Zorgen over effecten coronacrisis op mbo en hoger onderwijs

Ook al blijkt uit de cijfers dat het aantal gediplomeerde studenten in het mbo en hoger onderwijs na het begin van de coronacrisis niet is gedaald, en de uitval ook niet is toegenomen, maakt minister Van Engelshoven zich wel degelijk zorgen. In een brief aan de Tweede Kamer geeft de bewindsvrouw een overzicht van de stand van zaken in het mbo en hoger onderwijs nadat de corona-uitbraak het onderwijs daar op zijn kop zette.

In maart werden de 1,3 miljoen studenten en 150.000 medewerkers van de een op de andere dag geconfronteerd met gesloten instellingen en onderwijs dat online voortgang moest zien te vinden. Vandaag informeert Van Engelshoven de Tweede Kamer over de huidige situatie.

De studenten hebben het zwaar in deze tijd, schrijft de minister. Thuis studeren wordt door velen als lastig ervaren en studenten kampen vaker met stress en depressieve gevoelens. Vooralsnog lijkt het verminderde welzijn nog niet tot studievertraging te leiden, maar de minister maakt zich er wel zorgen over. De bewindsvrouw roept instellingen op om zich juist in deze tijd extra in te blijven zetten om studenten niet uit het oog te verliezen en om drempels om contact te zoeken laag te houden.

Ook het welzijn van medewerkers staat onder druk. De minister wijst op monitoring van de inspectie, waaruit blijkt dat de werkdruk onder docenten in het mbo is toegenomen. Ze missen het contact met de studenten, vinden het lesgeven op afstand een verschraling van hun functie en de vermoeidheid neemt toe. Hier speelt ook de combinatie van werk en zorgtaken een rol. In het hoger onderwijs wijst de inspectie de werkdruk van docenten aan als een belangrijk vraagstuk en als een belemmering voor het uitvoeren van het aangepaste onderwijs.

Van Engelshoven verwijst in haar brief ook naar een onderzoek van CNV Onderwijs van eind september onder personeel in mbo en hbo. Daaruit bleek ook dat werknemers sinds de uitbraak van corona een toegenomen werkdruk ervaren. Als oorzaken daarvan worden vooral genoemd: de combinatie van fysiek en online lesgeven, de toegenomen voorbereidingstijd en het handhaven van coronamaatregelen onder studenten.

Door de beperkingen waar het onderwijs momenteel mee te kampen heeft, zijn er ook zorgen over de onderwijskwaliteit. De werkdruk bij docenten, de knelpunten ten aanzien van stages en praktijkonderwijs en studenten die het zonder extra zorg en begeleiding niet redden, maken de kwaliteit kwetsbaar. Door deze beperkingen is het onderwijs er in sommige gevallen noodgedwongen vooral op gericht om de schade te beperken.

De minister blijft in overleg met de onderwijssector. Eventuele vervolgafspraken zullen worden vastgelegd in de servicedocumenten voor mbo en hoger onderwijs.