Vakbonden en werkgevers zorg vangen bot bij minister van Ark

Overleg tussen minister van Ark (Medische Zorg), werkgevers en vakbonden over arbeidsvoorwaarden in de zorg heeft gisteren geen resultaat gehad. Vakbonden drongen er bij de minister op aan om tóch ruimte te scheppen voor een structurele loonsverhoging voor zorgpersoneel. Maar de minister verwees, zoals het kabinet eerder deed, naar de loonsverhogingen in de huidige cao en de coronabonus en deed geen verdere toezegging. De begrotingsbehandeling van het ministerie van VWS is deze week. In deze begroting zou er volgens de bonden ruimte moeten komen voor een salarisverhoging voor zorgpersoneel.

Anneke Westerlaken, voorzitter CNV Zorg & Welzijn: 'De begrotingsbehandeling VWS van aanstaande woensdag en donderdag is de laatste kans voor het kabinet om ruimte te maken voor een structurele loonsverhoging voor zorgpersoneel. Pakt het kabinet deze kans niet dan wordt de groep werknemers die het afgelopen jaar in de frontlinie heeft gestaan bij het bestrijden van de coronacrisis keihard in de kou gezet.'

Kitty Jong, vicevoorzitter FNV: 'De minister heeft ons gewoon met een kluitje het riet ingestuurd. Ik vrees het ergste voor het aankomend cao-jaar. Afgelopen vrijdag vond het eerste overleg plaats voor een nieuwe cao UMC’s. Dat is de eerste van tien zorg-cao’s, waar voor het jaar 2021 over onderhandeld wordt. Hier gaf de werkgeverskoepel NFU, direct een heldere boodschap: er zal sprake zijn van een negatieve loonruimte die afhankelijk is van politieke keuzes en de vergoedingen van zorgverzekeraars. Wij vrezen dat dit de voorbode wordt voor alle zorgcao’s. Als het kabinet nu geen extra geld beschikbaar stelt voor aankomend jaar, dan gaan de helden van de zorg ten tijde van de coronacrisis, er geen cent op vooruit.'

Stella Salden, voorzitter NU’91: 'Dit jaar is voor de maatschappij duidelijk geworden wat zorgprofessionals zelf al jaren wisten: onze samenleving draait op goede zorg. Maar daar tegenover staat een prijs. De politiek kan niet langer hiervoor wegkijken en moet inzien dat extra financiële ruimte voor een betere waardering van zorgprofessionals geen kostenpost, maar een investering voor de lange termijn is.'

Vakbonden stellen onverkort dat een structureel betere beloning voor zorgpersoneel essentieel is bij het oplossen van het nijpende personeelstekort dat werkdruk en ziekteverzuim in de sector omhoog jaagt. Er kan daarnaast niet worden voorbijgegaan aan het feit dat de zorgsector belangrijker is dan gedacht voor het draaiend houden van de economie, zo blijkt in de coronacrisis. De brede publieke waardering voor zorgmedewerkers in de vorm van applaus, gezang en kleine acties van burgers verdient vertaling in een betere beloning.

Het blijft daarom onaanvaardbaar dat zorgpersoneel in 2021 op de nullijn zou uitkomen, door de stijgende pensioenpremie en de beperkte OVA-ruimte (die zorgt dat beloning van zorgpersoneel gelijkte tred houdt met de marktsector).