Anneke in gesprek met Ruud

Doen ambtenaren alleen wat hen gezegd wordt, of zijn zij juist de constante factor en is het de bestuurder die alle zeilen moet bijzetten? Ambtenaren Anneke van de Ven (teammanager Communicatie) en Ruud den Haak (hoofd Stedelijk Beheer) doen een boekje open.

De samenwerking tussen bestuurder en ambtenaar wordt weleens vergeleken met het dansen van een tango. Soms dansen ze perfect op de maat, soms botsen ze tegen elkaar. Iets goeds, als je het deze twee gesprekspartners vraagt: ‘Je moet elkaar af en toe op de tenen trappen. We zijn allemaal professionals, aan een jaknikker heeft niemand iets.’

Wat doen jullie precies?

Van de Ven: ‘Ik geef leiding aan het team Communicatie van gemeente Vlaardingen en werk daarnaast voor de portefeuille van de burgemeester. In Vlaardingen is dat Bert Wijbenga-van Nieuwenhuizen. Ik adviseer hem over zijn rol en hoe hij zich kan profileren. Mijn werk is divers. Het varieert van persberichten en speeches schrijven, tot aan advies op strategisch niveau.’

Den Haak: ‘Ik ben hoofd Stedelijk Beheer bij de gemeente Rotterdam. Wij zijn verantwoordelijk voor het beheer, onderhoud en vervanging van publieke buitenruimtes. Het is onze taak om te zorgen dat mensen er veilig gebruik van kunnen maken. Ik adviseer de wethouder die de buitenruimte in zijn portefeuille heeft. Dat is Vincent Karremans.’

Hebben jullie eigen beslisruimte of gaat alles in overleg met een bestuurder?

Van de Ven: ‘Vanuit de Rijksoverheid heeft een gemeente wettelijke verplichtingen. Die liggen vast. De budgetten en taken waar onze gemeenteraad over beslist zijn maar een klein deel van wat hier allemaal gebeurt. Als ambtenaar hebben we daarbuiten veel beslisruimte.’

Den Haak: ‘Ja, eens. Om een beeld te schetsen: de begroting van gemeente Rotterdam is €3,7 miljard. Tijdens de onderhandelingen zie je dat ongeveer tussen €50 en €100 miljoen daarvan anders wordt ingezet ten opzichte van die begroting. De politiek bepaalt wat er moet gebeuren en welke ambities we moeten realiseren. Hoe we dit doen, is aan de ambtelijke organisatie. Daarbinnen is er best veel ambtelijke vrijheid. Bij gevoelige dossiers zorgen we echter wel dat we onze bestuurders goed informeren en meenemen.’

Van de Ven: ‘Maar als je het heel plastisch bekijkt, is uiteindelijk de gemeenteraad ‘de baas’. Er zijn een aantal zaken waar politiek echt een stem heeft en knopen doorhakt. Wij zijn de adviseurs, zij de uiteindelijke beslissers.’

Hoe gaat dat als er een nieuwe bestuurder komt? Conformeert diegene zich aan jullie werkwijze of is het andersom?

Den Haak: ‘In mijn ogen moet een bestuurder de werkwijze zo voor zichzelf organiseren dat hij zijn functie het beste kan uitoefenen. ‘Mijn’ wethouder wil graag elke twee weken overleg. Een ander wil dat misschien vaker of juist minder vaak. Ik pas me daarop aan.’

Van de Ven: ‘Het is echt een samenwerking en dat is in het begin even zoeken. Dat doe je al bij de eerste kennismaking: “Op welke manier wil jij het doen? En mag ik dan een suggestie geven om het zus of zo te doen?” Ook hebben we een introductieperiode waarin we de burgemeester wegwijs maken in onze stad. Ik heb zijn agenda geblokt en we zijn letterlijk de straat op gegaan. De eerste honderd dagen stonden in het teken van de gemeente, de mensen en de bedrijven leren kennen.’

Den Haak: ‘Wij organiseren inderdaad ook werkbezoeken. Zo kreeg Karremans onder andere een kijkje in de kelder van de Erasmusbrug. Hier zag hij welke techniek en mensen er nodig zijn om de brug draaiende te houden. Door werkbezoeken zorg je dat een bestuurder gevoel krijgt bij de portefeuille. Het is niet mogelijk om alles te laten zien, daarom maken wij een selectie van wat interessant is om te bezoeken. En soms heeft een wethouder een duidelijk verzoek.’

Soms beweeg je mee, soms geef je tegengas. Zo koop je elkaars vertrouwen.

Anneke van de Ven
Anneke van de Ven is teammanager Communicatie bij de gemeente Vlaardingen. (foto: Petja Buitendijk)
Ruud den Haak is hoofd Stedelijk Beheer bij de gemeente Rotterdam. (foto: Petja Buitendijk)

Een bestuurder wordt weleens omschreven als machinist van een rijdende trein. Hoe zien jullie dit?
Den Haak: ‘Ja, we “rijden” inderdaad ook zonder hen. Maar aan de andere kant hebben wij de bestuurders ook hard nodig. Het is een samenspel. Je bent van elkaar afhankelijk. Als wij iets nodig hebben, dan is de wethouder onze eerste ingang. En als de wethouder iets wil, kan hij niet zonder zijn ambtelijke organisatie.’
Van de Ven: ‘Ik zie dat ook zo. Het is belangrijk dat wij zorgen dat bestuurders zo goed mogelijk op de hoogte zijn van wat er speelt. Bovendien moeten zij vertrouwen op de adviezen die wij geven.’

En...doen ze dat ook?

Van de Ven: ‘Nee, zeker niet altijd. Ik heb weleens gehad dat een burgemeester zei: “Dank, je hebt je werk gedaan maar ik leg het naast me neer.” Dat is even schakelen, want je bent ervan overtuigd dat je een goed advies hebt gegeven. Het enige wat je kan doen, is hopen dat hij de goede keuze heeft gemaakt.’

Den Haak: ‘Het is ook een beetje geven en nemen. Bij sommige beslissingen denk ik: als het mijn eigen geld was geweest, had ik dit niet gedaan. Maar als de bestuurder het wil, dan doen we dat. Zo krijg je elkaars vertrouwen. Soms beweeg je mee, soms geef je tegengas. Karremans en ik hebben een goede relatie met elkaar, we kunnen heel open communiceren. Dat scheelt.’

Je hoort weleens dat een ambtenaar denkt vanuit een professionele rationaliteit en een bestuurder vanuit een politieke rationaliteit. Schuurt dat niet?

Van de Ven: ‘Soms wel, maar af en toe botsen is alleen maar goed. Zolang je uiteindelijk samen maar tot een goede conclusie komt. Een bestuurder heeft er niks aan als wij alleen maar ja en amen zeggen.’

Den Haak: ‘Ja, een wethouder vindt het juist fijn om even te sparren met ons. Ze zitten niet te wachten op een jaknikker, dat gaat ten koste van de kwaliteit. Daarom is het zo belangrijk dat je een goede band met elkaar hebt. Dan kan je alles zeggen.’

Wat als de bestuurder een totaal andere politieke kleur heeft dan jij?

Den Haak: ‘Het is de kunst van de ambtelijke organisatie om met alle typen bestuurders te werken – ongeacht de politieke kleur. Ik ben verantwoordelijk voor de buitenruimte van Rotterdam; daar heb ik zelf geen emoties bij. Ik kan een politieke voorkeur dus prima naast me neer leggen. Maar zodra je echt gewetensbezwaren krijgt, weet je dat het tijd is om wat anders te doen.’

Van de Ven: ‘Ik zeg altijd: ik communiceer niet als Anneke van de Ven, maar als Gemeente Vlaardingen. Datzelfde verwacht ik van mijn team: soms communiceer je over zaken waar je niet helemaal achterstaat. Dat kunnen we prima, want we zijn allemaal professionals.’

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in WNL 2 OPD, juni 2022.