Wanneer je je loonstrook krijgt
Vaak krijg je een loonstrook aan het einde van de maand, of één keer in de 4 weken. Je krijgt in ieder geval een loonstrook bij je eerste salaris. We raden aan om je loonstrook goed te bekijken. Om te controleren of alles klopt, is het natuurlijk wel handig om te weten wat er precies staat.
Uitleg van je loonstrook
Op je loonstrook zie je hoe je loon is opgebouwd. Er is een verschil tussen je brutoloon en wat je betaald krijgt, je nettoloon. Je ziet bijvoorbeeld welke bedragen je werkgever van je brutoloon afhaalt. Of op welke toeslagen en vergoedingen je recht hebt. En ook fijn om te weten: op je salarisstrook staat ook hoeveel vakantiegeld je hebt opgebouwd.
Daarnaast staan op je loonstrook in ieder geval de volgende dingen:
- Voor welke periode je betaald krijgt
- De naam van de werkgever en jouw naam
- Het aantal uren dat je per week of maand werkt
- Het wettelijk minimumloon en de minimumvakantiebijslag
Moeilijke afkortingen en woorden op je loonstrook
Je komt vast een hoop afkortingen tegen die je niet kent. Het is helemaal niet gek om aan je werkgever te vragen wat iets betekent. Dit is onze top 3 van veelvoorkomende lastige afkortingen:
- WGA. Oftewel: werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten. Als je arbeidsongeschikt raakt, heb je soms recht op een WGA-uitkering. Je betaalt premie zodat je er recht op hebt, mocht dat ooit nodig zijn.
- ZWV. (Ook wel bijdrage ZWV). Dit is de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet aan de Belastingdienst. Hoe hoger je inkomen, hoe hoger je bijdrage.
- OP. Dit gaat over je ouderdomspensioen. Die bedragen hebben dus te maken met de opbouw van je pensioen.
Je jaaropgave: een samenvatting van al je loonstroken
Aan het eind van het jaar krijg je een jaaropgaaf. Dit is eigenlijk een samenvatting van alle loonstrookjes die je dat jaar hebt ontvangen. Die heb je nodig voor je belastingaangifte. Het kan ook geen kwaad je loonstroken goed te bewaren. Je kunt ze bijvoorbeeld nodig hebben bij het huren of kopen van een woning.