuurlijk wel met een basistraining. Wat de MR daarna leert, is richting geven aan hun eigen werk. Zodat ze ontdekken dat ze ook meer mogen en kunnen dan wachten tot het moment dat de directeur met nieuw beleid komt. In die tweede stap, Medezeggenschap Aan Zet, leren we MR-en samenwerken. Want iedereen heeft zo zijn eigen kwaliteiten. Tegelijkertijd kijken we ook naar de organisatie en naar de verschillende belangen. In Medezeggenschap Aan Zet leer je afpellen. Wat zie je allemaal in je school gebeuren? Wat ga je agenderen en welke ideeën draag je aan? Voor een directie is dat heel waardevol”, zegt Stemmer. “In de derde stap Hoe beoordeel en adviseer je leren we volgens een vaste methodiek beleidsdocumenten te beoordelen.

Als je karig bent in het toebedelen van middelen aan medezeggenschap, dan ga je dit terugzien in de professionaliteit ervan

Matthijs Stemmer, oud-schoolleider en trainer en adviseur van MR-en CNV Academie

Dat betekent dat de bestuurder ook inhoudelijke argumenten krijgt bij een MR-advies. En de afweging of een plan wel of geen kans van slagen heeft al in een heel vroeg stadium hoort van een MR. Dat is in het belang van alle partijen. Je wilt met die stap voorkomen dat er op een laat moment nog heel veel vragen worden gesteld. Dat is lastig voor een directeur of een bestuur. Zorg ervoor dat je je plaatje eerst compleet hebt en ga dan pas inhoudelijk met dat document aan de slag.”

“Dan is er een volgende stap in de leerlijn, Het ambitiegesprek, waarbij de bestuurder en MR om de tafel gaan zitten. Hierbij komen vragen ter sprake als: hoe gaat het eigenlijk met de samenwerking? Hebben we nog zaken te veranderen?” Stemmer komt ook bij scholen en besturen, waar het soms even niet botert tussen een directie/bestuur en een MR of GMR. “Dan is het fijn dat we dat ambitiegesprek samendoen en dat ik erbij kom zitten. Zodat we het gesprek kunnen hebben over wat heeft het bestuur nodig en wat heeft de medezeggenschap nodig om het werk goed te kunnen doen. Daaruit rollen dan mooie afspraken en dan kan iedereen weer verder.”

Jezelf tekortdoen

De laatste stap in de leerlijn is het activiteitenplan, vertelt Stemmer. “Een van de dingen waarvan ik denk dat besturen er zich tekort mee doen, is door mager te zijn in de facilitering van de medezeggenschap. Vaak wordt er gedacht dat er een bepaald bedrag beschikbaar is voor scholing van MR-en. Maar in de wet staat dat alle kosten die redelijk en billijk zijn, moeten worden vergoed.”

“Wat we leren aan een medezeggenschapsorgaan is: ga niet zomaar naar een bestuur met een paar losse ideeën voor scholing, maar maak een plan. In lijn met het schoolplan en het strategisch beleid. Het plan is tegelijkertijd de verantwoording naar de achterban en de aanvraag naar het bestuur. Hiermee geef je als MR aan wat je nodig hebt. Dat is ook in het belang van een bestuurder. Want als je karig bent in het toebedelen van middelen aan medezeggenschap, dan ga je dit ook terugzien in de professionaliteit ervan.” Stemmer: “Het is daarom mijn wens voor het bevoegd gezag, dat ze daarover iets ruimer gaan nadenken. Dus niet klagen dat medezeggenschap nog niet effectief is of last geeft. Maar juist: wat kun je doen om dat te faciliteren, zodat je er zelf ook van profiteert?”

Robbertje vechten

Stemmer is lange tijd zelf werkzaam geweest als schoolleider. Wat neemt hij mee uit die tijd in zijn huidige werk als trainer en adviseur van medezeggenschapsorganen? “De belangrijkste les die ik heb geleerd uit mijn tijd als schoolleider is: zorg dat je samen optrekt met de MR. Ik heb als directeur heel moeilijke beslissingen moeten nemen, waarvan ik het vermoeden had dat het nogal verkeerd zou vallen. Ik vond het fijn dat ik dat robbertje vechten buiten het zicht van de ouders en het team om kon doen met de medezeggenschapsraad.

Dat de MR mij daarbij scherp hield, en dat we na afloop konden zeggen: hierover hebben we gesproken. Dit is het voorgenomen beleid en er is draagvlak voor. En niet: de MR heeft ook ingestemd en nu je mond houden. Maar laten zien dat ze echt hebben meegedacht. Het was soms niet makkelijk. Maar neem de MR serieus en laten we vooral niet die ouders onderschatten. Voor een bestuur of directie kan het soms lastig zijn dat ouders in de MR zitten, omdat zij de materie niet kennen. Maar tegelijkertijd kunnen zij vanuit die onwetendheid juist heel mooie vragen stellen. Waardoor je denkt: ‘Ja! Waarom doen we het nou eigenlijk zoals we het doen?’ En ze brengen ook expertise met zich mee, bijvoorbeeld als het gaat over financiën. Leerkrachten denken van: laat maar. Laat dan vooral ouders dat doen. Dat zijn wel de lessen die ik heb meegenomen vanuit mijn schoolleiderschap.”

Wil je ook een proactieve MR?

Wil je meer weten over deze leerlijn en de andere mogelijkheden? Ga dan naar CNV Academie of neem contact met Jacqueline van Grevengoed via aanvraagacademie@cnv.nl of 030 - 751 17 47.